Hoofdstuk 8

8.3K 311 18
                                    

Ik voel me vallen, dieper en dieper de duisternis in. Ik probeer te roepen en schreeuwen, maar er komt geen geluid uit mijn mond. Ik zwaai met mijn armen maar kan geen punt vinden waar ik me kan vastgrijpen, helemaal niets, het enige dat ik voel is een enorme leegte die ik een klein beetje opvul. Het licht aan de bovenkant verdwijnt beetje bij beetje, het wordt alsmaar kleiner. Ik val steeds dieper. 

Ik voel een harde klap en merk dan dat ik op de bodem zit, in volledige duisternis, niemand zal me hier vinden, iedereen is me vergeten, niemand zal me zoeken of ook maar ongerust zijn. Met mijn handen tast ik de omgeving af, ik voel nergens muren alleen een ijzig koude grond. Vanaf dan gebeurd er iets raars. Uit de diepe duisternis zie ik een wit licht komen, het kom sneller en sneller op me af. Ik schrik ervan maar ben blij licht te zien, het licht verblind me helemaal.

Ik open met veel moeite terug mijn ogen. Het licht van mijn kamer brandt  en buiten is het nog steeds donker. Het felle licht schijnt in mijn ogen en moet een paar keer knipperen, ik word er duizelig van en probeer me een beetje recht te zetten. Ik heb kloppende hoofdpijn en door mijn ene oog zie ik bijna niets meer. Het voelt erg dik aan en nu ik volledig recht sta, heb ik overal pijn. Het verbaasd me dat niemand me heeft gezien, niemand is een kijkje komen nemen, maar dat doen ze nooit. Ik loop naar de badkamer en vraag me af hoelang ik buitenbewust zijn ben geweest. Het was net alsof ik daarnet in een levensechte droom zat. Het leek allemaal zo echt. De droom blijft door mijn hoofd spoken terwijl ik mijn gezicht zo stil mogelijk was zodat ik niemand anders wakker maak.

Ik bekijk mijn oog goed in de spiegel, het is blauw en opgezwollen. Ik haal een aspirientje uit de kast tegen de hoofdpijn en duizeligheid. Heeft Dylan me dit serieus aangedaan? Had ik nooit van hem verwacht. Ik krijg een vreemde smaak in mijn mond en loop naar het toilet.

Ik ga er op mijn knieën voor zitten en een vreselijke golf misselijkheid overspoelt me. En een vieze vloeistof vult mijn mond. Ik geef over. Ik voel me echt zo slecht. Ik hou het bijna niet meer uit. Als ik gestopt ben met overgeven poets ik mijn tanden om de smaak weg te krijgen en was opnieuw mijn gezicht, nu is het al een heel stuk frisser. Ik trek snel het irritante kleedje uit en doe mijn pyjama aan.  Ik ga terug naar mijn kamer en ga in mijn bed liggen. Mijn rug doet best pijn en ook mijn hoofd. Het liggen doet echt pijn en kan maar geen plaats vinden waar ik goed lig. Ik blijf maar draaien maar het helpt niet, integendeel het doet pijn en het wordt steeds erger als ik me omdraai.

Ik moet dan toch inslaap gevallen zijn want ik word wakker van de wekker. Mijn hoofdpijn is nog niet over en door die stomme wekker is het nog erger. Ik open mijn ogen en het licht maakt me opnieuw duizelig en terug misselijk. Ik loop opnieuw naar de badkamer en ben denk ik net op tijd. Ik moet opnieuw overgeven. 'Wat is er Alex?' zegt een stem vanuit de deuropening, het is mijn zusje. 'Ik voel me rot slecht, wil je mam even halen.'

'Ja is goed hoor', zegt ze en ik hoor haar weg wandelen. Ik hoor wat stemmen en gepraat waar ik geen woord van versta.

Even later hoor ik mijn moeder op de deur kloppen. 'Ja' zeg ik. Ik hou nog steeds het haar weg uit mijn gezicht terwijl er soms nog steeds overgeef uit komt. 'Gaat het wel goed?' Ik rol met mijn ogen. 'Wat denk je zelf?'

'Sorry, ik snap het al.'

Even later sta ik terug recht. Ik moet me vasthouden, anders val ik terug denk ik. Ik kijk in de spiegel, ik ben net een monster of een spook, komt het nu eigenlijk omdat ik gewoon ziek ben of door die klap tegen de muur. 'Mam ik kan vandaag echt niet naar school, ik heb mega veel hoofdpijn moet heel de tijd overgeven en ik ben zo duizelig als iets.'

'Oké, liever blijf jij maar thuis ik verwittig de school wel.'

'Dank je mam', zeg ik en probeer te negeren dat alles draait.

Ik hou van jou (Compleet)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu