Dutch Twilight Story: Hoofdstuk 7

282 20 1
                                    

Na ons tripje naar het museum, ging alles heel snel. Het duurde niet lang voordat ik verliefd werd. Ik probeerde afstand te houden, maar het ging gewoon niet. Ik was te bang dat er iets met hem zou gebeuren, terwijl ik er niet was om hem te beschermen. We hadden nog niet gezoend. Ik durfde, ondanks mijn gave, niet te dicht bij hem in de buurt te komen. Ik had hem bekeken, terwijl hij lag te slapen. Hij lag er zo vredig bij. Ik kon hele nachten lang naar hem blijven kijken en me snel uit de voeten maken als hij wakker werd. Ik voelde me een enge stalker, maart hij had zo'n ontzettende aantrekkingskracht, dat ik het niet kon laten. Ik had Edward gebeld voor advies, maar hij zij dat ik het moest laten gebeuren. Wat? Jack vertellen dat ik een vampier was en dat, als we een relatie aan zouden gaan, we waarschijnlijk door een andere jaloerse vampier zouden worden vermoord?!

De allerlaatste week. Renesmee, Jacob en ik, zouden terug gaan naar huis en zij zouden na de zomervakantie weer terug keren naar Londen om hun studie te vervolgen. Ik zou thuis blijven. Ik zou Jack nooit meer zien. Ik moest iets doen. Als een gek rende ik naar buiten. Het was al erg laat. Mensen hadden me toch niet door. Binnen een paar minuten stond ik voor zijn huis. Ik belde aan. Ik hoorde van boven voetstappen. Ze kwamen naar beneden. De deur ging open. Daar stond hij dan. Zijn haar zat erg warrig en hij had ze pyjama aan. Ik had hem waarschijnlijk wakker gemaakt. 'He.' zei hij verlegen. 'Hoi.' zei ik met een verrassend zwakke stem. 'Mag ik binnenkomen?' 'Tuurlijk.' antwoordde hij. Ik liep achter hem aan naar boven. Ik wist dat hij een appartement deelde met een vriend, maar die rook ik niet. We gingen op de bank zitten. 'Emma, waarom ben je hier?' 'Ik wilde alvast afscheid nemen.' zei ik. 'Afscheid? Je gaat toch pas volgende week weg?' zegt hij met verraste blik in zijn ogen. 'Ik kan niet langer blijven. Ik kan het niet langer opbrengen om bij jou in de buurt te blijven.' Ik zie een gekwetste blik in zijn ogen. 'Je hebt iets Jack, ik word er..... razend van. Ik kan niet uit je buurt blijven, maar tegelijkertijd moet ik me inhouden om je niet pijn te doen.' 'Waar heb je het over? Jij zou mij nooit pijn doen. Ik dacht dat je me leuk vond. Ik vind jou leuk, dat heb denk ik wel laten merken. Waarom is het zo moeilijk voor jou om dit toe te geven?' zegt hij ongelukkig. ' Ik kan het gewoon niet Jack.' 'Vertel me dan wat er is.' zegt bezorgd. Ik denk na. Kan ik het hem vertellen? Ik zou hem moeten doden als hij het wil doorvertellen. Maar ik kan niet meer tegen al die geheimen. 'Oké' zeg ik, 'pak je schoenen. We gaan.'

Hij gaat met me mee, alsof hij me blindelings vertrouwd. Dat zou hij niet moeten doen. Ik zou hem zo elk moment kunnen doden. Het monster in mij wil niks liever, maar het laatste restje menselijkheid zegt dat ik hem moet vertrouwen, net zoals hij mij doet. Na de metro gepakt te hebben, staan we aan de rand van de stad. 'Klim op mijn rug.' zeg ik. Hij doet het zonder tegenspreken. En dan ga ik rennen. Ik ren niet naar mijn gebruikelijke bos, maar veel verder en na een tijdje zet ik hem neer. Hij kijkt me aan. Hij zegt niks. 'En? Ben je. nog steeds benieuwd naar wat ik ben?' vraag ik hem. Nog steeds geen antwoord. 'Eerlijk gezegd, denk ik dat je het al weet.'

Dutch Twilight Story: Emma CullenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu