De jongen met de drakentattoe

272 21 0
                                    

Lieze zat in het centrum van Felidi thee te drinken. Gelukkig waren cafés zoals deze al vroeg open. Maar toch smaakte haar thee niet. Daar waren twee redenen voor. De eerste was wel duidelijk. Opgesloten zitten in een genootschap waar je helemaal niets van kent is niet bepaald leuk. Maar vastgeketend aan een stoel thee drinken is niet beter. Ze rammelde wat met haar ketting die rond haar hand gebonden was. Thomas was slim genoeg geweest om handboeien mee te nemen. Ze besefte nu pas wat voor een idioot hij was. Hoe kon ze nu op zo iemand verliefd raken? Het was gewoon één grote leugenaar en niet alleen Thomas. Hoe konden haar ouders zoiets voor haar achterhouden? Vooral haar vader. Hij had toch wel iets kunnen zeggen? Lieze voelde een kleine tinteling op haar schouder. Ze keek naar achter en merkte dat Thomas zijn hand op haar schouder had gelegd.

'Wat moet je?' zei ze bot.

'Ik weet dat je geen fan van mij bent, maar ik moet je naar de opleiding voor beginners brengen. Je medeagent wacht daar.' antwoordde hij.

Lieze antwoordde niet meer. Ze bleef voor zich uitstaren. Het maakte niet uit wat hij dacht van haar, zolang hij maar uit haar buurt bleef. Ze voelde hoe hij zijn hand van haar schouder haalde en op de stoel voor haar ging zitten. Hij bleef haar maar enkele seconden in de ogen kijken. Maar die seconden leken uren.

'Ik weet het, ik heb je verraden. Maar ik kan er zelf niet aan doen! Had ik geweten dat je het tijgergen in je had, had ik je heus alles verteld. Alleen wist ik helemaal niets.' zei hij op een meelijwekkende toon.

'Je hebt me inderdaad verraden. Ik vertrouwde je. Maar of je het nu wist of niet, je had het sowieso moeten vertellen.'

'Kijk Lieze, wij kunnen zo een dingen niet zomaar vertellen. Het is één groot geheim en dat moet zo blijven ook. Daarom zou ik graag weten waar Tina zich schuilhoud.'

'Dat gaat jou niets aan!' schreeuwde ze terug. Ze kon niet meer tegen de manier waarop hij deed alsof het niets was. Ze wilde haar stoel oppakken en weglopen maar die zat vastgelijmd aan de grond. Bovendien liep ze nog steeds met een gips.

'Oké, werk maar tegen. Maar onthoud, je kan hier net weg zonder dat je een opleiding hebt gevolgd.' zei Thomas. Hij stond op en wandelde op een fiere manier het volk in. Als iemand die net een strijd had gewonnen en er heel trots op was. Lieze zelf voelde de tranen achter haar ogen branden. Wat moest ze doen? Ze hoopte dat Tina ondergedoken zat. Maar Tina kennende...

Wat denkt ze wel? Dat ze de enige persoon hier is die ontvoerd wordt? Thomas liep weg zonder maar één blik aan Lieze te gunnen. Als ze daar zat te huilen, verdiende ze dat. Thomas zijn vingers gleden over de cijfers van het beveiligingssysteem. Hij wachtte tot het lichtje op groen stond en liep zijn kamer binnen. Hoe kon ze zo tegenwerken? Gewoon een opleiding volgen en weggaan? Moeilijker was het toch niet? Hij voelde hoe zijn gezicht rood werd. De vaas naast hem moest eraan geloven. Het geluid van de duizenden rinkelende stukjes op de grond deden hem afkoelen. Hij voelde kleine straaltjes bloed langs zijn armen lopen. Hij hield van haar. Dat had hij altijd gedaan. Maar dat ze zo afstandelijk deed tegen hem, deed hem pijn. Pijn in zijn hart. Hij had al duizenden lijken gezien, miljoenen gewonden maar alleen zij kon hem pijn doen. Hij plofte op zijn bed en staarde naar het plafond. Een grote draak kronkelde boven hem. Hij was belegd met goud en diamanten. Soms vroeg hij zich af waar Felidi het geld vandaan haalde om zoiets te bouwen. Zijn gedachten verdwenen toen hij geklop op de deur hoorde. Wie kon dat nu weer zijn? Hij nam snel een zakdoek uit zijn nachtkastje en wikkelde die rond zijn bebloede handen. Het geklop op de deur werd luider en ongeduldiger. Thomas kroop recht en trok de deur open. Tot zijn verbazing stond Thijs voor de deur. Sinds de aankomst van Lieze had hij hem niet meer gezien. 'Wat brengt jou naar hier?' vroeg Thomas.

'Hetzelfde wilde ik net aan jou vragen, hoor jij Lieze niet naar de training te brengen?' antwoordde Thijs geïrriteerd.

'Ten eerste, ik ben haar medeagent niet en die ken ik ook niet. Ten tweede ik moet nu zelf gaan trainen.' zei Thomas ernstig. Hij duwde Thijs opzij terwijl hij zijn laatste woorden over hem uitspuugde.

FelidiWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu