Hoofdstuk 2.

544 56 0
                                    

'Clary? Clary liefje? Open je ogen maar.' Moeizaam open ik mijn ogen en ik knipper tegen het felle licht. Ik schiet overeind als ik besef dat ik in een bed lig. Een hand duwt me voorzichtig weer terug. 'Rustig aan. Alles is goed', zegt de vriendelijke vrouwenstem. Ik kijk naar rechts en open mijn mond om iets te zeggen. Er komt een krakend geluid uit mijn mond. 'Je kan nog niet praten, maar alles komt goed met je.' De vrouw glimlacht. Ze heeft kuiltjes in haar wangen. Ik schat dat ze eind veertig, begin vijftig is. 'Ik zal dr. Center halen', zegt de vrouw en ze loopt de donkerblauwe deur uit. Het kamertje is niet groot. De muren zijn wit en ik lig in een ziekenhuisbed. Links van me staat een apparaat dat rustig elke minuut een piepje laat horen. Ik heb geen idee wat het is. De deur zwaait weer open en daar staat een vrouw van begin dertig. 'Goedemiddag Clary, mijn naam is dr. Center.' Haar blonde haar zit in een knotje achterop haar hoofd. Ze is slank en draagt een witte broek en een witte jas. Ze loopt naar het apparaat en toetst een paar knopjes in. 'Hoe voel je je?' vraagt ze als ze klaar is. 'Goed', zeg ik, mijn stem klinkt schor. 'Mevrouw? Waar ben ik? En waar is Theresa?' vraag ik zachtjes. Mijn stem wil nog niet optimaal functioneren. 'Je bent veilig. Dit stadje noemen we Adelaar. Je vriendin Theresa ligt in de kamer hiernaast', zegt ze met een koude lach. Ik knik en zeg dat ik graag wil slapen. Ik merk het niet eens dat dr. Center de kamer uitstapt. 

'Dus dit is project X98?' fluistert een stem. Ik word er wakker van, maar houd mijn ogen gesloten. 'Dat klopt, dit meisje is het begin van de toekomst.' De tweede stem komt me bekent voor, het is dr. Center.  'Wat gaat er met dat tweede meisje gebeuren? Hoe heet ze? Theresa?' vraagt de onbekende stem. 'Die sluiten we op bij de andere', zegt dr. Center met een kille stem. Ik knijp in mijn dekens en probeer mijn ogen stijf dicht te houden. De andere? Wat wil dat zeggen? 'Weet u zeker dat ze slaapt?' fluistert de onbekende stem angstig. 'Tuurlijk, ik heb haar een slaapdrank gegeven. Ze wordt de komende vijf uur niet wakker.' Ik bal mijn vuisten. Er is iets goed mis met dit ziekenhuis en ik moet erachter komen wat er gaande is. De voetstappen van dr. Center en haar partner sterven weg in de gangen. Ik vraag me af hoe laat het is. Al gauw gaan mijn gedachten naar Wolf. Waar zou hij nu zijn? Een steek heimwee schiet door mijn buik. Ik mis hem. Ik mis zijn grijze ogen, of zijn zwarte ogen, het maakt me eigenlijk niet zo veel meer uit. Ik zou hem graag bij me willen hebben. Dan kan hij me advies geven wat te doen. 'Je moet hem uit je hoofd zetten, Clary', mompel ik zachtjes tegen mezelf. Voor nu dan. 


Mijn leven, mijn dood |deel 2|Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu