hoofdstuk 10 ~ de zwarte man

228 12 0
                                    

ik heb nu pas door dat ik heel hard en zwaar adem. hallicuneer ik nu? is dit echt? of droom ik. die man staat daar in dezelfde kleren. hij staat in dezelfde pose alleen dit keer zit er maar 2 meter tussen mijn bed en de deurpost. hij komt naar me toe gelopen maar eerst doet hij de deur nog dicht en de gordijnen ook. ik ga nog sneller ademen. ik knijp mezelf heel even. hij doet zijn hoedje af. ik zie dat hij kaal is. later zet hij ook zijn zonnebril af. nu zie ik zijn gezicht pas. hij komt me nog bekender voor. maar ik weet nog steeds niet waarvan. hij houd zijn jas aan. hij begint te praten hij heeft een hele zware lage zware mannen stem. ik ruik een frisse geur alsof hij net gedoucht is. hij heeft een soort rochel in zijn stem waaraan je kan horen dat hij rookt. het enige wat hij zegt is ''wow wat ben jij een grote mooie meid geworden zeg.'' ik zou niet weten waar hij het over heefd hij kent mij niet. ik heb hem nog nooit ontmoet. hij wil nog een stap naar voren zetten maar ik pak mijn deo fles van mijn nacht kastje ik dreig ermee te spuiten in zijn ogen en zeg ''waag het niet om dichter bij te komen'' het helpt want hij doet een stap terug. ''ken je me dan niet meer'' vraagt hij. ''nee waarvan zou ik jou moeten kennen?'' hij antwoord ''ik ben je vader''

de woorden komen in als een bom aanslag. ik moet gelijk denken aan het gesprek van mijn moeder en mij. ik kijk hem aan. nu weet ik het weer. ik denk dat ik hem herken van toen ik nog bij hem woonde. ik ben even in shock en moet het allemaal even laten bezinken. na een tijdje vraag ik ''papa?'' hij knikt ja en begint te grijnzen. hij wil weer een stap naar voren doen. ik wil het eerst toelaten maar dan denk ik aan wat mijn moeder heeft gezecht dat hij me wil verkrachten en vermoorden. dus ik spuit een heel klein beetje deo door de kamer. hij doet een stap naar achter. een frisse tropische geur verspreid zich door de kamer. ik begin hem vragen te stellen. ''hoe wist je waar we waren?'' hij antwoord heel koel en voorzichtig ''ik heb jullie opgespoord. toen ik jullie eenmaal had gevonden wist ik niet wat ik moest doen. ik wilde je weer zien. maar ja moeder wilde dat niet.'' hij keek neer ik had opeens ontzettende medelijden met hem. ''ik had me vrijwillig op laten nemen in een afkick kliniek  ik deed er alles aan om weer in jullie leven te komen maar je moeder wilde het echt niet.'' ging hij verder. ik liet de deo bus zakken. hij ging op een stoel zitten. hij praatte verder. ''nadat je moeder was weg gevlucht had ik mijn huis gegeven aan een zwerver, ik pakte mijn spullen en ik ging á la minute naar de kliniek. na 5 jaar kliniek werd ik ontslagen. ik had nog genoeg geld op mijn bank staan. dus ik mocht een tijdje terug in mijn huis waar die zwerver ook woonde. daar spoorde ik jullie op. ik kocht een nieuw huis een stukje verderop van jullie huis. en ik hield jou in de gaten zodat ik je toch nog zag opgroeide.'' ik was even stil we hoorden opeens iets vallen. mijn moeder stond met grote ogen in de deur post en ze had het dienblad laten vallen waar onze lunch op stond. mijn vader en moeder keken elkaar aan.

YasminWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu