22. Eerlijk

15 2 4
                                    

U: Mag ik je een vraag stellen?

Slim kind: Ja?

U: En ga je dan eerlijk antwoorden?

Slim kind: Ja

Slim kind: Behalve als je me vraagt wie ik ben of zoiets

U: Heb je iets van me nodig?

Slim kind: Soort van

U: Soort van?

Slim kind: Ik heb niet echt iets van jou nodig, maar ik heb jou nodig omdat ik iets moet van iemand die jij kent

U: Waarom leg je het nu wel uit?

Slim kind: Het duurt niet zo lang meer totdat er geen tijd meer is

Slim kind: Misschien moet ik het je wel eerder vertellen dan gepland

U: Waarom?

Slim kind: De situatie is veranderd

Life changesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu