1. Kerkklusjes met de hulp van Satan

1.8K 115 12
                                    

Wanneer ik helemaal aangekleed beneden aankwam bij het ontbijt, keek Pam me bezorgd aan. Haar blik gleed naar mijn hals en ze opende haar armen al voor me.

'Opnieuw een nachtmerrie?' vroeg ze wat overbodig. Ik knikte en liet toe dat ze haar armen om me heen sloeg. Pam was een kopje kleiner dan me, ook al was ze haast hondervijfentachtig.

'Ik wou dat ik iets kon doen, kindje', zei ze terwijl ze troostend met haar hand over mijn rug wreef.

'Weet ik.' Ze liet me los en glimlachte mistroostig naar me. Ik wist wat ze dacht.

Morgen zou ik negentien worden en dat betekende dat ik nog maar een jaar over zou hebben om mijn vloek te verbreken. Het was wreed.

'Hé daar, jonkie', zei Yom vrolijk toen hij de keuken inkwam. Hij kuste Pam op de wang en ging tegenover me zitten. Zijn blik gleed naar mijn hals, maar hij zei niets.

'Dus wat is dat ene dingetje dat ik voor u moet doen?' vroeg ik wanneer Pam me wafels opschepte.

'Oh natuurlijk! Bijna vergeten', mompelde Yom verward toen hij met hij hand op tafel sloeg. Hij glimlachte verontschuldigend. 'Ik wil dat je vandaag eerwaarde Gabriël gaat helpen in de kerk. Met al die moorden de laatste tijd...'

'De hele dag?' vroeg ik met opgetrokken wenkbrauwen.

'Zolang als nodig is, Madeline.' Dat was het. Ik kon er nu niet meer onderuit. Wanneer Yom mijn echte naam zei en niet één van mijn vele bijnamen, stond het vast.

Met een zucht stond ik op. Yom was stamhoofd van Cantuu en het was natuurlijk best logisch dat ik klusjes voor hem moest opknappen in het dorpje. De verplichtingen van de adoptiedochter van de burgemeester.

'Tot vanavond', zei ik wanneer ik Pam omhelsde en zwaaide naar Yom. Ik liep ons huisje uit en ging op weg naar eerwaarde Gabriël. Eerwaarde Gabriël was nog best jong tegenover al de anderen hier. Ik geloof dat hij iets ouder is dan ik als je de jaartelling van ons, mensen, gebruikt tenminste.

Een paar mensen in het dorp groetten me wanneer ik voorbij liep. Dat deden ze alleen vanwege Yom. Ze kwamen ook vaak naar mij als ze wat nodig hadden van hun stamhoofd. In dat opzicht verschilden deze wezens niet zo heel erg van mensen.

'Ah Madeline!' riep eerwaarde Gabriël vanop het kleine minikerkhofje voor de kerk. Het grote kerkhof bevond zich naast de velden. Ze hadden het beveiligd met ijzeren tralies en stenen muren om Axe buiten te houden. Ik vroeg me af waarom dat nodig was... alsof hij even lijken zou gaan stelen.

'Eerwaarde Gabriël', zei ik plechtig toen ik zijn hand schudde met een glimlach. Hij knikte naar me en klopte met zijn schop, die hij in zijn andere hand had, op het pas dichtgegooide graf. Daarna stak hij hem in de grond en plaatste zijn voet daarop.

'Weer een dode?' vroeg ik. Gabriël knikte. 'En ook weer een slachtoffer van Axe?'

'Ach Madeline, haast niemand sterft hier meer natuurlijk', zei hij spijtig. Ik keek naar de graven. De plaats hier begon op de raken. Ik zag dat sommige aardehopen hoger waren dan de anderen, wat suggereerde dat er meerdere mensen in begraven waren. De grafstenen waren daar dan ook weggehaald.

'Waarom doet hij dit? Of zij...' vroeg ik hem. Gabriël haalde zijn schouders op en volgde mijn blik over de graven.

'Geen idee. Wraak? Krankzinnigheid? Moordlust? Wie zal het zeggen.' Gabriël gooide de schop over zijn schouder en liep naar een klein hok net naast de kerk, waar hij zijn gereedschap bewaarde.

'Dus wat moet ik voor u doen?'

'Juist. Madeline, ik wil dat je me helpt met wat klusjes in de kerk. Het preekgestoelte moet hersteld worden en je kan me ook helpen met het oppoetsen van de vloer.' Hij glimlachte en liep me voor naar binnen. Ik zuchtte bij elke trap naar de kerk een beetje luider.

Ik was erg handig in het repareren van dingen. Niet echt iets voor een meisje, maar het was een soort gave. En dat wist heel het dorp. Ik werd vaak gevraagd om klusjes op te knappen. Vaak kreeg ik daar dan ook een vergoeding voor.

De deur achter me klapte dicht wanneer ik binnen was. Een rilling kroop over mijn rug.

'Ik ga even het gereedschap halen, Madeline. Ik ben zo terug. Begin al maar het het boenen van de vloer' meldde Gabriël.

.

Een halfuur later, en Gabriël was nog steeds niet terug. Ik gooide gefrustreerd de borstel, waarmee ik de vloer had zitten schrobben, weg en zette me recht op mijn knieën. Mijn rug deed verschrikkelijk pijn.

'Eerwaarde Gabriël?' riep ik luid genoeg zodat hij me kon horen al was hij nog helemaal achter in het kerkgebouw. 'Eerwaarde Gabriël, waar bent u?'

Een laag gegrom steeg op van het deurtje rechts van het altaar. Mijn intuïtie vertelde me dat dit wel eens gevaarlijk kon zijn, maar ik was toch naïef genoeg om op de deur af te lopen.

Ik reikte met mijn hand naar de deurknop. Een klikkend geluid steeg op gevolgd door het kraken van de houten deur die zich spontaan opende. Draai je om nu het nog kan, Madeline.

Eenmaal voorbij het deurtje bevond ik me in een lange, smalle gang met afbladerend, beige behangpapier en marmeren vloer. Iets zei me dat dit gevaarlijk was, dat ik niet door mocht lopen. Spijtig dat ik zo koppig was.

'Madeline!' riep een stem die ik herkende als die van eerwaarde Gabriël. Ik zette het op een lopen, de smalle gang door en eindigde in een open ruimte. De ruimte waar Gabriël zijn priestergewaden aantrok. Daar vond ik hem.

'Eerwaarde Gabriël,' stootte ik geschrokken uit, 'alles oké?' Hij lag op de vloer en keek me nogal geschrokken aan. Ik knielde bij hem neer en ondersteunde de arme man toen hij recht wou zitten.

'Het was zo raar, Madeline, opeens kon ik me niet meer bewegen', bracht hij ongelovig uit. 'Het leek wel of ik bezeten was door Satan.' Ik hielp hem rechtstaan en reikte hem een flesje water toe dat op een lage kast stond.

'Gelooft u werkelijk dat het Satan was?' vroeg ik Gabriël. Hij knikte, zeer overtuigd.

'Natuurlijk! Wie anders zou zo'n rotte streken uithalen?' Ik snoof schamper en pakte de gereedschapskist die naast Gabriël op de grond stond. Ik kon me wel iemand voor de geest halen die zo'n "rotte streken" uithaalde.

'Dus ik moet het preekgestoelte herstellen' begon ik toen ik hem voorliep, terug de kerk in. 'Wat scheelt eraan?'

'Oh hij is wat doorgezakt. Ik denk dat het volstaat als je die planken terug vast timmert.' Ik knikte en liep de trappen van het altaar af. Mijn voetstappen echooden door de kerk heen.

Ik begon meteen met het herstellen van het preekgestoelte want ik wilde hier zo snel mogelijk weg. Ik had een akelig voorgevoel. Alsof hij hier was.

Narcisso Death.

Axe {De Vervloekte Trilogie 1}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu