I walk alone

3.2K 37 15
                                        

En tadaa, een volgend hoofdstuk! Het kan zijn dat het wat langer duurt voor er een nieuw hoofdstuk voor wat dan ook komt, aangezien ik school heb binnenkort. ;)

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

I walk alone

Verjaardagen doen altijd het meeste pijn om te herinneren.

Het doet je beseffen dat er alweer een jaar voorbij is.

Dat je alweer een jaar ouder bent.

Weer een jaar dichter bij de dood.

In mijn geval doet een verjaardag, speciaal die van mij, me denken aan een einde.

Ik verzamelde alle lucht die in mijn kleine longetjes paste, en blies de 5 kaarsjes uit. Mijn moeder klapte en mijn vader joelde.

Het was vroeg in de ochtend, en papa had beloofd om me voor mijn verjaardag naar het pretpark te brengen.

 5 Jaar oud worden gebeurde ten slotte niet iedere dag, en was iets om heel trots op te zijn, wist ik.

Daarom blies ik nu al de kaarsjes op mijn mooie Sneeuwwitje slagroomtaart uit. Opa en oma konden niet komen, had mama gezegd. Ze had mij vertelt dat opa en oma op een lange reis waren, en voorlopig niet terug zouden komen.

Eigenlijk waren ze het afgelopen jaar beiden aan kanker gestorven, net zoals de ouders van mijn vader, maar mijn ouders wisten niet hoe ze het aan me moesten vertellen. Mijn ouders waren beiden enig kind geweest, en buiten hun had ik geen familie meer die nog leefde.

Maar goed, ik werd 5. We zouden naar een pretpark gaan. Ik hoef zeker niet te vertellen dat het de dag van mijn leven was? Tot op de terugweg, althans.

Zoals altijd reed mijn vader, en zat mijn moeder naast hem in de bijrijdersstoel. Ik balanceerde op het randje van de slaap, moe van alle gebeurtenissen. Ik was op de foto geweest met alle bekende pretparkfiguren die er waren.

Het gegier en gepiep van remmende banden, de enorme schok die door de auto ging, het was niets.

Het was niets vergeleken met wat ik zag. Zelfs mijn kinderlijke brein snapte wat er gebeurt was. Mijn vader was door iets – of iemand, zoals ik stug bleef volhouden-, van de weg geraakt. En gebotst.

Mijn ouders waren onherkenbare klompen vlees geworden. Beter kon ik het niet beschrijven.

Bloed was overal. De auto was helemaal kapot. Ingedeukt.

Maar ik was wonder boven wonder helemaal in orde.

Ik was te verdoofd om te beseffen wat er gebeurde. Ik werd door warme, stevige handen uit de auto getrokken.

Met betraande ogen keek ik hoe het wrak van de auto, met daarin de dode lichamen die ooit mijn ouders waren – want ik wist gewoon dat ze dood waren- , uit het zicht verdween. Ik wilde schoppen en schreeuwen om terug te kunnen. Maar de aanwezigheid van de persoon die me uit de buurt bracht, was kalmerend. Toen de persoon iets verder stopte, kon ik hem eindelijk aankijken.

Ik keek in het gezicht van een al wat oudere man. Zijn ogen en mondhoeken werden omringt door een web van kleine rimpeltjes, en zijn donkere haar was bij de slapen al grijs.

Nu besef ik dat de man waarschijnlijk ooit heel knap moest zijn geweest.

Maar toentertijd werd mijn aandacht getrokken naar de enorme witte vleugels die zich achter zijn rug in de volle glorie uitstrekte. Een engel.

Angels fall firstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu