Hoofdstuk 3

199 20 0
                                    

Pov Loïs

Samuel loopt de kamer uit, en dan zit ik daar weer alleen, vastgebonden op een stoel. Hij heeft gelukkig wel het tape van mijn mond gehaald. Gillen durf ik niet, ik ben bang dat hij gewoon in de kamer hier naast is. Ik heb er ook geen zin in om gelijk vermoord te worden. Ik denk gelijk weer aan Miguel en slik. Hij is gewoon weg. Mijn beste vriend, m'n soulmate. Het is allemaal zo snel gegaan. Ik ben benieuwd wat ze met zijn lichaam hebben gedaan, maar ik denk dat die gewoon ergens gedumpt is. Nu ik hier zit mis ik hem echt verschrikkelijk. Ik voel tranen opkomen en na een tijdje rollen ze over mijn wangen. Omdat mijn handen zijn vastgebonden kan ik ze ook niet afvegen. Zou Samuel er nog zijn? Als hij me nu zo ziet huilen vindt hij me vast raar en zwak. Zo wil ik niet overkomen.

Een tijdje later zit ik nog steeds huilend op de stoel. Mijn gezicht is helemaal nat van alle tranen. Ik haat het dat ik ze niet kan afvegen. Ik probeer mezelf los te trekken, wat veel geluid maakt. 'Verdomme', mompel ik in mezelf. Als hij hier is heeft hij dit sowieso gehoord. Ja hoor, zoals ik al had voorspeld vliegt een paar minuten later de deur open. 'What the fuck ben jij aan het doen?' roept Samuel en zijn gezicht verandert als hij mijn gezicht ziet. 'Heb je nou zitten janken?' zegt hij spottend. Ik antwoord niet en kijk weg zodat hij mijn gezicht niet meer kan zien. 'Janken', zegt hij met dezelfde toon, 'typisch iets voor vrouwen. Echt zwak.' Ik draai me weer terug naar hem toe. 'Hou je bek', zeg ik met een trillende stem. Ik schraap mijn keel. 'Je moet echt je bek tegen me houden.' Ik kijk hem boos aan en hij grinnikt. 'Word je nu boos?' zegt hij. Ik kijk hem aan en frons mijn wenkbrauwen. 'Ik had niet verwacht dat ik een Peligrosa hier jankend zou aantreffen. Dit gaat iedereen hilarisch vinden.' Ik zucht diep en kijk hem aan. 'Je bent echt een lul. En trouwens, als je zo dapper was om me te ontvoeren had je ook wel een bed voor me neer kunnen zetten. Ik krijg nog eens een hernia omdat ik de hele tijd op de stoel zit.' Samuel grinnikt. 'Mevrouw gaat eisen stellen hoor. Wat krijg ik er voor terug als ik je een nachtje op m'n bed laat slapen?' 'Een knipbeurt kun je krijgen. Dat lange haar ziet er werkelijk niet uit.' Hij fronst even. 'Het is dat ik niet tegen jankende meisjes kan. Één nachtje kan vast geen kwaad.'

Pov Samuel

Als ik de deur op slot doe heb ik hier al weer spijt van. Ricardo vermoordt me als hij erachter komt dat dit is gebeurd. 'Haal haar geen moment van die stoel af', had hij nog duidelijk tegen me gezegd. Ik zucht. Ik heb sowieso al een zwak voor mooie, lichtgetinte meisjes - ik kan er wel omheen draaien maar Loïs ziet er echt niet verkeerd uit - maar ik kan al helemaal niet tegen meisjes die huilen. Ik zucht en ga maar op de bank zitten. Over een paar uurtjes, wanneer ik wil gaan slapen, maak ik haar wel weer wakker zodat ze weer d'r eigen kamer in kan.

Ik ben half in slaap gedoezeld op de bank als ik opeens een harde gil hoor vanuit mijn slaapkamer. Ik ben even verward, maar dan besef ik me dat het Loïs is die zo gilt. Ik frons en sta op. Nadat ik me heb uitgerekt, draai ik het slot van de deur open en ik loop naar binnen. Daar tref ik Loïs aan, alweer huilend en dit keer plakt haar haar aan haar gezicht door het zweet. 'Hé, wat doe jij nou?' Als ze mij ziet moet ze alleen maar harder huilen. 'Ik haal wel even een washandje voor je en een glas water.' Ik loop de kamer uit, draai hem voor de zekerheid op slot en pak een koud washandje en een glas water.

Ik draai het slot weer open en tref Loïs daar in dezelfde toestand aan als daarnet. 'Hier', mompel ik en ik geef haar het glas water. Gulzig drinkt ze het leeg. Met het washandje dept ze haar gezicht een beetje af. 'Had je eh, een nachtmerrie ofzo?' vraag ik en ze kijkt me aan. 'Ja, maar het lijkt er niet op dat hij al is afgelopen want ik zit hier nog steeds naast jou.' Ik kan het niet laten even te grinniken. 'Ging de nachtmerrie over mij dan?' vraag ik en ze haalt haar schouders op. 'Ja en nee.' Ik frons. Ik word nu echt nieuwsgierig waar ze mee zit, omdat ze vanmiddag ook al zo moest huilen. 'Waarover dan?' vraag ik en ze rolt met haar ogen. 'Dat gaat jou toch niks aan?' 'Gaat het toevallig over hetzelfde van vanmiddag? Waardoor je moest huilen?' Ze zegt een tijdje niks en knikt dan. 'Wil je het me vertellen ofzo?' mompel ik en ze haalt haar schouders op. Een tijdje is het stil, en ik zit daar maar naast haar op het bed. 'Je zal het toch al wel gehoord hebben. Misschien was je er wel bij', zegt ze dan uit het niets. 'Mijn beste vriend is vermoord. Door jullie.'

ShamelessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu