hoofdstuk 10

671 18 0
                                    

Ik sloot de deur. Pff nu nog naar school. Ik liep richting school. Onderweg zag ik Rosie. Pff die **** dacht ik. Ik liep door totdat ik bij school aan kwam. Oké hier gaan we. Ik liep de school binnen. En ja hoor als het ook nog kon knalde ik tegen iemand aan. Let op waar je loopt!  schreeuwde ik. Ik keek opzij. Daar stonden Bart en rosie. Ik liep naar de toilet toe. F*ck alles! schreeuwde ik. Ik gooide me tas door de toilet heen. Wat moest ik nu. Ik was alleen, het enige wat ik nog had was het oude vrouwtje en Pim. Er kwam een meisje de toilet binnen. Ik keek haar aan. Sorry, zei ze angstig en wilde weer weg lopen. Maakt niet uit, zei ik snel. Ze deed de deur weer dicht en keek me verbaasd aan. Ik probeerde te glimlachen alleen ik barstte in tranen uit. Het meisje knielde naast me neer. Ze legde een hand op me schouder. Gaat het wel? vroeg ze. Nee! Me leven is verpest! riep ik. Kom sta op, ze stak haar hand uit en ik pakte die aan. Kijk nu naar jezelf en ze wees naar de spiegel. Je bent een mooi meisje, je hebt alles. Nou alles? zei ik verbaasd. Ja je hebt met de knapste j... Ik onderbrak haar voordat ze haar zin kon afmaken. Had, zei ik. Ow sorry het spijt me. Maakt niet uit je kon het niet weten. Ik ben Christy. Ik ben Boo, zei ik. Kom droog je tranen we gaan. Ik veegde me tranen weg. Welke les heb je ? vroeg ze. Uhm nu heb ik Wiskunde. Me hele rooster is omgegooid, zei ik. He dat is bij mij ook. Ik heb nu ook Wiskunde kom naast me zitten. Oké is goed zei ik en samen liepen we naar het lokaal toe. Hallo dames, jullie zijn er al vroeg bij, zei de docent. Ja klopt we dachten ach zulle we wat eerder naar de les gaan dan kunnen we alvast beginnen. Mag dat ? zei Christy vrolijk. Uh ja natuurlijk zo is het voor jullie al minder huiswerk, zei de docent. We gingen in de klas zitten en pakte onze spullen. De les was snel voorbij en mooi ook want anders zat ik nog langer bij Bart en had hij een klap gekregen. Kom je na school mee naar mij? Dan gaan we een taart maken om je op te vrolijken, vroeg Christy. Oké is goed zei ik en we gingen verder naar de andere les.

Hier woon ik, zei Christy met open armen. Dit is een leuk knus huisje zei ik. Ja klopt, ik heb het zelf ontworpen. Dat meen je niet? Maar hoe wil je dat bouwen. Nou ik heb het eigenlijk met een vriendin ontworpen en zei kende mensen via haar vader die haar konden helpen met het bouwen. Wauw cool, zei ik. Ja dat klopt zei Christy een beetje sip. Wat is er ? vroeg ik. Nou het is moeilijk te vertellen het gaat over me vriendin. Christy kreeg tranen in haar ogen. Ik liep naar haar toe en gaf haar een knuffel. Ze begon te huilen. Rustig maar zei ik. Kom we gaan naar binnen. We liepen naar binnen. We gingen op de bank zitten. Wil je het vertellen of niet? vroeg ik aan haar. Ja ik wil het wel alleen beloof me dat je het niet door vertelt. Ik beloof het zei ik serieus. Ik zou als er iets is gebeurd ook niet willen dat het door word gezegd aan iemand anders, zei ik. Nou we waren bezig met het huis ontwerpen, ze had een vriend. Haar vriend was heel aardig. Maar ineens wou haar vriend haar niet meer en liet hij haar achter. Ze kwam naar me toe. Ze had me alles vertelt. Maar later kwam ik er ook achter dat haar vriend haar ook mishandelde. Ik had met haar gepraat en toen had ze het vertelt. Ik ben toen naar de politie gegaan ook al wilde ze het niet. Ik wou er voor haar zijn. Me vriendin kwam later weer naar me toe om te vertellen dat hij haar bedreigde. Later die dag ben ik meteen naar de politie gegaan toen ze weg was. Dit kon zo niet langer vond ik. Ik had aangifte gedaan. Toen ik die avond nog naar haar toe wou gaan, deed er niemand open. Ik pakte de sleutel die ze me had gegeven voor noodgevallen. Ik opende de deur. Daar lag een plas bloed. En toen ik verder liep lag ze daar. Er lag een brief bij. Je had nooit naar de politie moeten gaan! Dan overkomt haar dit! Stond er met grootte letters op. Ik knielde neer en begon te huilen. Ik belde snel de politie en de ambulance. Ze waren er binnen 10 minuten. Ik had haar in me armen. Ik wist dat het al te laat was maar dan nog, ik moest haar vast houden. Ik keek naar Christy ze had haar handen voor haar ogen gedaan. Ik gaf haar een grootte knuffel. Ik had zelf ook tranen in me ogen. Na lang met haar hebben gezeten stond ik op. Wil je wat water? vroeg ik. Ja dankje zei ze. Ik liep naar de keuken toe en pakte een glas water. Toen ik langs de koelkast liep zag ik een foto. Ik stond even stil om te kijken. Er stond een meisje met Apart paars/rood haar op en bruine ogen. Ze zat naast Christy. Nee dat meen je niet. Ik liet het glas met water vallen. Het spatte uit elkaar. Boo? Gaat alles goed. Uh ja hoor, het glas viel uit me handen ik zal het snel opruimen. Ik veegde de scherven bij elkaar en deed ze in de prullenbak. Ik pakte snel een nieuw glas met water en liep snel naar Christy toe. Hier een glas water zei ik en gaf het aan haar. Ik moet zo echt gaan, ik moet nog huiswerk maken zei ik snel. Ze keek me verbaasd aan. Wat is er? vroeg ze. Niks ik moet nu gaan, ik pakte me jas en liep snel weg. Ik deed de deur dicht en ging weg. Ik kwam thuis. Ik ging op de bank liggen. Christy was de beste vriendin van het zusje van Rosie. Hoe kon Rosie dit voor me geheim houden! Ze was me beste vriendin. Nou fijn dit. Ik pakte me kussen wat naast me lag en verstopte me hoofd erin.Ik moest nadenken. Na een half uur te hebben gezeten en denken liep ik naar boven en dook me bed in. Ik wou slapen.

I always be strongWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu