Nova-22

691 42 21
                                    

(Dit stuk is weer vanaf Mila gezien.)

Het is zo te zien al eind van de middag.

'Oke Noa, zullen we iets kopen?' vraag ik.

'Oh, ik snap het al! jij wilt er tuurlijk mooi uitzien voor Novaatje!' lacht Noa.

'Misschien.' zeg ik geheimzinnig.

'Nee maar is goed hoor!' zegt Noa.

'Waar zullen we naartoe gaan?' vraag ik.

'Zien we vanzelf wel. in ieder geval naar de winkelstraat.' zegt ze.

'Okidoki.' zeg ik en we staan op.

Na een tijdje lopen, zijn we het park uit.

'Miel, wat is jouw lievelingskleur?' vraagt Noa.

'Groen. hoezo?' vraag ik.

'Gewoon leuk, we kennen elkaar pas een paar dagen, en ik vindt het leuk om meer te weten.' zegt ze.

'O oke, en wat is jouw lievelingskleur?' vraag ik, terwijl ik mijn hand voor mijn gezicht houd tegen de zon.

'Donkerblauw.' zegt ze.

'Even nog iets bedenken. wat wil je later worden?' vraag ik.

'Ik wil denk ik binnenhuis architect wil worden,' zegt ze, 'en jij?'

'Ik weet het nog niet, maar ik wil wel naar de kunstacademie.'

'Oja, leuk!'

'Ik houd vooral van dingen schilderen, zoals dieren en natuur enzo.'

'Cool!'

'En hoe oud is jouw vader?'

'Vijfenveertig, en jou ouders?'

Het liefst zou ik nu willen vragen wat er met haar moeder is gebeurd, maar ik durf het niet.

'Mijn vader is negenveertig en mijn moeder is tweeënveertig, oja en mijn broertje acht.'

'Ah! wat schattig.' zegt Noa.

'Ja, hij kan heel irritant zijn, maar nu wil ik hem echt zo graag zien.' ik voel de tranen achter mijn ogen prikken.

Noa slaat een arm om me heen.

'Ik ook Miel, ik mis mijn vader en moeder ook, al heb ik mijn moeder niet meer.'

'Wat is er dan gebeurd?' floept eruit.

Onee! waarom ben ik nou zo stom dat te zeggen!?

'Sorry.' zeg ik.

Noa staart naar de grond.

'Is niet erg,' zegt ze, 'ik zal het vertellen.'

'Goed.' zeg ik.

'Mijn moeder heette Ellen, ze had donker haar, en bruine ogen. maar toen op een dag liep ze laat op straat, een man heeft haar vermoord. ik weet niet waarom, mijn vader wil daar niks over kwijt.' zegt ze.

'Jeetje. maar hoe oud was je dan?' vraag ik.

'Dertien.'

Dus een jaar geleden.

'En hoe zag de man eruit?'

'weet ik niet, de politie heeft onderzoek gedaan, maar de enige foto's die bekend zijn, is een man met een bivakmuts op. de politie heeft hem nooit gevonden.' ze staart verdrietig voor zich uit.

Daar is de winkelstraat al, zie ik.

Zonder iets te zeggen lopen we er naartoe.

Ik wil heel graag iets zeggen, maar durf het niet.

Lost (part 1)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu