volunteer

236 8 0
                                    

Ik voel hoe een giftige woede door mijn aderen vloeit. Doe het zich door mijn lichaam verspreidt en al mijn lichaamsdelen bevriest. Ik wordt ijskoud en ben woedend tegelijk. Ik vergeet compleet waar ik ben, waarom en de camera’s. zonder te aarzelen stap ik van de mat en loop naar Laurens toe die tussen de menigte verschijnt.

Hij kijkt me niet aan, ondanks dat hij precies naar mij komt toegelopen. Ik weet zeker dat hij Katniss probeert aan te kijken en mij daarmee als onbelangrijk stelt. Waarom? In zijn ogen zie ik een gevaarlijk bekende blik. De blik van vastberadenheid. De blik die me vertelt dat hij niet van plan is terug te krabbelen. De woede slaat direct om in angst. Angst dat hij zich niet laat tegenhouden, zelfs niet door mij.

Vlak voor het moment dat we tegen elkaar om gaan lopen, staat hij stil en kijkt me recht in mijn ogen. Mijn hoofd raakt in paniek. ‘Nee! Nee, nee, nee.’ Zeg ik steeds harder. ‘Nee, alsjeblieft Laurens. Doe het alsjeblieft niet. je mag dit echt, echt niet doen.’ Mijn stem slaat een paar keer over door het onderdrukken van de opkomende tranen. Ik bijt op mijn onderlip in de hoop dat niemand het ziet. ‘Vetchling.’ Zegt hij zacht en kalm. ‘Laat me langs.’ Zijn rustige toon maakt me alleen maar onzekerder. Hij praat nooit zo rustig. Ik weet dat ik hem niet kan tegenhouden en toch mag hij niet gaan. Het feit dat hij me Vetchling noemt vind ik nog frustrerender. Hij noemt me alleen zo als hij bloed serieus is en wil dat ik of luister of ook serieus wordt.

Ik raak in paniek. ‘Neeee! Ik laat je niet langs. Je mag echt niet gaan.’ Schreeuw ik bijna uit. Ik voel dat mijn hele lichaam trilt. Niet van de kou, maar van de pijn van verlies. Laurens tovert een waterig glimlachje op zijn gezicht. ‘Vetchling, alsjeblieft. Ga opzei.’ Zegt hij en hij haalt diep adem voor hij verder gaat. ‘Ik weet dat ik niet mag gaan van jou… maar ik weet dat dit jouw grootste angst is en dat is het altijd al geweest. Ik ga niet toekijken hoe jij op een scherm, mijlen van mij vandaan, moet sterven. Ik ga niet toekijken, en daarom ga ik met je mee.’ Hij slikt een paar keer en zijn stem trilt. Hij doet pijn dit in echte woorden te horen, want het is waar. Het is helemaal waar. Ik zal nooit winnen en dat kan me ook niks schelen. Ik zou niet eens mijn best doen.

‘Laurens.’ Zeg ik een stuk kalmer. ‘ik kan ook niet toekijken hoe jij moet vechten op leven of dood. Ik weet dat jij mij levend tuis wil krijgen, maar ik kan niet verder leven met het idee dat het enige persoon die altijd bij me is geweest zich vrijwillig heeft aangemeld om voor mij te sterven. Dat nooit!’

Het is eruit. Ik heb het gezegd. Nu weet hij dat ik ook niet zonder hem kan én dat ik zijn plannetje doorzie. Laurens haalt weer diep adem voor hij antwoord en legt zijn handen op mijn schouders. ‘Vetchling, ga opzei. Ik wil dat je erdoor laat. Ik zal me niet aanmelden voor jij opzei gaat, belooft. Maar bedekt je even dat ik net zomin wil leven zonder jou als jij zonder mij. Ik weet ook dat jij niet bepaald van plan bent levend tuis te komen en ik ook niet. Met mijn aanmelding red ik een leven. Een leven van een persoon die zekerweten gelukkiger wordt dan ik. Ik vraag het je nog één keer, wil je alsjeblieft opzei gaan?’

Zijn diep donkerrode ogen snijden door me heen. Hij heeft helemaal gelijk alweer. We kunnen een leven redden, als ik nu opzei ga. Het is ook waar wat betreft onze inzet in de Spelen. We gaan allebei ons best niet doen om te overleven. Het is een hele opluchting dat de waarheid in tastbare woorden door de ruimte glijdt. Iedereen heeft het gehoord, iedereen weet het nu. En ik ben zeker dat dit de waarheid is.

Haast zonder aarzeling stap ik bij hem vandaan. Zwijgend lopen we naast elkaar. Ik ga op mijn mat staan terwijl hij doorloopt om op de verhoging te klimmen. Katniss vraagt om zijn naam en ik hoor hem zeggen: ‘Laurens Kreas.’ Ook hoor ik hoe Katniss zich twee keer verslikt voor ik de stem van de president hoor. Ze bedankt Laurens voor zijn vrijwillige aanmelding en stuurt hem dan naar zijn mat. In mijn linkerooghoek zie ik Laurens op zijn mat stappen, naast die arme Tune. De president vervolgt met een verhaal over het stadion. Hoe het eruit zal zien blijft zoals altijd geheim. Het enige dat wordt vrijgegeven, is dat hij nog niet gebouwd is. De tributen van dit jaar zullen de komende MAANDEN worden begeleid tot de Spelen beginnen. Er volgt een applaus. Ik zie hoe de camera’s lans alle tributen gaan. Ik zie hoe er van twee kanten op mij wordt ingezoomd en ze Laurens expres op de achtergrond proberen te krijgen. Dan komen er een hele hoop bewakers op ons door een deur in het podium te leiden.

Heel even is er tijd om adem te halen, want zo gauw de deur dicht is, is het pikdonker. Ik voel een hand in mijn rug die ons naar de deur van het trainingscentrum leidt. Zonder stil te staan, wordt ik gescheiden van de anderen en apart gehouden tot de lift vrij is voor de tributen van district 11. Dat duurt niet lang. Samen met Peeta Mellark en mijn medetribuut wordt ik in de lift gegooid. Als de glazen lift zijn deuren opent, staan we voor een lange gang met allemaal deuren. Ik kijk naar Peeta. Hij is al twee keer tribuut geweest en weet dus als het goed is waar we heen moeten. Moet een bijna dode blik in zijn ogen wenkt hij ons en begeleid ons naar een kamer waar wel drie tafels staan die afgeladen zijn met eten. Peeta spreidt zijn armen als teken dat we vrij zijn om te gaan waar we willen. Hij draait zich om en loopt terug naar de lift. Zo gauw de deur van de kamer sluit, weet ik dat ik gevangen zit. De jongen die met mij district 11 vertegenwoordigt, loopt een paar keer langs de tafels, maar heeft duidelijk ook geen trek. Zwijgend gaan we aan de tafel zitten. Een, in het blauw geklede, bediende komt naar ons toe en bied ons iets te drinken aan. Ik pak de mok met chocomel van het dienblad.

De volgende twee uur heb ik nodig om drie mokken leeg te drinken. De tijd gaat verschrikkelijk langzaam en ik weet niks anders te doen. De jongen naast me werkt zijn kaasbroodjes met kleine hapjes naar binnen en drinkt langzaam van zijn choco-aardbei-vanillekoffie. Er valt niet veel te zeggen en daarom zwijgen we beide als het graf tot de deur open gaat. Tien mensen gaan bij ons aan de tafel zitten. Ik zie gelijk aan hun ogen dat het geen Capitolers zijn. Haymitch en Peeta zitten er ook bij.

‘Okè.’ Begint Haymitch, alsof het de derde keer is dat hij dit moet zeggen. ‘Het gaat als volgt. Jullie zijn de tributen van district 11. Zo zullen jullie ook behandelt worden. Aan mijn rechterkant zitten de stylisten voor jou, en aan mijn linker voor jou meid. Het zal niet precies gaan zoals voorgaande jaren, vooral niet omdat het nu een klerenzooi is in Panem en er dus geen mogelijkheden zijn het er precies zo uit te laten zie zoals het was. Dit jaar zijn de sponsors niet uit het Capitool maar uit de districten, net zoals de stylisten. Zij zullen ervoor zorgen dat jullie gesponsord kunnen worden. Het enige probleem is de mentor. Er zijn vrijwilligers die districten wel willen begeleiden, maar er waarschijnlijk niks van bakken. Wij gaan vandaag nog uitvechten wie wie krijgt. De stylisten zullen jullie gaan presenteren op een strijdwagen. Dit jaar hebben we het zo gedaan. In plaats van hem door he Capitool te laten rijden, gaan jullie een toer maken door Panem om jullie te presenteren. De interviews zullen in dertien worden gehouden. Nog vragen? Mooi. Dan zullen de stylisten jullie naar je kamer begeleiden en kunnen jullie je klaarmaken voor morgen.’ Met de meest geïrriteerde kreunen die ik ooit heb gehoord, staat Haymitch op en loopt samen met Peeta weg.

De stylisten die tegenover me zitten. Kijken me vriendelijk aan. De vrouw die het meeste aan mijn kant zit staat op en wenkt me. Zwijgend wijzen ze naar mijn deur. Waarschijnlijk snappen ze dat ik geen behoefte heb aan een gesprek of gezelschap. Ik wordt achtergelaten ik een grote kamer met felgele gordijnen en een grasgroen tapijt. Ik zie hoe de zon in de verte onder gaat. Ik schat dat het ongeveer zeven uur is. Alsof het automatisch is, loopt ik naar de douche, spoel me een paar keer met drie soorten karamel zeep en laat me droog blazen door de föhn. Ik trek de ladekast open en vind een paar simpele pyjama’s. ik graaf net zo lang tot ik alle pyjama’s heb gezien en neem de aller laatste. Ondanks dat er pas een halfuur verstreken is, stap ik in bed in de hoop dat de dekens me kunnen beschermen tegen de stres van vandaag.

the capitool gamesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu