Thuis gekomen plof ik gelijk aan de tafel om mijn lasagne op te eten. Of eigenlijk was het eerder op te vreten. Ik geniet van elke hap in de weet dat dit mijn laatste lekkere maaltijd wordt. Vanaf morgen leef ik op sla en water. Vastbesloten begin ik aan mijn toetje. Gretig kijk ik naar mijn stuk taart. Elke keer als ik iets lekkers eet, beloof ik mezelf dat ik rustig aan doe. Maar zoals elke keer faal ik en heb ik het op binnen een paar seconden.
Mijn ouders noemen me soms, nee oké, altijd, het vreetvarken. Vroeger kon ik er wel om lachen, maar de laatste tijd ben ik niet heel blij met deze bijnaam.
Na mijn heerlijke avondmaal ren ik naar boven. Ik moet nog huiswerk maken, maar ik heb geen zin. Ik pak mijn telefoon en check mijn whatsapp. Ik heb een berichtje van Madelief! Snel druk ik op haar naam en lees.
Heyy Amelia! Ik wil je bedanken voor alle hulp van vandaag! Je bent de beste!!!❤️ de begrafenis is volgende week dinsdag, en ik wilde vragen of je ook zou willen komen. Zo ja, wil je dat dan even door geven? Ik ben al wat minder verdrietig. Ja, het huis is zo stil zonder de vrolijke stem van mij moeder, maar mijn vader helpt mij en mijn zusje verbazingwekkend goed! Hij is heel lief en zorgzaam en heeft alle drank in het huis weggegooid. Ik ben hier zo blij mee! Vanavond hebben we met zijn drietjes een film gekeken. Het was anders zonder mama, maar toch heel fijn!
Kuzzzzzziees Madeliefje😘Glimlachend kijk ik naar mijn telefoon scherm. Ik ben blij voor Madelief dat haar vader het zo goed doet. Ik zou niet weten hoe slecht het met Madelief zou gaan als haar vader weer met de drank zou beginnen. Snel typ ik een berichtje terug.
Natuurlijk kom ik naar de begrafenis! Moet ik ook wat zeggen? Of moet ik jou helpen met wat zeggen? En wat ongelofelijk fijn dat je vader jullie zo goed helpt! Ik weet zeker dat jullie hier met zijn drieën door heen komen! Alsnog kan ik je altijd helpen😘
Kuzzzzziieees AmeliaSnel lees ik de nieuwe spam in mijn groepsapp door en dan sluit ik mijn telefoon af.
Zuchtend staar ik al een tijdje naar de berg huiswerk die er voor me ligt. Ik weet dat ik zou moeten beginnen, maar mijn hersens willen het gewoon niet. Ik ga weer verder met staren uit mijn raam.
Een tijdje later wordt ik ruw onderbroken tijdens mijn 'huiswerk maken' door mijn moeders stem. 'Amelia! Jij komt nu direct naar beneden!' Ik slik. Zo te horen komt er niet heel goed nieuws. Langzaam loop ik naar beneden.
'Amelia, heb jij het laatste stuk taart opgegeten?' De strenge toon is goed hoorbaar in de stem van mijn moeder. Ik knik zachtjes. 'Jij klein vreetvarken! Vraag het voortaan. Nu moet ik weer naar de winkel om een nieuwe te kopen! Morgen hebben we bezoek, weet je nog?!'
Oja... Dat was ik vergeten. 'Zou ik dat dan maar even doen mam?' 'Graag! Dat zou ik waarderen!' Mijn moeder drukt een kus op mijn voorhoofd en loopt met kleine pasjes weg. 'Er ligt geld op het kastje!' Gilt mijn moeder nog. 'Oké!' Gil ik nog terug.
Ik pak een briefje van 10 en vertrek lopend naar de dichtstbijzijnde bakker. Het is al behoorlijk koud. Ik kruip nog wat dieper in mijn warme winterjas.
Een lekkere geur treed mijn neus in als ik de bakker in loop. Het is er heerlijk warm. Ik kijk verlekkerd om me heen. Echt hoor, ik HOU gewoon van de bakker. Maar door mijn besluit denk ik niet dat ik hier binnenkort nog te vinden ben.
'Kan ik u helpen?' De stem laat me wakker schrikken uit mijn gedachtes. 'Eh.. Ja doet u.... Maar een eh... Kersenvlaai. Ik knik tevreden, goede keuze, denk ik bij mezelf. Ik neem hem aan en betaal. Ik pak het wisselgeld aan en ik loop weer naar huis.
Na een tijdje gelopen te hebben ben ik nog niet thuis. Ik weet zeker dat het niet zo lang lopen was! Snel kijk ik om me heen. Ik zie een paar steegjes en wat lantaarnpalen. Heel veel anders zie ik niet. Ik ken het niet. Ik ben met mijn dromerige kop gewoon verdwaalt! Kan ik dan niet een keer normaal zijn!
Wanhopig sta ik in een onbekende wijk, terwijl het donker is en met een taart in mijn hand. En als je denkt dat het niet slechter kan, begint het ook nog eens keihard te regenen.
De eerste en beste persoon die nu langs mij komt, ga ik vermorzelen, ook al kan diegene er niets aan doen. Oké, ik sta in een kwaadaardige wijk en meteen wordt ik ook kwaadaardig.
Nog even kijk ik goed om me heen. Hopend dat ik iets herken. Maar nee, ik sta echt aan de hele andere kant van deze stomme stad.
Ik hoor een luid getoeter achter mijn rug. Geïrriteerd kijk ik om. Wie waagt het om mij uit mijn boze gedachtes te halen?! Mijn moordlustige gedachte komt terug. Helaas verdwijnt die meteen als ik zie wat er achter me staat.
Een zwarte BWM
Neeneeneeneeneeneeneeneeneeneenee het mag iedereen zijn behalve..-
ja hoor tuurlijk. Het raampje gaat naar beneden en ik zie zijn stomme grijns.
'Cameron'
'Hai Babe.' Geïrriteerd kijk ik hem aan. 'Kap is met me Babe noemen wil je.' 'Nee Dankje, ik noem je hoe ik wil, babe.' Boos kijk ik hem aan. Waarom, waarom vind deze jongen het zo ongelofelijk leuk om mij te irriteren!
'Waarom sta je hier met een taart in je hand babe?' 'Omdat ik het leuk vind, DUH!' Geïrriteerd kijk ik hem aan. Denkt die jongen echt dat ik mijn problemen aan zijn lip ga hangen?!
Ik hoor Cameron grinniken. 'Nou als je het zo leuk vind, kan ik gewoon doorrijden zonder je een lift aan te bieden?'
Ik weet zó zeker dat hij het er gewoon om doet. 'Ja.'
Oké, dat kwam er echt heel onzeker uit. Ja natuurlijk wil ik een lift naar huis, maar echt niet door CAMERON! Zo gek ben ik nou ook weer niet.
'Weet je het heel zeker? Ik weet namelijk heel zeker dat het zo gaat onweren.' Als ondersteuning van zijn antwoord schiet er een bliksemflits dit de lucht. Hoe in hemelsnaam weet hij dat ik bang ben voor onweer.
'Jow, kom je nog instappen of hoe zit het.' Met heel veel tegenzin stem ik toe en stap langzaam in. Net als ik de deur heb dichtgeslagen scheurt Cameron al weg.
'Weet je waar ik woon?' Ik weet zelf wel dat het een domme vraag is. Natuurlijk weet hij dat, hij is een keer bij me thuis geweest. JA OKÉ, HIJ WAS IN MIJN HUIS GEWEEST! Het was groep 8 en we moesten samen leren voor de eindmusical. O wat had ik gebaald!
'Ja' was zijn droge antwoord. Mijn blik gaat naar het raam. De stad gaat in een roes voorbij. Ik moet wel heel ver zijn afgedwaald, we zitten al zo'n vijftien minuten in de auto.
Ik merk dat Cameron steeds naar me kijkt. 'Oké, kap met naar me kijken!' Hij grinnikt maar richt zijn aandacht dan weer op de weg.
En felle bliksemflits schiet door de hemel. Ik slaak een klein gilletje. Lachend kijkt Cameron me aan. OMG, wat wil ik graag dat ik opeens magische krachten krijg zodat ik hem kan vermorzelen.
Ruw wordt ik onderbroken terwijl ik over mijn kwaadaardige gedachtes aan het nadenken ben. Cameron remt hard. Als ik niet in de gordel zat weet ik zeker dat ik hard tegen de vooruit was gebotst.
'We zijn er babe.' Geïrriteerd omdat hij me Babe noemde stap ik uit. Ik weet dat het eigenlijk wel zo aardig is om hem te bedanken, hij heeft me wel thuisgebracht, maar ik kan het niet. Ik kan dit joch hier gewoon niet bedanken. Mijn stem kan dat gewoon niet aan.
'Geen bedankje babe?' Hij kijkt me grijnzend aan. Oké, kan iemand mij nu vertellen waarom deze jongen mijn gedachtes kan lezen?! Met heel, maar dan ook heel veel moeite bedank ik hem zachtjes en dan vlucht ik mijn warme veilige huis binnen.
JE LEEST
Amelia's Anorexia
Teen FictionKen je dat gevoel? Dat alles in je leven goed gaat tot een ding alles verpest? Amelia kent dat gevoel helaas maar al te goed... Alles ging goed in het leven van Amelia, tot er een nieuw meisje in de klas komt. Amelia en het nieuwe meisje, Sophia, wo...