H3

1K 88 10
                                    

Ik weet niet waar ik de moed vandaan haal om naar beneden te gaan, maar op de een of andere manier loop ik nu echt de trap af. Weg van mijn veilige schuilplaats waar niks me kan raken en geen Link en Joost zijn. Alleen ik.

Ik zit in een stoel met de anderen film te kijken. Ze hebben pizza besteld. Mijn pizza ligt nog steeds onaangeraakt op tafel. Link ligt met zijn hoofd op Joost zijn borstkas en Joost speelt met Link zijn haar. Dat prachtige bruine haar. Ik heb geluk, ze zijn minder klef dan anders. Niet dat hun zo samen zien geen pijn doet. Alleen minder.

En alsof ze me horen denken, kijkt Link op drukt hij zijn lippen op die van Joost. In plaats van mijn hoofd weg te draaien en mezelf nog meer pijn te besparen. Nee, ik blijf hen aanstaren. Hoe langer ze elkaaar in de ogen kijken, hoe meer mijn hart breekt.

Als ik Link ooit kon vertellen hoeveel ik van hem houd. Hoeveel pijn het doet om hem met iemand anders te zien. Om hem van iemand anders te zien houden. Als hij het allemaal maar wist...

Soms vraag ik me af of ik wel geboren ben om gelukkig te zijn. Misschien ben ik wel geboren om mezelf van kant te maken en iedereen te laten zien dat niet iedereen gelukkig is en dat niet iedereen een happy ending heeft.

Nu is het Joost die naar voren buigt en Link kust. Hard en vol lust.

Soms vraag ik me af dat als ik per ongeluk te diep snij of ik dat dan erg vind. Zou ik het erg vinden om te sterven? Zou iemand het erg vinden?

Opeens staat Link op, geeft Joost een blik en loopt de kamer uit naar boven. Joost bijt op zijn lip en loopt dan ook de kamer uit naar boven.

Als je kunt doodgaan aan een gebroken hart, waarom ben ik dan nog niet dood?

Alleen maar Joli...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu