Hoofdstuk 04

29 6 2
                                    

Langzaam, heel langzaam ontwaak ik uit mijn slaap. Ditmaal hoor ik het vreselijke gepiep minder hard. Ik vind het zacht genoeg om nog even met mijn ogen dicht te blijven liggen. Maar ja, na elk leuk ding in het leven, komt wat stoms. Dit keer is het mijn ogen open doen. Heel langzaam lukt het me. Ik kijk slaperig om me heen en mijn oog valt op de wekker. Raar genoeg is hij niet aan het afgaan. Ik zie hoe laat het is, pas half 6!

Door welk irritant geluid ben ik zo vroeg gewekt! Boos door mijn niet verwachte opstaan, spring ik mijn bed uit. Ik heb al zo'n vermoeden waar het geluid vandaan komt. Ik storm de kamer van Thom in. 'Thom, zet nu onmiddellijk die wekker uit! Het is pas half zes!' Ik zie dat mijn broer schrikt van mijn uitbarsting maar dat gaat al snel over in een grijns. 'Ach zussie, stel je niet zo aan. Kom je ook eens op tijd.' Woest kijk ik mijn broer aan maar ik weet niets om terug te zeggen dus stamp ik zijn kamer maar uit.

Terug gekomen in mijn kamer hoor ik dat Thom zijn wekker nog niet heeft uitgezet. Echt hoor, als ik wat ga doen aan mijn spieren en conditie pak ik hem! Mijn conditie, Cameron. Waarom moeten mijn hersens nou weer naar hem afdwalen. Soms kan ik mezelf wel voor mijn kop slaan met mijn idiote gedachtes. Ik schud wild met mijn hoofd.

Ik wil het liefst nog weer verder slapen, maar ik weet dat dat niet meer gaat lukken. Zuchtend loop ik vast naar mijn kleding kast om lekker uitgebreid mijn kleren uit te gaan zoeken.

Ik staar al een paar minuten naar mijn rommelige kast in de hoop dat er een leuke outfit voor mijn ogen verschijnt. Maar nee, ik moet weer gaan graaien. Ik kijk naar de hoop met broeken en ik kies een donkere spijkerbroek. Opeens verschijnt hét bloesje die daar fantastisch bij past voor mijn ogen. Ik pluk het uit mijn kast en ik pak nog wat ondergoed. Snel wurm ik me in mijn strakke broek en doe mijn bloesje aan. Ik pak nog even wat sokken en ik loop naar de badkamer.

Ik probeer mijn haar in model te krijgen wat niet goed lukt. Het schiet alle kanten op en het pluist enorm. Oké, soms hou ik van mijn haar, maar er zijn dagen dat ik me het liefst kaal wil scheren. Na nog wat minuten zit het redelijk en begin ik aan mijn make-up. Oké, ik plens wat water in mijn gezicht en smeer wat mascara op mijn wimpers.

Dan loop ik terug naar mijn kamer en ik pak mijn telefoon. Ik lees alle spam in mijn klassen app en ga dan door naar Instagram. Snel kijk ik hoe laat het is, 7 uur. Ik heb de tijd nog best goed vol gekregen als je het mij vraagt.

Ik loop de trap af en ik plof aan de ontbijttafel. Er ligt een briefje op mijn bord: Hey schat! Wij zijn al weg voor de wedstrijd van je broer. Als je terug komt van school zijn we terug hoor! Eet smakelijk en doe je best op school! Kuskus mama en papa.

Raar, ik heb ze helemaal niet horen weggaan. Maar goed, ik pak een broodje en ik doe er een dikke laag hagelslag op. Ik eet hem genietend op en dan drink ik mijn melk nog even op. Ik sta op en ik loop weer naar boven.

Ik pak mijn tas, die ik deze keer niet vergeet!, en ik pak mijn O zo geliefde, maar afgetrapte Allstars  uit mijn kast. Ik strik mijn veters en ik loop weer naar beneden. Snel doe ik mijn jas aan en ik loop naar mijn fiets.

Echt hoor, ben ik de enige die soms twijfelt of god hier is om de mensen te beschermen? Soms denk ik echt dat hij gewoon vanaf boven willekeurige mensen aan het pesten is. In dit geval ben ik dat.

Mijn band is lek! Nu komt er zo'n hele scène waar ik scheldwoorden aan het schreeuwen ben, maar die skippen we even. Ik scheld namelijk niet. Als ik met de fiets ga, kom ik zeker te laat, terwijl ik nog wel zo vroeg gewekt ben! Ik kijk op mijn telefoon hoe laat het is, tien over 8. Nee dat ga ik dus echt nooit halen. Ik wil nu echt schelden, maar ik scheld niet.

Ik schrik van een toeter achter me. Er staat een zwarte BMW. Het raampje gaat open en ik zie de ijzige ogen van Cameron. 'Hai babe, ritje nodig?' Ik kijk hem boos aan. Wie denkt hij wel niet wie hij is! 'Nee bedankt, ik loop wel.' Met die woorden been ik weg.

Cameron start de auto en gaat naast me rijden. Zijn raampje staat nu helemaal open. Ik kijk opzij en zie een grijns om zijn mond. Ik wend mijn blik weer af en versnel mijn pas. 'Kom op babe, je komt zo nooit op tijd.' 'Sinds wanneer boeit jou het of ik op tijd kom of niet.' Sis ik. Hij grijnst breed, wanneer doet hij dat nou niet. 'Dat heeft me altijd al geboeid babe, als je te laat komt kan ik niet je prachtige gezichtje bekijken.' Ik rol met mijn ogen terwijl ik weg wil lopen. 'O kom op babe, stap nou in.' Hij zegt het op een dwingende manier.

Ik twijfel nog even maar stap dan toch maar in. Het eerste uur heb ik muziek en dat wil ik niet missen. Cameron grijnst als ik instap. 'Als je ook maar iets probeert vermoord ik je, stukje voor stukje.' Cameron moet lachen en negeer het. Met een ruk rijden we weg. Ik hou mijn stoel stevig vast in de hoop dat ik niet volledig het raam uitvlieg.

Tien minuten later komen we aan bij school. Ik moet zeggen dat ik zonder Cameron niet op tijd was geweest. 'Eh bedankt voor de rit.' Ik kijk naar de grond terwijl ik hem gewoon voel grijnzen. 'Geen probleem babe.' Ik rol met mijn ogen terwijl ik wegloop. Ik heb nog vijf minuten dus ik trek een sprintje naar mijn kluisje. Muziek is op de begane grond dus het is niet heel ver lopen.

Ik loop nog net op tijd het lokaal binnen. Als ik binnen ben zie ik dat het lokaal verbouwd is. De instrumenten staan in het midden van een kring. Ik plof naast Sophia op een stoel. 'Hoi! Hoe gaat het?' 'Goed hoor, ben net alleen naar school gebracht door de grootste sukkel die op deze aarde rondloopt.' Sophia lacht. 'Door wie dan?' Ik kijk naar de grond. 'Eh maakt dat iets uit?' Als ik de naam nu vertel moet ik ook het hele verhaal er omheen vertellen, en daar heb ik geen zin in. Sophia knikt wat en ik schaam me een beetje.

'Amelia, wil jij even naar voren komen en dit liedje gaan zingen?' Ik schrik op uit mijn gedachtes als de docent wat aan me vraagt. Blozend kijk ik een beetje om me heen en dan knik ik zacht. 'Is er iemand die haar wil begeleiden met de gitaar?' Mijn docent kijkt de klas rond. Een iemand steekt zijn hand op.

Cameron.

O kom op. Kan alsjeblieft niet iemand anders dit doen?! Ik zucht in mijn hoofd terwijl ik naar het midden van de kring loop. Ik ben nooit iemand geweest die echt van aandacht houd, dus ik ben best zenuwachtig. Ik zie Sophia een duim naar me opsteken. Ik glimlach en dan hoor ik de eerste noten van de gitaar.

Ik begin zachtjes mee te zingen. Hoe verder ik in het lied kom hoe meer ik me over geef aan de muziek. Ik sluit mijn ogen en ik zing hard mee. Ik geef me over aan de fijne muziek en ik luister ondertussen een beetje hoe Cameron het op de gitaar doet. Ik moet toegeven dat hij behoorlijk goed is.

Het nummer is afgelopen en ik open voorzichtig mijn ogen. Mijn klas kijkt me met open mond aan en ik begin hevig te blozen. 'Wouw.. Eh.. Mooi gedaan! Jullie mogen vast gaan!' Ik knik naar mijn docent en snel ren ik het lokaal uit.

Bij ons is de regel dat als je een optreden doet tijdens een les, mag je daarna gaan. Ik loop de aula in en ik plof neer op een stoel. Al snel ploft er iemand naast me. Ik kijk op en ik zie twee ijzig blauwe ogen.

'Mooi gezongen.' Ik hoor geen emotie in zijn stem. 'Eh Dankje.. Jij ook goed gespeeld.' Ik glimlach even en richt mijn aandacht snel op mijn schoenen, die nu wel heel interessant zijn. 'Ik meen het, je zingt prachtig!' Ik kijk weer op. Zijn grijns is weggevaagd en er is een lieve glimlach voor terug gekomen. Hij mag wel vaker zo lief kijken vind ik.

'Bedankt.' Ik wordt hier echt wel een tikje verlegen van. Mijn wangen kleuren rood en snel bekijk ik mijn schoenen weer. Ik voel een hand tegen mijn kin en ik kijk omhoog. Ik schrik van de blauwe ogen die opeens heel dicht bij zijn. Ik slik en dan voel ik een paar lippen op de mijne.

Amelia's AnorexiaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu