De varkenshoeder (pov hofdame)

35 2 0
                                    


--- het einde is een beetje veranderd---

Vorig jaar was ik nog hofdame bij de dochter van de keizer. Een vreselijke tijd was dat! Ik heb zelden zo'n verwend nest meegemaakt.

Ik was gevraagd om hofdame van de prinses te worden. Een hele eer voor een meisje van adel. Mijn ouders waren heel blij, mijn vriendinnen jaloers en ik? Van mij hoefde het niet zo nodig. Ik had het enorm naar mijn zin als jonkvrouwe in en om het kasteel van mijn vader. Ook hield ik erg veel van mijn ouders en jongere zusje. Weigeren was echter geen optie. Dat zou als een belediging worden opgevat. Een week na het verzoek vertrok ik dus onder de hoede van een dienaar van de keizer naar het keizerlijk paleis.

Het duurde wel even voor ik gewend was aan het leven aan het hof en alle pracht en praal daar. Versieringen van planten, bloemen en dieren zijn gemaakt van de kostbaarste metalen en de prachtigste edelstenen. Men is er gek op mechanische muziek uit speeldozen en orchestrions.

De dochter van de keizer (ze is het zeergewenste enigst kind) mag het aan niets ontbreken. Al haar wensen worden onmiddellijk vervuld. Ze is niet gauw tevreden en als ze een bui heeft, is niets goed en moet iedereen voor haar vliegen. Als ze een goed humeur heeft, kan ze heel gezellig zijn. Alleen komt dat helaas niet zo heel vaak voor.

Ze vond mij aardig en ik was haar vertrouwelinge. Ze vertelde me van alles wat de andere hofdames niet mochten weten. Dat vleide me wel, maar omgekeerd had ik geen vriendschappelijke gevoelens voor haar. Ik kon beter opschieten met de andere hofdames.

Op een dag werden er twee geschenken bezorgd voor de prinses. Ze kwamen van een prins uit een naburig klein koninkrijk. De geschenken zaten in prachtig bewerkte zilveren dozen. We waren er allemaal bij (ook de keizer en keizerin ) toen de prinses de geschenken uitpakte.
Uit de eerste doos kwam een prachtige, heerlijk geurende roos.
Meteen vergat ik waar ik was. De geur riep herinneringen op aan thuis en ik droomde weg.
Ineens werd ik opgeschrikt door een schel gekrijs en een voorbijvliegende roos. "Hij is ècht! Een èchte roos! Wat een belediging! Die hoef ik niet!"
Ik raapte de prachtige roos op en besloot hem bij me te houden. Ik maakte hem aan mijn jurk vast. De prinses vond het best.

Uit de tweede doos kwam een geweldig zuiver zingende nachtegaal. Ik raakte betoverd en kon mijn ogen er niet vanaf houden. Hij deed me denken aan de nachtegalen in het bos bij het kasteel van mijn vader. Ook de anderen zag ik stralend naar de vogel kijken en genieten van zijn zang.
Wreed werd het gezang verstoord door de prinses: "Jakkes! De vogel is ècht! Weg er mee! Laat vliegen! Ik hoef geen echte vogel. Die zingt steeds wat anders en die moet ik nog verzorgen ook! Ik wil níet dat die prins op bezoek komt!"
Een van ons liet de vogel het raam uit vliegen. Ik hoorde hem nog weken 's avonds zingen.

Een paar dagen later hadden we bij het paleis een nieuwe varkenshoeder.  Vies, smerig en armoedig zag hij er uit. Als je dat weg dacht, was het geen onaardige kerel vond ik.
Op een dag liepen de prinses met alle hofdames buiten en hoorden we het wijsje 'Ach mijn lieve Augustijn, alles is weg, weg, weg.' De prinses was erg enthousiast. Dit lied kon ze zelf met 1 vinger op een toetsinstrument spelen. Veel meer kon ze niet en wij moesten dan altijd applaudisseren en zeggen hoe goed ze speelde.
Het geluid kwam uit de richting van de varkenshoeder. De prinses was van mening dat het dan wel een beschaafde varkenshoeder moest zijn. Ze wilde zijn instrument graag hebben. Ik werd er op uitgestuurd om te kijken wat het was en wat het kostte. Ik liep door de modder naar de varkenshoeder toe en zag dat het wijsje gespeeld werd door een pannetje waar belletjes om heen hingen. "Wat kost dat pannetje?" vroeg ik. "Ik wil tien kussen van de prinses hebben." gaf hij als antwoord en  ik zag 'm naar de roos staren die ik op mijn jurk droeg. Ik verschoot van zijn antwoord. " Dat meen je niet!" "Ja, ik meen het wel," zei hij "en voor minder doe ik het niet." Ergens kon ik er de lol wel van in zien, maar bij de prinses aangekomen, wilde ik het eerst niet vertellen. Ze zou woedend zijn,  maar ik fluisterde het uiteindelijk toch in haar oor. "Hij wil 10 kussen van u." De chagrijnige reactie van de prinses was: "Wat onbeschaamd en onaardig!" En ze liep met opgeheven hoofd verder, maar spoedig klonk weer de melodie van 'Ach mijn lieve Augustijn.......' Verlangend keek de prinses naar het pannetje en naar mij."Vraag hem of 10 kussen van jou ook genoeg zijn." eiste ze.

Ik ging weer naar hem toe. "Nee," zei hij. "10 kussen van de prinses en anders niet." Bij de prinses aangekomen, gaf ik haar het antwoord dat  de varkenshoeder had gegeven. "Wat een gezeur!" zei ze boos....en omdat ze het pannetje toch heel graag wilde hebben vervolgde ze:"Allemaal om me heen gaan staan,
zodat niemand het ziet. Dan krijgt hij zijn zin." Zo gezegd zo gedaan en na 10 kussen had ze het pannetje. Er bleek nog iets leuks mee te zijn. Als het kookte konden we precies ruiken wat iedereen in de omgeving kookte. We hadden de grootste lol. We mochten niet verder vertellen hoe de prinses aan het pannetje gekomen was. Ze schaamde zich voor de 10 kussen.

De volgende dag liepen we weer met zijn allen in de paleistuin. De varkenshoeder had nu een ratel gemaakt. Als hij die ronddraaide klonk er allerlei bekende muziek. "Dat klinkt leuk!" Zei de prinses en ze keek me aan: "Ga eens vragen wat die ratel kost. En...nee,  ik betaal niet weer met kussen".
Ik ging naar de varkenshoeder  (hij keek weer naar de roos) en kreeg op mijn vraag als antwoord: "Ik wil ditmaal 100 kussen van de prinses hebben." Ik schoot in de lach, ging naar de prinses en gaf de boodschap door.
De prinses verklaarde de varkenshoeder voor gek en liep door. Precies de reactie die ik had verwacht. De varkenshoeder liet de ratel nogmaals draaien en weer klonken daar de bekende wijsjes. Hebberig draaide de prinses zich naar me om. "Vraag of 1 kus van mij genoeg is. De andere 99 kan jij hem wel geven. "Nee" zei ik dat doe ik niet." "Als ik het kan kan jij het ook. Anders ontsla ik je!" Die schande wilde ik mijn ouders niet aandoen. Dus ik ging naar de varkenshoeder en bood hem de ene kus van de prinses en de 99 kussen van mij aan. Hij keek me zuchtend aan. "Hoe leuk ik je ook vind....honderd kussen van de prinses en anders niet! "

De prinses gaf toe en weer moesten alle hofdames eromheen gaan staan, zodat niemand het kon zien. Dit keer moesten we meetellen. We hadden daar al onze aandacht voor nodig. De ene keer kuste de prinses zes keer heel snel, dan hield ze even pauze om dan een paar kussen met grote tussenpozen of juist supersnel achter elkaar te geven. Af en toe gaf de varkenshoeder me een knipoog.

Ineens stond er een woedende keizer in de kring toen we bij zesentachtig waren. Hij sloeg de prinses en de varkenshoeder met zijn pantoffel al roepend dat  hij er niet van gediend was om deze gênante vertoning vanaf zijn balkon te zien.
Hij joeg de prinses en de varkenshoeder de paleistuin uit al roepend:  "Er uit, mijn rijk uit!"  Ik liep hen achterna en hoorde de prinses achter de paleistuinmuur  snikken. "Och arme ik, had ik nu maar de prins genomen, die me de vogel en de roos gestuurd heeft."
"Tja," dacht ik. "Dat had je eerder moeten bedenken."

Ik liep naar de spijlen van het hek en zag nog net dat de varkenshoeder zijn werkkleding uitdeed en zijn gezicht schoonmaakte. In prinsenkleding stond hij voor een verrukte prinses die acuut gestopt was met jammeren. "Oh, je bent helemaal geen varkenshoeder, maar een prins!"
"Ja," zei de prins."Ik ben de prins van die cadeaus, maar je wilde niets van me weten. Je gooide mijn roos weg en liet mijn nachtegaal vliegen. Maar je wilt wel een varkenshoeder kussen voor een wonderpannetje en een ratel." Verbaasd keek ik naar de varkenshoeder en zag toen hij verder sprak het gezicht van de prinses betrekken.
"Ik weet nu hoe je bent." Ging de prins nogal woedend verder."En ik hoef je niet meer. Ik ga terug naar mijn land." En hij vertrok, de prinses overdonderd bij de muur achterlatend. Die begon weer te huilen.

Toen hij langs de poort liep, zag de prins me staan achter de spijlen van het op een kier staande hek. Ik liep naar hem toe en daarbij glipte het hek uit mijn vingers en het viel in het slot. "Jij vond mijn roos wèl mooi....wil je met me mee?" "Ja," fluisterde ik.

En toen we op weg gingen naar zijn koninkrijk hoorden we achter ons de prinses bedroefd zingen: 'Ach mijn lieve Augustijn, alles is weg, weg, weg.'
Of de keizer de prinses weer binnengelaten heeft? Ik weet het niet, het zal vast wel.

Ik ben blij dat de prins voor mij heeft gekozen. Al is hij niet rijk, wij zijn heel gelukkig samen.

Sprookjes......maar dan andersWhere stories live. Discover now