Hoofdstuk 22

93 8 0
                                    

'Sta op'. Dat waren zijn eerste woorden na het zien van het visioen.'Nee' zei ik en keek hem recht in de ogen.'Ik gehoorzaam niet'. Hij keek me kwaad aan en zakte naar mijn ooghoogte. 'Een echte leidersgeest' grijnsde hij.'Wat jammer dat ik die ga moeten breken'. Ik keek hem kwaad aan en voor ik het wist kreeg ik een slag in mijn gezicht. 'Sta op, nu' snauwde hij.'Dit is de laatste keer dat ik het aardig vraag'. 'Me hier weghalen gaat ze niet stoppen' snauwde ik.'Denk je dat ik dat niet weet oh-grote leider?' vroeg hij lachend.'Misschien wil ik wel een bepaald iemand naar hier halen, iemand die ik kan gebruiken'. Ik slikte. Even was ik vergeten waarover het visioen ging.'Je zult hem nooit krijgen' zei ik.'Oh, bang dat je vriendje af zal zien?' vroeg hij lachend.'Hij is mijn vriendje niet' corrigeerde ik hem.'Nu niet, maar later wel, niet waar? We hebben het toch zelf gezien, niet?'. Ik zuchtte.'Ik ben die houding zat!' snauwde hij opeens en sloeg me weer in mijn gezicht.'Sta op, we gaan hier weg'. Hij haalde de kettingen van de muur en trok me met hem mee. Het deed pijn maar ik zei er niets van, dat durfde ik niet... Hij sleurde me de trappen op naar boven, daarna naar buiten.'Waar breng je me heen?' vroeg ik verward als mijn ogen zich aanpasten aan het felle licht van de zon. 'Een plaats ware ze je nooit zullen zoeken' lachte hij en er ging een soort portaal open. Mijn ogen werden groter en ik slikte. Hij ging me meenemen naar aarde... Maar waarom? Waarom zou hij me mee naar aarde nemen? De anderen zouden het kunnen verwachten, ik snapte het niet. Hij gooide me door het portaal en ik viel op een koude metalen vloer aan de andere kant. De commandant wandelde na mij door het portaal en keek tevreden rond.'Welkom terug meneer de commandant' zei een schriel mannetje. Als ik me Sams beschrijving goed herinnerde was dit de basis van de commandant op aarde en was de andere man Vincent, de rechterhand van de commandant.'Breng haar naar haar kamer, we moeten voorbereidingen maken' beval de commandant. Een wat gespierdere man pakte de kettingen en keek me aan. Ik herkende die moordlustige ogen overal...'J-jij' snauwde ik.'Ik denk dat ons kleine leidertje je nog al te goed herinnert' lachte de commandant.'Ik heb haar dan ook bijna meegenomen' antwoordde de man.'Maar dat irritante gastje sprong voor me, September niet?'. Hij leek zo menselijk, al was hij dat niet. Hij was de draak die Sam bijna vermoord had. Die mij bijna vermoord had als Sam er niet geweest was...'Breng haar gewoon naar haar kamer Drake' zei Vincent.'Prima' zuchtte hij en trok aan de kettingen. 'Meewerken Juni' klaagde hij toen ik door de gangen van de instelling gesleurd werd.'Hier'. We gingen een donkere ruimte binnen en mijn kettingen werden weer aan de muur vastgemaakt.'Ik kan niet wachten tot het plan in actie is' grijnsde hij en liet me alleen achter in de duistere kamer.

De "13" kinderen(#3)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu