Not breathing

3K 40 21
                                        

Deel 2 – Andrew

O welcome, pure-eyed Faith, white-handed Hope,

Thou hovering angel, girt with golden wings!

~John Milton,  Comus 

Not breathing

 

‘Ja, en nu? Hier blijven staan tot hij naar buiten komt en hem dan ontvoeren?’ Suggereerde ik sarcastisch.

‘Doe niet zo stom, Stevie. Bezorg dat kind geen hartaanval!’ siste Michaël op zachte toon terug.

‘Jij weet ook echt niet wanneer iemand sarcastisch is, zelfs als het op diegene zijn gezicht geschreven staat’.

We zaten gehurkt achter 2 grote rozenstruiken in een enorme tuin.

In ons vizier stond een enorm wit landhuis, met een zwart puntdak. Via een enorme marmeren trap kon je omhoog klimmen naar een brede houten voordeur.

Een enorme pure energie walmde eromheen.

Wat we daar deden...

Nadat we eindelijk wat meer van de wereld om ons heen zagen dan elkaar, beseften we dat het al aan het schemeren was. De avond brak aan.

Hoe lang hadden we wel niet staan zoenen? Ik schaamde me.

Ik had mijn rugzak – die wonderbaarlijk geen “schrammetje” had- gevonden, en snel achter een boom een ander shirt aangetrokken, dat ik voor de zekerheid mee had genomen.

Daarbij had ik een constante trekkende kracht gevoeld vanuit het westen.

Michaël had zijn vleugels ingetrokken, en ik gaf hem zijn shirt terug.

Hoewel ik niet bepaald moe was, stond hij erop dat hij me mocht dragen.

Nogmaals: Je hoorde mij niet protesteren.

Het komende uur gaf ik hem telkens instructies.

‘Ja, nu iets meer... uhm... Is die kant Noord? Of West?’

‘Zuidoost... Moeten we die kant op?’ Ik legde mijn hoofd op zijn schouder en sloot mijn ogen.

‘Nee, maar daar ligt Londen, en daar wilde ik altijd al naartoe!’

Hij liet me prompt los, en ik landde op mijn kont.

Ik stond langzaam weer op. Met een vertrokken gezicht wreef ik over mijn arme pijnlijke billen.

‘Waar was dat nou voor nodig?!’ Ik fronste naar hem.

‘Je moet dit wel serieus nemen. Stevie, dit is geen grapje! Dit is bloedserieus, als we hem niet snel vinden, vindt Satan hem voor ons en is het afgelopen!’

Ik staarde hem geschrokken aan. Het was niet zo dat ik het niet wist, maar de impact van zijn woorden maakte de angst die ik stiekem had veel groter.

Misschien was diezelfde angst van mijn gezicht af te lezen, want zijn blik verzachtte en hij sloeg zijn armen om me heen.

‘Ik heb nooit beseft dat dit voor jou veel moeilijker en enger is, dan voor mij. Ik verontschuldig me voor dat’.

Ik moest glimlachen om zijn ietwat ouderwetse taalgebruik.

‘Het is al goed hoor’.

Vervolgens had ik hem de goede richting aangewezen, en waren we weer op weg gegaan.

Angels fall firstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu