Hoofdstuk 6

3.8K 45 2
                                    

Hoofdstuk 6

‘Wat nu?’ Mompelde ik. ‘Je wou contact maken met je beste vriendin toch? Misschien kunnen we daar binnenkort mee beginnen.’ Zei Sem. Ik knikte ‘Heb je daar ervaring in?’ ‘Ja, ik heb contact met één van me vrienden. Soms laat ik daar een berichtje achter. Eerst schrok hij heel erg, maar naarmate ik daar elke dag mij liet horen. Begon hij er aan te wennen. Ik liet ook duidelijk merken dat ik het was en geen andere geesten en zo. Volgens mij vind hij het wel fijn om met mij contact te hebben en ik vind het ook fijn.’Zei hij met een glimlach. Ik lachte ‘Ik hoop dat het mij ook lukt. Opeens keek Sem erg ondeugend. ‘Sem, wat heb jij in je dachten wat ben je van plan?’ Zei ik grijnzend. ‘Voordat we naar je vriendin gaan moet eerst iemand doodsbang worden.’Zei hij gemeen lachend. Met grote ogen keek ik hem aan je bedoelt toch niet dat.. Nee, toch of wel?’ Sem knikte. Een glimlach verscheen op mijn gezicht.

Sem pakte me hand en we gingen door de tunnel zo naar de kamer van Levi. ‘Wat gaan we eigenlijk precies doen?’ Vroeg ik nieuwsgierig. Levi liep toevallig net naar beneden en Sem opende de eerste bureaula als eerste kwam hij heel wat krant artikelen tegen verbaasd keek hij erna. ‘Dit zijn allemaal artikelen over jou’ Zei hij terwijl hij me verbaasd aankeek. Ik pakte het van Sem aan en bekeek het stuk voor stuk. Ze zijn er al achter dat ik vérkrácht ben en dat ik dood ben geslagen en geschopt’ Zei ik tegen Sem. ‘We moeten zorgen dat Levi word gepakt’ Zei hij vast besloten. ‘Ik weet nog niet hoe, maar het moet wel. Er moet niet meer slachtoffers komen.’ Zei hij terwijl hij duidelijk iets zocht. Ik keek naar mijn advertenties. Het waren der ongelofelijk veel. ‘Jemig het zijn wel 2 pagina’s vol.’ Zei ik ongelovig. Het waren mooie en lieve berichtjes. ‘Dat kan ik wel begrijpen’ Hoorde ik Sem mompelen. ‘Hoezo?’Vroeg ik nieuwsgierig. ‘Uh , gewoon’ Zei hij verlegen terwijl hij door zocht. ‘Ah hebbes’

‘Wat heb je daar?’ Vroeg ik nieuwsgierig. ‘Een stift’ En hij stak het ding triomfantelijk omhoog. ‘Wat wil je der mee gaan doen’ Vroeg ik met grote ogen. ‘Nou dit’ Hij trok de dop er af en ging op een stoel staan. De dood van Amy zou je duur komen te staan!! Zette Sem met grote letters op de muur. ‘Oh my gosh, hij word vet bang als hij terug in zijn kamer komt.’ Zei ik lachend. ‘Geef mij die stift eens’ Sem gaf me de stift en ik liep naar het bed. Ik sprong er op en schreef daar op de muur. I was here Amy. Ik drukte de dop weer op de stift en keek tevreden naar het resultaat. Toen ik me omdraaide keek Sem me lachend aan. ‘Wat wil je nog meer gaan doen’ Vroeg hij gemeen. ‘Mm’Denkend keek ik de kamer rond. Zijn laptop stond nog aan op een klein tafeltje. Ik opende word. Ik begon te typen:



Hoe heb je het ooit gedurfd. Mij te vermoorden was niet je slimste idee, maar je bent ook nooit slim geweest. Ik zou alles er aan doen om je te laten oppakken en ik ben niet alleen.. Sem keek over mijn rug mee. ‘Je bent gemeen hoor Amy’ Zei hij lachend. Ik knikte ‘Duh, eigen schuld dikke bult’ Sem keek me lachend aan.‘Ik kan jou alles maken, want ik ben toch al dood’ Zei hij gemeen en begon te kietelen. ‘Ah, Sem daar kan ik niet tegen hou op.’Ik gooide van alles op de grond toen we opeens de deur hoorde open gaan. Sem liet me los en keek op. Het was Levi. Eerst keek hij naar de rommel op de vloer. Toen naar de teksten op de muur. Zijn ogen werden enorm groot en de angst zag je in zijn ogen komen. Ik kon het niet laten en pakte weer de stift. En schreef onder I was here Amy: Nou word je bang hé? Met grote ogen staarde Levi naar de tekst die langzaam op de muur verscheen. Gillend rende hij de deur weer uit. We hoorden hem de trap af rennen en de voordeur achter hem dicht slaan.

Lachend plofte ik op het bed van Levi. Sem plofte naast me.‘Mensen bang maken is voor jou geen probleem’ Zei Sem lachend. Ik knikte. ‘Hij verdiende het gewoon’ ‘Ik ben blij dat je niet bang voor me bent’ Zei Sem serieus. ‘Waarom zou ik bang voor je moeten zijn?’ Vroeg ik vragend. ‘Nou, na Levi. Soms vallen het vertrouwen in jongens weg.’ ‘Ik weet ook wel dat elke jongen niet zo is. En tenslotte ik ben nu toch al dood’ Zei ik met een glimlach. ‘Mag ik je zoenen’ Vroeg Sem verlegen. ‘Nee’ Zei ik heel serieus. ‘Oh’ Antwoordde Sem beschamend. Ik moest lachen. ‘Niet hier’ Veranderde ik mijn antwoord lachend om de beteuterde gezicht van Sem. ‘Kun je dan wel zoenen’ Vroeg ik opeens af. ‘Ik kan je wel aanraken. Dus dan kan ik je vast ook wel zoenen’ Zei Sem lachend. ‘En anders zullen we dat wel merken.’ ‘Dus je hebt nog nooit iemand gezoend toen je dood was’ Vroeg ik nieuwsgierig. Sem schudde zijn hoofd‘Op hun ben ik niet verliefd’ Zei hij met een rood gloeiend hoofd.

Ik kende Sem nu al ongeveer 4 weken en ja ik vond hem erg leuk. Bij verliefd had ik nooit stil gestaan. Ik dacht dat, dat niet kon, omdat we geesten waren. Maar nu hij over begon. Merkte ik ook wel dat ik een raar gevoel in me buik kreeg als ik aan hem dacht. Oké als geest heb je die gevoel dus ook nog, mooi komt dat even goed uit! Ik sleurde Sem mee naar buiten en Daar zoende we. Het voelde net zo als in het gewone leven. Al waren we nu geesten. Op een gegeven moment moet ik lachen. ‘Wat is er?’ Vroeg Sem geschrokt. ‘Doe ik iets verkeerd’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee, je zoent prima, maar ik zat te denken dat ik blij was dat we ondanks we geesten zijn gewoon kunnen zoenen. En het zou er anders best raar uit hebben gezien. Sem lachte ‘Kom hier jij’gewillig kwam ik naar hem toe. En hij zoende me weer. Soms was het nog geen eens erg om dood te zijn. Al had ik hem liever levend gehad en mezelf natuurlijk ook. Dan had ik ook nog gewoon mijn vriendinnen.

Mijn dood.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu