Hoofdstuk 16

328 19 4
                                    

En dan zaten we weer in het vliegtuig. Maar niet naar Engeland. Naar Italië. Jack had me zo ver gekregen om hem mee te nemen naar de Volturi. Ik had in eerste instantie meteen nee gezegd. Maar toen kwam Carlisle aan dat hij het ook een goed idee vond. Door Felix zou ons leven samen nog eens aardig in de problemen kunnen komen. Ik zou Aro moeten uitleggen wat ik ging doen. Hoe ik het zou aanpakken. Want Jack was nog steeds gewoon mens. En dat was tegen de regels. Maar het zou niet lang duren. Na de bruiloft, op onze huwelijksreis, zou het gebeuren. Dan zou ik hem transformeren. Ik wilde het eerst niet zelf doen. Maar Carlisle zei dat dat het beste zou zijn. Ik was aan hem gewend. Ik wist wat ik deed. Ik kom mijn gave gebruiken. Wat Jack het meest ongerust maakte, was niet de pijn van de transformatie, maar het feit dat we op wereldreis zouden gaan. Samen, maar ook tussen de mensen. Ik probeerde hem gerust te stellen, door te zeggen dat we zo min mogelijk contact met mensen zouden hebben. En ik zou mijn gave op hem gebruiken.

Dat was ook iets waar ik recent achter was gekomen. Ik kon, net zoals Bella, mijn gave uitbreiden tot andere personen. We hadden in Forks al aardig goed geoefend. Er was nu een week voorbijgegaan sinds het aanzoek. Het aanzoek. De prachtige ring glinsterde in het licht dat door het vliegtuigraampje scheen. Mijn linkerhand (de ring zat aan mijn linkerringvinger) lag op Jacks hand. Hij lag te slapen. Natuurlijk. Hij had net zoals Jacob en Seth de bijzondere gave om overal ter wereld in slaap te kunnen vallen. En dar was iets waarover ik me nog steeds verwonderde.

Achter me zaten Bella en Edward. Zij stonden erop om mee te gaan. Bella omdat ze een nuttige pion was met haar schild en Edward omdat hij bezorgd was. Ik was de oudste, maar hij voelde zich toch nog altijd verantwoordelijk voor mij. Renesmee wilde ook mee, maar hierop kreeg ze meteen overal nee's te horen. En waar Renesmee was, was Jake, dus die zat ook gewoon thuis in Forks. Voor me zaten Emmet en Carlisle. Emmet wilde mee voor het geval Felix een beetje gevaarlijk ging doen. Ze hadden altijd al een enorme hekel aan elkaar gehad. Twee krachtpatsers, dat ging gewoon niet. En Carlisle ging gewoon mee omdat hij Carlisle was. Hij was de spreker, de vredesbewaarder.

'Dames en heren' klonk door de intercom, 'wij zullen bijna landen in Florence. Wij willen u erop attenderen dat u uw veiligheidsgordel om moet doen. Wij wensen u een fijne tijd toe in Italië en danken u voor het vliegen met Air Dolomiti.' Ik tikte Jack aan en fluisterde in zijn oor: 'we zijn er.' Geen reactie. Ik tikte nog een keer. Nog geen reactie. Emmet draaide zich om en begon te grijnzen. 'Let op,' fluisterde ik tegen hem. Ik pakte Jack bij zijn schouders en begon hem op en neer te schudden. 'Wwww wat?' zei Jack terwijl hij wakker schrok. Hij keek naar Emmet en mij en begon te lachen. 'Stiekeme gluiperds.'

Het was al avond toen we in Volterra aankwamen. We hadden een busje op het vliegveld gehuurd en waren meteen naar ons hotel vertrokken. Ver weg van de Volturi. Ik vertikte het om Jack in die stad te laten slapen. En nu zaten we in de auto. Gedoucht en al. Ik zag Volterra al liggen. Ik moest toegeven, het was een prachtige stad. Maar toch was ik me bewust van het gevaren dat zich in de riolen schuilden. Het was stil op de straten. Wetende dat Italianen pas laat aten, werd ik kalm. De mensen die hier woonden waren veilig. Het was immers strengste verboden om in Volterra te jagen.

Edward parkeerde het busje op het plein. We stapten uit en ik pakte Jacks hand meteen vast. 'Wees nou eens rustig Emma, er gaat echt niks gebeuren,' zei hij kalm. Nu had ik Jasper graag bij me gehad. Hij zou me ten minste kalm kunnen houden. 'Ik ben bang dat we de informele ingang zullen moeten nemen,' zei Carlisle. 'Informele ingang?' vroeg Jack. 'Laten we maar zeggen dat de Volturi niet wil dat inwoners van Volterra zomaar komen rondsnuffelen,' zei ik snel.

We liepen snel over het plein, langs de formele ingang. Bah, ik werd er ziek van, wetende dat door die deur mensen naar binnen gingen die dachten dat ze een oud Italiaans gebouw zouden gaan bekijken. Maar vervolgens zouden ze nooit meer terugkomen. 'We zijn er,' zei Emmet. We stonden bij de riooldeksel. Emmet tilde hem op en zei: 'ik ga eerst.' Hij sprong en lande al snel op de grond. Daarna sprongen Bella, Edward, Jack, Carlisle. Ik pakte de riooldeksel en sprong ook. In mijn sprong legde ik de deksel weer netjes op zijn plek.

Dutch Twilight Story: Emma CullenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu