'Sta op' snauwde hij en sloeg me in mijn gezicht. Ik zat vastgeketend aan de muur met nog net genoeg bewegingsvrijheid om op te kunnen staan. Langzaam klauterde ik mezelf overeind en keek hem aan. Ik zag de grijns op zijn gezicht en deed mijn best niet in huilen uit te barsten. Ik mag niet zwak zijn dacht ik. Ik moet hier doorkomen, voor de groep. 'Je weet wat ik wil' zei hij en duwde een soort haarband in mijn handen. Ik knikte langzaam.'Waar wacht je dan nog op?' snauwde hij.'Op iemand die jou komt stoppen' snauwde ik.'Ze zullen me vinden, wees daar maar zeker van'. 'Als ik er zeker van wil zijn moet je het me eerst laten zien' lachte hij en duwde de haarband op mijn hoofd. Ik slikte en viel achteruit tegen de muur. Langzaam schoof ik weer op de grond terwijl ik mijn ogen niet van de commandant liet afglijden. Hij ging achter het bedieningspaneel staan en drukte wat knopjes in. Het duurde niet lang voordat mijn beeld wazig werd en ik een visioen kreeg. Het waren de anderen, ze zaten op het plein in de cirkel. Ze bereidden zich voor op iets, een strijd. Ik telde 12 mensen, ook al was ik er niet bij. Toen zag ik Blacky tussen hen staan, ze stond aan onze kant... De commandant had het duidelijk ook gemerkt en ik zorgde ervoor dat het visioen verdween. Ik wou niet dat hij zag hoe dat zou aflopen, ik wou niet dat hij iets zag. Hij kwam kwaad naar mij en sloeg me op mijn wang. Ik voelde de brandende pijn in mijn gezicht maar reageerde niet. 'Waar is mijn dochter nu?' vroeg hij snauwend.'Weet ik niet' zei ik. 'Waarom staat ze aan jullie kant?!' schreeuwde hij en sloeg op mijn andere wang.'Waarom vraag je haar dat zelf niet?' vroeg ik.'Omdat ze niet thuis is ofwel dan?!' snauwde hij en stampte me in mijn zij.'Kijk in het heden en spoor haar op! Nu!'. Hij stampte me in mijn maag en ik greep onmiddellijk naar mijn buik.'D-dat kan i-ik niet...' kuchte ik.'Ik weet dat je dat wel kan' snauwde hij en trok me recht bij mijn shirt.'Waarom doe je het niet?'.'I-ik kan het...niet alleen...' zei ik stil en probeerde het water uit mijn ogen te houden. Ik mocht niet huilen, ik was een leider en een leider mocht niet breken. Hij liet me op de grond vallen en er schoot een grote pijn door mijn lichaam.'Wie of wat heb je nodig?' vroeg hij op een kalmere toon.'Waarom zou ik je dat vertellen?' vroeg ik.'Goed, vertel het me niet' zei hij en hurkte voor me neer.'Maar ik kom er nog wel achter. Hij stond op en wandelde de ruimte uit. Het werd weer volledig donker en ik kon niks meer zien. Ik wou ook niets meer zien, ik wou deze plaats niet meer zien, ik wou hier weg. Zo snel mogelijk. Alsjeblieft jongens, wees snel...
JE LEEST
De "13" kinderen(#3)
FantasíaAtlantis is gered, de 12 hebben hun krachten weer terug en ze hebben de liefde van hun leven gevonden. Het perfecte einde, of niet? In het Magische rijk is niets echt wat het lijkt... Daar komen de 12 ook achter wanneer een verwante van de commandan...