Hoofdstuk 32

399 15 0
                                    

Ik blijf zo stil als ik kan staan zonder te bewegen. Dan maar een sms naar Maikel.

Ik: Maikel kom snel hierheen er is iemand hier in huis en ik weet niet wie en ik ben bang kom snel!!

Ik verwacht geen antwoord terug want hij komt meteen hierheen. En ja hoor binnen 3 minuten hoor ik een deur open gaan en iemand naar boven komen. Er vallen een paar klappen en daarna is het stil. Ik zit nog stilletjes op de grond te snikken. Lieverd maak open ik ben het Maikel. Ik kruip naar de deur toe en ga dan staan  zodat ik de deur open kan maken. Als ik Maikel zie staan spring ik hem meteen in zijn armen. Je bent veilig babe, zegt hij en houd me stevig vast. Ik kijk over de schouder van Maikel heen en zie dat daar een jongen ligt. Ik herken hem niet.

Weet je wie dat is? Vraagt de politie man, als ze de jongen wegdragen en Maikel ook aan het verhoren zijn. Ik schud me hoofd. Heb je hem misschien ergens ooit gezien? Vraagt de politie man. Ik schud nog een keer nee. Hij vraagt nog wat dingen maar ik zit er met me hoofd niet bij. Meis je moet ons alles vertellen of je weet wie hij is of je hem misschien ooit gezien hebt… IK ZEG TOCH DAT IK HEM NIET KEN! Roep ik voordat de politie man nog iets kan zeggen. Maikel komt naar me toe gelopen en geeft me een knuffel. Ik begin te huilen, ik weet het allemaal niet, fluister ik bij Maikel in z’n oren. Sstt, lieverd het komt wel goed ik laat je niet meer alleen, zegt hij. We komen wel een andere keer terug of je mag ook naar het politie bureau komen, zegt een van de politie mannen. Sorry dat ik net zo schreeuwde maar ik weet het even niet, zeg ik. Het geeft niet, het komt goed meid, zegt de politie man en geeft me nog een hand. Daarna lopen ze weg en sluiten ze de deur.

Maikel pakt me hand vast en neemt me mee naar de bank. En nu gaan we hier samen zitten, zegt Maikel en trekt me op zijn schoot. Ik ga tegen hem aan hangen en zeg niks meer. Langzaam val ik in slaap.

Samen loop ik met Maikel en twee vrienden van hem door de stad. Ik hou Maikels hand stevig vast. Ik ben nog steeds een beetje banag dat die ene jongen ineens voor me staat. Schat ben je er nog bij? Hoor ik iemand zeggen. Ik schud met me hoofd om wakker te worden. Ja ik ben er nog, zeg ik rustig. Schat dit gaat niet goed zo, we hadden beter thuis kunnen blijven, zegt Maikel en stopt met lopen. Wat nou? Zeg ik. We gaan terug, ik zeg tegen me vrienden dat ik met je na huis ga, zegt hij. Nee we gaan niet naar huis, zeg ik en pak zijn hand weer vast en trek hem mee. Weet je het zeker babe? Zegt hij. Ja ik weet het zeker, zeg ik en geef hem een kus. Kunnen we verder gaan? Zegt een van zijn vrienden. Ik draai om en zie dat het die vriend is die bij mij op school zit en zorgt dat er niks gebeurd op school. Ik grinnik en loop verder. Ik zie een winkel en wil er heen lopen. Ik voel dat iemand me hand vast pakt. Ik draai me om en zie daar Lars staan. Lars! Roep ik en geef hem een knuffel. Ik heb hem al een tijd niet meer gezien, want elke keer als ik opsta is hij al weg naar school of naar z’n werk en hij is in de avond pas heel laat thuis, dus ik krijg bijna nooit de kans om hem te zien. Hoe is het met je? Vraag ik. Ja goed hoor en met jouw? Vraagt hij. ja het gaat wel, zeg ik. Ja ik had het gehoord van Maikel, ik vind het zo erg voor je, zegt hij en geeft me nog een knuffel. Maar ik moet weer gaan naar Maikel en z’n vrienden, zeg ik en geef Lars nog snel een knuffel.

Maikel en z’n vrienden zwaaien nog naar Lars en daarna is Lars weer verdwenen tussen de mensen.

Ik neem je even mee, zegt Maikel en pakt me hand. Hij knipoogt naar zijn vrienden en ik loop achter Maikel aan. Wat is er lieverd? Vraag ik. Zie je zo wel schat, zegt hij en loopt met mij een winkel in waar ze allemaal sieraden hebben hangen. Blijf je even hier babe, zegt Maikel en geeft me een kus. Ik ga op een stoel zitten en wacht todat Maikel terug komt.  Hij komt aanlopen met een mevrouw en een doosje. Maikel komt naast me zitten en haalt iets uit het doosje. Het is een zilver kettinkje waar op staat een hartje als symbool en Maikel z’n naam. Hij doet hem om bij mij. Ahw lieverd, zeg ik en geef hem een kus op z’n mond. Ik heb er zelf ook een, zegt hij en haalt er nog een uit het doosje. Het is een rondje en er staat Boo op. Dit is heel lief van je schat, zeg ik en druk nog een kus op zijn mond. Dankjewel, zegt Maikel tegen de vrouw en daarna lopen we weer naar de vrienden van Maikel. Etens tijd! Roepen de drie heren tegelijk. Ik lach erom en met z’n alle lopen we naar de mac. 

I always be strongWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu