Chapter eleven ~ vampier

4.8K 174 11
                                    


Chapter eleven ~ vampier

"Binny help me." Heavens haar stem klinkt scherp. Haast onherkenbaar. Haar ogen staan pijnlijk en haar houding is anders. Naast haar staat een gespierde man met zwart haar en rode ogen. De grijns op zijn gezicht bekent niet veel goeds.
"Binny vind me alsjeblieft, ik hou het niet meer." Huilt ze. Haar tranen zijn zo pijnlijk en haar mooie jurk is niet meer zo mooi. Ze heeft blauwen plekken op haar armen en benen en ziet er mager uit. Heaven draait zich om naar de man. "Mick niet doen." Schreeuwt ze naar hem. Hij heft zijn hand en haalt uit op haar gezicht. Haar lichaam draait met de klap mee. Uit boosheid druk ze Mike tegen de muur. Ze wilt hem weer los laten maar op één of andere manier houdt hij haar vast.
"No do not do that!" Roept ze naar hem als Mike aan haar rits frummelt. Mike in in de fractie van een seconde samen met Heaven op het bed gaan liggen. Heaven begint hard te huilen. Inmiddels liggen ze allebei naakt en Heaven protesteert. Ik wil me ogen sluiten. Maar ik kan het niet. Iets houdt me tegen, alsof ik dit moet zien. "Please stop." Huilt ze maar niks helpt, hij blijft gewoon door gaan. "Binny als je me hoort , ik hou van je zeg dat tegen iedereen." Huilt ze.

"Nee!" Ik schrik wakker uit me droom en begin te huilen. Het is al een week geleden dat Heaven weg is en dat we geen spoor van der hebben. Ik droom telkens dezelfde droom. Het is net of dat het echt gebeurt.
Ik kruip in mekaar en legt me hoofd in me handen. "Binny!" Sam komt de kamer binnen rennen. Hij komt voor me zitten en slaat zijn armen om me heen. Hij trekt me tegen zijn borst en laat me zo uit huilen. "Binny tell me pleas what's Your dream?" Smeekt Sam. "Heaven... Ze word mishandelt en verkracht. In me droom smeekt ze naar mij. Ze zag er zo verwaarloost uit. We moeten haar vinden. Ik weet hoe het huis en de omgeving er uit ziet. Ik kan niet zonder haar. En jij ook niet Sam." Snik ik. "Hoe zag het eruit?" Vraagt Sam. Ik heb iedere dag met Sam twee uur Nederlands geleerd en hij kan het echt al goed. Hij heeft dan wel een Engels accent. Sam en ik zijn closer geworden en we hebben elkaar leren kennen. We lijken echt precies op elkaar.
"Het was diep in het bos op een open plek er midden in. Er staan allemaal viooltjes en in het midden van de opening staat een klein huisje. Van hout en heeft vijf ramen. Meer weer ik niet." Zeg ik terwijl mijn tranen op beginnen te raken. "We gaan vanmiddag zoeken." Zegt dan opeens. "Weet je waar het is?" Vraag ik blij. "Misschien." Zegt hij. "If you have a good heart too ,help you too much, trust you too much, give you too much, love you too much
and are you the one who always get done the most pain." Zegt hij daarna. Ik sla mij armen om me Sams nek en duw ons zodat Sam op zijn rug ligt en ik boven hem. "Ik beloof dat ze terug komt." Fluister hij in me oor.

Om alles even alles te vergeten. Ben ik op onderzoek gegaan. Ik had al me er in verdiept. Maar vandaag ga ik achter het geheim komen. Ik heb alle verschijnselen op geschreven. Nu is het een kwestie van lezen, lezen en nog meer lezen. Totdat het wordt naar voren komt wat alles onthult. Maar één ding weet ik zeker, ze zijn geen mensen.
"Bleek, kleur verwisseling in de ogen, dwingend en beschermend, gedachten lezen, onzichtbaar snelheid, onmenselijke kracht en leven van de bewoonde wereld." Lees ik voor mezelf voor. Dat zijn mijn punten. Ik heb nog nergens het word gevonden wat dit allemaal betekend. Dit is het laatste boek van alle boeken over dit onderwerp. Sam kan Nederlands alleen als ik het vraag praat hij er weer omheen.

Eens in de Middeleeuwen waren de mensen in Vrede met ons. We mochten naar iedere winkel. Niemand was bang voor ons. Ze beschouwde ons als normale mensen. Maar op een dag veranderen dat. Er werd na jaren een moordt gepleegd in het mooie stadje Stonetown. Iedereen beweerde dat één van ons het waren.
We werden weg gejaagd. We bouwden onze eigen werd. En noemde elkaar gewoon als onze soort. Vampieren.

Ik laat het boek vallen en laat een gil. Ik stap van het boek vandaan. Ik ben dus gewoon opgescheept met bloed smachtende vampiers.
Ik loop de bibliotheek uit. Ik loop naar de woonkamer waar Sam zit. "Vertel het maar." Zeg ik boos. "Nu ga je het ook krijgen. Als jij niks verteld. Zoek ik het zelf wel uit. Ik vraag het maar één keer. Wat ben jij?" Sis ik naar hem. In één flits is Sam weg, ik voel zijn adem in me nek. Hij drukt zijn lichaam tegen me aan. Hij staat achter me wat een raar gevoel geeft. "Bleek, kleur verwisseling in de ogen, onsterfelijk ga zo maar door." Zeg ik en adem diep in en uit. "Zeg het." Zegt hij kil. "Vampier." Zeg ik. "Hoe weet je het?" Vraagt hij en staat nu voor me. "Ik ben er zelf achter gekomen , alsjeblieft vertel me alles." smeek ik. "Goed kom maar mee." Hij pakt me hand.

We komen in de tuin waar niemand is. Ik laat me vallen in het gras en sleur Sam mee. Hij giert het uit van het lachen en ik ook. "Je bent echt gek." Lach hij. "I know." Lach ik. Als we klaar zijn met lachen gaat Sam staan en ik ga in kleermakers zit zitten. "Ben je er klaar voor?" Vraagt hij voor de zekerheid. "Ja zeker weten." Zeg ik en knik.
"Inderdaad je hebt gelijk wij zijn vampiers. Wij zijn de goeie niet de roekeloze. Wij hebben geleerd om ons in te houden als er een mensenbloed in ons midden is. Wij doden alleen als het nodig is. Wij leven goed. Maar er is een groep die gevaarlijk is. Die vermoorden wat ze tegen komen , hebben geen lief zijn roekeloos hebben geen familie , zijn verstoten of verbannen. Die groep wil je niet tegen komen. En Mike is de lijder van die groep." Legt Sam uit. Ik laat het even te me doordringen maar begrijp het wel. "Maar Heaven is dan bij..." Mijn adem stokt. "Mike". De paniek slaat toe. Ik sta op en kijk angstig om me heen. "Waarom hebben ze haar?" Vraag ik. "Ze willen een ruil." Zegt hij kil. "Welke?" Vraag ik hijgend. "Jou voor haar." Ik wordt bang van de blik in Sams ogen. "Dan doen we dat." Zeg ik bang. "Nooit. Jij gaat niet weg en Heaven ook niet , we halen haar terug hoe dan ook." Zegt hij en zijn ogen kleuren zwart. Ik deins achteruit. Zijn ogen veranderen gelijk weer naar blauw. "Sorry ik wou je niet bang maken." Verontschuldig hij. "Ik ben niet bang voor je." Zeg ik. "Alleen ik heb dit nog nooit Bij je gezien." Maak ik af. "Overtuig me?" Vraag i. "Nee uhm...kunnen jullie mensen veranderen?" De wanhoop in me stem is goed te horen. "Ja waarom?" Zijn ogen zijn verward. "verander mij dan kan ik net zo strek en snel worden als jullie en kunnen we Heaven terug halen. Verander me" dwing ik. "Nee dat doe ik niet , ik wil niet dat je net zoals ons word" zeg ik gelijk. "Waarom ben ik hier eigenlijk?" Ik kijk hem diep in de ogen. "toen ik je zag voelde ik een band , ik had het gevoel als of ik je met beschermen en lief hebben. Ik wil je" zegt hij. "oh maar jullie zijn toch onsterfelijk?" Vraag ik. Nu ga ik het hem moeilijk maken. "Ja." zegt hij. "Als je mij lief wil hebben dan kan je dat over zeventig jaar niet meer doen. Jij blijft jong ik word oud en ga dood." Sis ik naar hem. "Binny begrijp me dan , ik kan je niet bijten." Fluistert hij en legt een hand op me wang. "Waarom niet?" Vraag ik en kijk hem aan. "Omdat ik het niet kan , ik wil geen bloed meer proeven." Mompelt hij. "Hoe oud ben je?" Vraag ik. "19...457 bedoel ik." Zegt hij. "Bejaarde." Plaag ik hem. "Dat neem je terug." Ik draai me om en ren naar achter maar Sam staat al weer voor me. "Oneerlijk." Ik vlieg op hem en druk hij tegen de grond. "Hoe strek kan je wel niet zijn." Grijnst hij. "Ik ben nou eenmaal sterk, komt door turen." zeg ik. "Turnen? Ik wil je best wel in zoon pakje zien. Wist je dat we een trainingszaal hebben met allemaal toestellen." Zegt hij. "cool maar laten we eerst gaan zoeken."

Je bent van mij✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu