Hoofdstuk 14

656 19 0
                                    

Ik zat in de auto met Lies en Thomas. Zij hadden  me gevonden, door een vriend van Bart. Die vriend had het meteen tegen Thomas gezegd toen Bart me mee had genomen. Thomas was de broer van de vriend van Bart. Zijn vriend wist dat dit niet goed was en had het tegen Thomas gezegd want die was een expert in mensen zoeken die verdwenen waren. De auto waar ik bang voor was en waardoor ik achter een boom ging waren hun, ze waren me al aan het zoeken. Ze hadden er nog een keer langs gereden en vonden me toen op de grond, ik was verzwakt maar nu gaat het al weer beter.

Lars! riep ik en vloog hem om de hals. Hij gaf me een knuffel. Ik kende hem nog niet lang maar hij was een super goede vriend voor me. Thomas en Lies hadden het verhaal aan Lars uitgelegd toen ik lag te slapen. Daarna waren ze naar huis gegaan.

Boo? Slaap je? Vroeg Lars. Hij stond bij de deur opening van me kamer. Nee, ik slaap niet zei ik terug. Kan ik bij je komen liggen? vroeg hij. Ja is goed zei ik en schoof op in me bed, hij deed zijn schoenen uit en kwam naast me liggen. Ik voelde me fijn bij een vriend zoals hem. Hij was gewoon een goede vriend van me meer niet. Ik ging dicht tegen hem  aan liggen. Ik heb je gemist zeg ik zacht. Ik jouw ook Boo, zei hij. Waar zijn je ouders eigenlijk? vroeg hij ineens. Oh f*ck daar heb ik niet over na gedacht. Uhm, ik ging recht zitten. Ik wil het wel vertellen alleen het is een beetje moeilijk, zei ik. Hij ging ook rechter zitten. Wil je het nu vertellen of een andere keer? vroeg hij. Ik vertel het nu wel dan ben ik er ook meteen van af.

Nadat ik alles aan Lars had vertelt barstte ik in tranen uit. Hij gaf me een knuffel. H.. Het is allemaal mijn schuld snikte ik. Nee Boo dat is het niet, zei Lars. Jawel! riep ik, me ouders en dat van me broer is allemaal mijn schuld! riep ik. Ik wou iets hebben om tegen te slaan. Ik wouw tegen de muur aan slaan, maar Lars was sterker en pakte me armen vast. Boo het is niet jouw schuld, zei hij. Ik begon weer te huilen. Ik was zo blij dat Lars er was.

Ik hoorde de deurbel. Ik opende me ogen. Ik lag naast Lars, hij lag nog te slapen. Hij was heel aardig voor me en elke keer kreeg ik meer vertrouwen in hem en werd hij een betere vriend voor me. Ik liep de trap af naar de deur toe. Ik opende de deur en daar stond het vrouwtje. Ik was zo blij om haar te zien en gaf een dikke knuffel aan haar. Ach meiske wat is er met jouw gebeurd? vroeg ze. Ze keek me met grootte ogen aan. Ik was wat magerder geworden en had nog een schaafwond omdat ik door me knieën was gezakt. Ik zal het u vertellen alleen nu ga ik eerst koffie zetten zei ik en liet de vrouw binnen. Ze zag nog aan me dat ik me nog niet helemaal omgekleed had. Weet je meis ga maar eerst omkleden ik zet wel koffie. Oké is goed ik ben zo weer beneden, zei ik en liep de trap op.

Lars lag nog steeds te slapen. Ik pakte een kussen en gooide het naar Lars toe. Hij schrok ervan en werd wakker. He he je bent wakker zei ik en liep me kleding kast in. Ik ga me even omkleden want ik heb bezoek zei ik en sloot me deur. Ik pakte een spijkerbroek en een T-shirt waar op stond: I'am how I'am. Ik deed me kleding aan en liep weer naar me kamer. Lars was ook bezig met omkleden en had zijn T-shirt uit. Oh My gosh hij had een super mooie sixpack en v-Lines. Ik werd wakker geschud door zijn stem. Uh Boo je bezoek wacht beneden, zei hij en deed zijn andere shirt aan. Ik bloosde en liep naar beneden. Hier heb je een kopje thee meis, zei de vrouw. Ze wist dat ik niet echt van koffie hield. Nou vertel me het eens zei ze en we liepen naar de tafel en gingen zitten.

Zorg goed voor haar Lars! riep het vrouwtje naar Lars. Dat doe ik zeker, zei hij en sloot daarna de deur. Ik vind het knap van je dat je het vertelt zei hij. Bedankt zei ik en liep naar de bank. Hoe wil jij hier alleen blijven wonen? vroeg Lars aan me. Uhm, dat weet ik nog niet, zei ik. Ik ga binnen kort naar een studenten huis, waarom ga je niet mee? vroeg hij. Dat is nog niet zo een heel slecht idee zei ik en kreeg een glimlach op me gezicht. Ik ga over een maand en van mij mag je mee als je wilt, zei hij. Ja! riep ik en gaf hem een knuffel. Heb jij al iets gevonden dan? vroeg ik. Ja en er waren nog kamers vrij. En al waren er geen kamers meer vrij mocht je altijd bij mij. Ik laat me beste vriendin niet alleen zei hij met een lach. Ahw dat is echt heel lief van je zei ik en gaf hem nog een knuffel.

I always be strongWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu