7. Ik ren, maar niet voor mijn leven

1.3K 95 1
                                    

'Wie?' vroeg ik terwijl ik begon te rennen, 'Wie komen eraan?'

Axe was recht achter me, hij pakte me bij mijn rugzak en trok me dan achter zijn hutje. Ik hoorde allerlei geschreeuw en rumoer vanuit het dorp.
Ik keek recht in Axe's ogen, die hemelsblauw waren, maar meer kon ik van zijn gezicht niet zien. Het was verborgen onder de kap van zijn mantel, die hij wel nooit uit leek te doen.

'Hoor je ze? Hoor je de woede bij de mensen?' vroeg Axe me. Hij lachte als een krankzinnige naar de hemel. 'Ze komen voor mij. Ze weten dat je bij me bent. Niet erg voorzichtig, meisje. Ren. Nu. Ik kom meteen achter je aan.'

Als verstijfd bleef ik staan, helemaal onder de indruk van Axe. Hij had een rare uitwerking op me. Een soort van mengeling van angst, verwondering en paniek. Ik wist niet meer wat ik moest doen. Ik wilde Axe vertrouwen.

Dus begon ik te rennen. De geluiden achter me werden sterker. Ik kon zelfs een paar woorden onderscheiden. 'Moordenaar,' riepen ze, 'monster, geef ons Madeline terug.' Ik kneep mijn ogen dicht en bleef doorrennen, wat erin resulteerde dat ik bijna op mijn gezicht ging.

'Oppassen, meisje, als je wil dat ik je help, moet je wel nog leven tegen dat we het bos uit zijn' klonk er opeens naast me. Ik keek opzij en zag dat Axe schuin achter me liep. Even ving ik weer een glimp van zijn gezicht op, maar het moment was te kort.

Plots botste ik tegen iets op waardoor ik gedwongen werd een stap naar achteren te doen. Ik wankelde op mijn benen en schudde mijn hoofd om het helder te krijgen. De lucht voor me rimpelde even in lichtpaarse kleuren en golfde zachtjes. Niet-begrijpend liep ik erop af om het aan te raken.

'Doorlopen graag', meldde Axe wanneer hij in zijn vingers knipte en voorbij liep. Mijn hand viel gewoon door de wand of muur of wat het ook was heen en ik besloot dat rennen opnieuw de beste oplossing was.

'Wat ben jij?' schreeuwde ik naar Axe, die een stukje voorop liep. Hij grinnikte en keek me over zijn schouder aan.

'Ik ben alles wat je denkt dat ik ben, maar ook weer niet, schatje. Beslis jij dat maar.' Met opgetrokken wenkbrauwen liep ik achter hem aan. Zijn bijl hing dreigend over zijn schouder. Ik kon alleen maar denken aan mijn angst dat hij dat ding per ongeluk los zou laten...

Net toen ik dacht dat ik dood neer zou vallen van het rennen, stopte Axe met lopen. Ik aarzelde niet en stopte ook meteen. Wanneer ik naast hem stond, keek hij me aan. Althans dat dacht ik toch...

'Kan je dat niet aan?' vroeg hij geamuseerd. Hij leunde nonchalant tegen een boom aan en kruiste zijn armen. Hijgend leunde ik met mijn handen op mijn knieën.

'Waar zijn we nu?' perste ik eruit. Ik zoog een hele teug lucht naar binnen en haalde diep adem. Ik moest eerst maar eens zien om wat lucht in mijn longen te krijgen.

'Nog steeds in het bos', meldde Axe droogjes. Ik keek hem schamper aan en had wat teruggezegd als ik niet zo doodsbang was geweest. 'We zijn wel al voorbij de afweerspreuk. Dat paarse ding dat je zag. Dat was een muur van magie, opgetrokken rond heel Cantuu. Als bescherming.'

'Bescherming tegen wat?' vroeg ik nieuwsgierig. Ik hing aan Axe's lippen nu. Nieuwsgierigheid was altijd al mijn zwakke punt geweest. Helaas gebruik ik mijn nieuwsgierigheid niet wijs...

'Tegen de eventyr, Madeline. Nooit van gehoord?' vroeg Axe me. Ik schudde mijn hoofd. 'Mooi. Houden zo.'

.

Tegen de avond hadden ik en Axe nog een heel eind gelopen tot we uiteindelijk hadden besloten dat we maar beter hier konden overnachten. Axe zei dat het hier 's nachts gevaarlijk was. Iets met de eventyr. Ik had het gevoel dat Axe zich zelfs niet op zijn gemak voelde voor die eventyr.

'Dus wat zijn die eventyr nou?' vroeg ik toen Axe het vuur had aangekregen en zo het donkere bos een beetje licht bezorgde. Ik liet me zakken op een houten stronk die we zorgvuldig hierheen hadden gesleept.

'De eventyr? Weet je zeker dat je dat wel wil weten?' vroeg Axe, die tegenover me zat met zijn bijl op zijn schoot. Ik knikte.

'Waarom denk je dat ik het vraag.' Axe grinnikte en deed zijn kap af. Even hapte ik haast onmerkbaar naar adem omdat ik eindelijk zijn gezicht ging zien. Eindelijk wist ik wie dé Axe nu was.

Helaas.

Axe's gezicht was half bedekt met een soort masker. Alleen zijn ogen, neus en rechterwang waren niet bedekt. Zijn mond natuurlijk ook niet. Ik vroeg me af waarom zijn gezicht zo ingepakt was.

Toch zag Axe's gezicht er helemaal niet slecht uit. Het gedeelte dat ik kon zien toch. Zijn ogen waren, zoals ik eerder opgemerkt had, hemelsblauw en zijn gezicht had zachte contouren, behalve aan zijn jukbeenderen. Die hard en kil waren.

'Dus je wilt weten wat de eventyr zijn, schatje?' mompelde Axe terwijl hij zijn bijl bijsleep met een steen. Het maakte een snerpend geluid dat me in elkaar deed krimpen.

'Inderdaad.'

'Wel, Madeline, de eventyr zijn de meest gevaarlijke wezens die hier in het bos leven. Zij zijn, zoals je ze in jouw wereld noemt, sprookjesfiguren. Madame Zamila uit jouw dorp bijvoorbeeld is ook een eventyr. Maar dat wist je al', vertelde Axe. Hij had zijn ogen op het vuur gericht en staarde ernaar alsof alles wat hij vertelde uit het vuur voortkwam.

'Maar zij is toch niet gevaarlijk?' bracht ik er tegenin. Axe keek me kort aan en trok zijn wenkbrauw op.

'Zij niet nee. Zij behoort nog tot andere soorten. Bastaarden zijn altijd minder gevaarlijk dan volbloed eventyrs.'

'Maar wat doen ze dan?' vroeg ik hem. Axe grijnsde geheimzinnig.

'Oh, wat ze doen? Ze kruipen in het holst van de nacht naar je toe om je te bekijken, te ruiken, te proeven.' Axe's stem stierf langzaam weg. Hij dacht aan iets wat ik niet kon weten. 'Ze voeden zich met je nachtmerrie. Men zegt ook wel eens dat eventyrs nachtmerries veroorzaken.'
Ik hapte naar adem en sloeg mijn armen dichter om mezelf heen. Niet alleen omdat ik rilde van de kou, maar ook van de angst. Ik wilde niet wéér een nachtmerrie. Niet nog een litteken. Alsjeblieft...

'Maar dat is niet zo', stelde Axe me gerust. 'Ze zijn net als ze jullie sprookjes beschreven worden, liefje. Ken je Repelsteeltje?' Ik knikte.

'Repelsteeltje bestaat ook echt. Ik geloof zelfs dat hij in dit bos rondhangt. Sluit dus nooit zomaar een deal met iemand die je hier tegenkomt, Madeline. Dat kan je je leven kosten en ik denk dat dat net is wat je wilt vermijden', zei Axe. Ik knikte opnieuw. Ik kon immers geen woord uitbrengen.

'Hoe moet je ze op afstand houden?' vroeg ik bezorgd wanneer ik mijn stem terug had gevonden.

'Geen zorgen. Ik heb een bescherming rond deze open plek opgetrokken. Dat moet ze deze nacht wel tegenhouden. Wanneer het licht is, kan ik je niet beloven, Madeline.'

Ik wilde het onderwerp laten rusten en staarde samen met Axe in het vuur. Van Axe kreeg ik het al doodsbenauwd, ik wilde niet weten wat er zou gebeuren als er een eventyr langskwam...

'Hoe kwam jij eigenlijk in het bos terecht?' vroeg ik hem na een tijdje. Axe keek verbaasd aan en hield zijn hoofd een beetje schuin.

'Laten we zeggen dat mijn familie niet zo'n lieverdjes waren', mompelde hij voorzichtig.

'Waarom trok je dan niet in het dorp in? Jij bent, als ik het juist heb, toch geen mens?'

'Dat ben ik inderdaad niet, maar ik ging wel het dorp in. Ik heb er een heel tijdje gewoond.'

'Als je er gewoond hebt, dan ken je iedereen', prevelde ik. Ik dacht na en voelde de frons op mijn voorhoofd groeien. 'Waarom vermoorde je dan al die mensen? Je vermoordde Kantoro! Hoe kon je de mensen die je kende zomaar vermoorden?'

Axe legde zijn handen op zijn schoot en keek me aan met een verveelde uitdrukking.

'Ik zei ook niet dat alles wat ik heb gedaan heb, goed was.'

Axe {De Vervloekte Trilogie 1}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu