#Hoofdstuk 7

66 16 14
                                    

{Allison}

Ik word wakker door een paar zonnestralen die door het gordijn zijn weten kunnen binnen dringen. Ik probeer mijn ogen te openen maar sluit ze meteen kreunend van de pijn weer. Woow ik heb hoofdpijn! Ik probeer langzaam mijn ogen weer te openen en laat mijn ogen de kamer scannen. Ik schrik als ik merk dat het mijn kamer niet is. Ik kom overeind en voel meteen dat ik moet overgeven. Ik ga meteen weer liggen en gelukkig gaat het over. Ik sta weer op, gelukkig gaat het een heel stuk beter. Ik kijk een beetje raar de kamer rond. Waar ben ik? Nergens is dan ook geen enkele aanwijzing van wie deze kamer zou kunnen zijn.

Ik ga weer op het bed zitten en wrijf over mijn voorhoofd. Ik doe mijn schoenen aan die naast het bed staan en loop langzaam de deur uit. Mijn kleedje en mijn haar fatsoeneer ik nog even snel. Wat? Het is niet omdat ik niet weet waar ik ben er niet netjes moet uit zien toch. Ik loop een trap af en kom in een gang uit. Ik kijk om me heen en zie drie verschillende deuren. Uhh.. welke moet ik nu nemen? Ik neem de eerste deur aan de rechtse kant en kom uit op een woonkamer waar niemand te bekennen is. Ik zucht diep en draai me om. Als ik me heb omgedraaid kijk ik in de twee fel groene ogen van derek. Derek?! Wat doet hij hier? Nee betere vraag, wat doe ik bij hem? Ik schrok me werkelijk rot waardoor een gil mijn mond verliet. Wat ik beter niet had kunnen doen. Ik grijp meteen naar mijn hoofd door de pijn.

"Zo heb jij even een flinke kater zo te zien." Hoor ik de stem van derek lachend zeggen.

Ik kijk hem boos aan en leg mijn hand op zijn mond omdat mijn hoofd vind dat hij te luid praat.

"Wat doe ik hier hemelsnaam?" Vraag ik zacht en kijk derek met kleine oogjes aan door de hoofdpijn.

"Ga in de zetel zitten dan breng ik je een aspirinen en leg ik het je uit." Zeg derek en doet de deur achter me open. Ik knik en ga in de zetel liggen. Ik kijk een beetje in het rond en zie een kader met allemaal foto's. Één foto springt er werkelijk uit, geen idee waarom maar die foto komt me ze bekend voor. Ik sta op om er naar toe lopen. Als ik bijna bij de foto voel ik een hand op mijn schouder. Ik schrik en kijk meteen op.

"Sorry, maar die foto komt me zo bekent voor." Zeg ik dan zacht.

Derek kijkt me even raar aan. "Echt?" Vraagt derek verbaast.

Ik knik. Derek neemt de foto van de muur en geeft die aan mij. Ik neem de foto glimlachend aan en ga er mee in de zetel zitten. Ik bekijk de foto goed. Het is derek met een meisje op zijn schoot, het meisje heeft ongeveer de zelfde haren als mij en heeft best een goede smaak van kleding. Ze zitten samen op een bankje. Het meisje heeft zijn armen om zijn nek heen geslagen -wat er heel schattig uit ziet- en derek heeft zijn handen op haar heupen liggen. Ze staren elkaar liefdevol aan. Het bankje staat in het gras met een paar bloemen er rond. De zon schijnt ook erg fel op hen. In de verte zie je een klein meertje waar de zon op weerkaatst. Het is werkelijk een prachtige foto. De plek komt zo bekent voor. Nu weet ik het!

"Ik droom soms over die plek!" Zeg ik verbaast en hardop. Ik ga zacht met mijn handen over de foto heen. Derek kijkt meteen op en kijkt me verbaast aan maar ook blij. "Ow. Heb je dan mooie dromen over die plek?" vraagt hij dan. Ik knik en begin zachtjes te lachen.

"Ja heel fijne. Het is altijd op die plek met een jongen, maar ik weet niet wie het is. Ik weet alleen dat het een jongen is maar voor de rest is het allemaal wazig. Ook dat het hele leuke momenten waren. Ze leken zo echt en het voelt niet echt als een droom" Zeg ik dan naar waarheid. Derek kijkt me met grote ogen aan. "Wat?" Vraag ik als ik hem zo zie kijken. "Ooh niks hoor. Het is gewoon... beetje raar" Zegt hij dan. Ik knik "Hoezo raar eigenlijk?" Vraag ik zacht. "Nou.... Laat maar ik vertel het je wel een andere keer." Zegt hij snel. Ik kijk hem raar aan maar knik dan toch.

"Maar is dat je vriendin?" Vraag ik als die vraag in op komt en na een tijdje stilte. Ik hoor derek hoorbaar slikken. "Jaa, dat is mijn vriendin maar..." Derek stop midden in zijn zin en ik merk dat hij er moeilijk mee heeft. Ik ga naast Derek zitten en leg een hand op zijn rug. "Je hoeft het niet te vertellen als je het niet wilt of als het niet gaat." Zeg ik lief. Derek kijkt op en ik zie dat hij enkele tranen in zijn ogen heeft die langzaam over zijn wangen glijden. Ik veeg ze lief kozend weg weg en kijk hem dan lief aan. "Dankje." Zegt Derek zacht. "Geen probleem hoor." Zeg ik lief en glimlach lief naar hem. We staren elkaar een hele lange tijd aan. Derek komt langzaam dichter met zijn gezicht. Als zijn lippen de mijne bijna raken sta ik op. "Uhh... Mag ik die aspirinen voor mijn hoofdpijn alsjeblieft?" Vraag ik zacht en ga op een andere bank zitten. Derek knikt en wijst naar het glas op tafel. "Sorry." Zegt derek zacht. "Is niks." Zeg ik zacht ik glimlach naar hem. Ik neem het glas en drink het in één keer op.

{Derek}

Hoe ga ik Allison ooit kunnen vertellen dat zij het meisje op die foto is, dat zij mijn vriendin eigenlijk is. Dat haar dromen geen dromen zijn maar dat ze werkelijkheid zijn, Dat ik die jongen ben dat ze ziet haar dromen, Dat dit niet de wereld is waar ze thuis hoort. Ze hoort in orcus.

Ik volg haar overal naar toe in de hoop dat er niks gebeurt met haar. Ik wil haar stralende glimlach weer zien, ik wil haar prachtige lach weer horen, ik wil haar zachte lippen weer voelen,...

Ik mis mijn Allison.

Cliffhanger! 😆
Sorry vond het een leuk stukje om te eindigen.
Laat zeker een leuke reactie achter, zou ik heel fijn vinden.

This Is My Story~ OrcusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu