4. Geen weg terug?

118 3 0
                                        

4

Geen weg terug?

Het is een grote struisere man met zwart haar. Hij staat met zijn rug naar mij gericht dus kan ik jammer genoeg zijn gezicht niet zien. Dan kunnen we eindelijk beginnen gaat hij verder. Met wat, ik wil e deur uitlopen en het hem vragen. Maar ik hou mezelf tegen. Ik doe de deur dicht en leg me terug in mijn bed. Ik ben niet de enige die speciaal is, maar waar had die man het over. Met wat kunnen ze beginnen? Yanic blijft nog even aan de deur luisteren en gaat dan ook in zijn bed liggen. Hij zegt slaapwel en valt direct in slaap, ik heb een hevige nacht. Ik schiet verschillende keren waker. Ik heb steeds nachtmerries over die man van de avond. Als Yanic' weker gaat besef ik dat het al ochtend is. Ik ben nog doodmoe maar kom dan toch uit mijn bed. Ik doe mijn pyjama uit en doe mijn propere keren aan. Als ik aangekleed ben kijk ik naar mijn handen die terug een normale kleur hebben . Ik loop naar beneden en schuif mee aan tafel met Lien en Juta. Neem een boterham en doe er choco op, dan besef ik dat het vandaag mijn eerste schooldag is op de school hier. Juta zegt tegen mij dat we s 'middags op school moeten blijven eten, dus moet ik mijn boterhamen klaarmaken. Als ik daarmee klaar ben loop ik met mijn brooddoos in mijn handen naar mijn kamer. Daar pak ik een rugzak, steek de brooddoos in. Ik loop naar de badkamer en poets mijn tanden daar, als ik met alles klaar ben. Wacht ik op Yanic aan de voordeur. Als Yanic naar beneden komt, doe ik mijn jas nog aan en vertrekken we samen. Hij zegt dat onze school niet zo ver is. We stappen de poort uit en gaan naar rechts. Op onze weg praten we over de man die we vannacht hebben gezien. Op het einde van de straat slaan we weer rechts af en onder tussen vraagt Yanic of we niets tegen de meisjes moeten zeggen over die man? Ik weet het niet, maar misschien is het beter van niet. Vermits Lien al zo reageerde gisteren op de pijn. "Ja, maar die pijn is wel iets totaal anders." antwoordt Yanic. ik vraag hem of die twee dingen met elkaar te maken zouden hebben? de man had het over het starten van iets vraag ik hem. "ssst, hier de school." zegt hij plots.

Het is een grote school met verschillende gebouwen. We staan nu op de speelplaats met recht voor ons een gebouw dat doorloopt tot links van me, het is een hoekgebouw. Rechts van me is ook nog een gebouw, aan de grote te zien van de

gebouwen is er geen tweede verdiep. Yanic begint uit te leggen en wijst af en toe ergens naar, maar ik luister maar de helft. Wat is er begonnen en wat wit hij ermee denk ik bijna luidop. We beginnen vandaag met Nederlands hoor ik plots, maar het is niet de stem van Yanic. Het is Yanayca 's stem, ze loopt naar het gebouw voor ons en ik volg haar zo goed mogelijk. We komen in een lokaal terecht, ik zet me naast Yanic die helemaal achter aan de klas zit. Net op het moment dat ik me neerzet komt de leerkracht binnen. Het is een oudere man die kalend is, maar wel nog rond zijn oren nog grijze haren heeft. Hij heeft ook nog een bierbuik en draagt een hemt met daar nog een hesje over. Hij kijkt mij een fronsend aan en vraagt dan wie ik ben? "Ott Watermaen." antwoord ik daarop, haa ..., juist Juta had het tegen de directeur gezegd antwoord hij. Hij vult er nog aan toe dat ik het hier goed moet doen en veel plezier moet beleven. Veel plezier op school? Die is gek in zijn hoofd geworden zeker denk ik. De minuten gaan traag voorbij maar na aardrijkskunde en wiskunde is het eindelijk middag. Ik rammel van de honger, we lopen met zen tweetjes naar de refter en zetten ons daar aan een tafeltje. Dan komen ook Lien en Yanayca bij ons zitten en probeer ik oogcontact te maken met Yanic. Als ik het heb, vraag ik zonder woorden te gebruiken, of ik het mag vertellen over die man van vannacht.

Hij verbreekt het oogcontact en denkt dan eens goed na, er verstrijken een paar minuten totdat Yanic vraagt aan de meisjes of ze vannacht iets vreemd hebben gehoord. Ze kijken hem vreemd aan en dan antwoordt Lien op zijn vraag "Neen Yanic wij hebben niets gehoord, gezien of iets anders." We hebben gisteren nog wat met elkaar gepraat maar daar blijft het dan ook wel bij gaat ze verder. "Waarom vraag je dat broer?" vraagt Yanayca. Yanic begint uit te leggen dat gisteren toe Juta slaapwel was komen zeggen, hoorde we ze naar haar kamer gaan. "Ja, wat is daar speciaal aan dit alles?" komt Lien er plots tussen. ja dit is nog niet speciaal dat weet ik ook, maar als je mij nu eens zou laten uitpraten gaat Yanic verder op een geërgerde toon. "Oké, oké ik zal wel zwijgen." antwoordt Lien op de reactie van Yanic. Dus waar zat ik gaat hij verder, als Juta dan aan haar kamer kwam, kwam er ook een man van de trappen. "Hij kwam van zolder denk ik." zegt Yanic nog als laatste. Lien en Yanayca reageren ook meteen. "Wij hebben toch helemaal geen zolder?" vraagt Lien. "Ik denk wel dat wij een zolder hebben!" antwoordt ik.

Toen ik gisteren om mijn drinken ging tijdens het eten hoorde ik iets boven. Ik ging toen daar eens kijken en ik zag een deur, maar niemand te zien. Als ik terug wou vertrekken ging de deurklink plots naar beneden. Ik vond het zeer vreemd, Yanic en Lien beginnen te discussiëren over wie de man zou kunnen zijn. Als er een mijn bij ons komt staan wordt het plots zeer stil. Hij kijkt ons bezorgt aan alsof hij ons ganse verhaal heeft gehoord. Hij begint te praten maar zegt rare dingen en er blijft mij maar een zinnetje van gans zijn uitleg bij. HET GEVAAR DRIJGT, ER STAAN MOEILIJKE TIJDEN TE WACHTEN! Plots hoor ik het geluid van de bel en sta recht. Bij Frans hebben Yanic en ik het over de man van tijdens de middag. Hij weet mij te vertellen dat het de geschiedenis leerkracht is, maar wat bedoelde hij, welke moeilijke tijden? Hoe kan hij dat weten? hij kan ons gesprek zeker niet gehoord hebben, die vragen houden mij de komende drie lesuren zoet. Als de bel weer gaat lopen ik en Yanic weer alleen naar huis, omdat de meisjes nog een lesuur hebben.

Als we thuis komen lopen we meteen naar onze kamer, droppen onze rugzak daar en vraag ik aan hem of we een kijkje gaan nemen boven? We sluipen door de gang en horen dat Juta beneden bezig is, dus kunnen wij gemakkelijk naar boven. Als e boven aankomen kijkt Yanic aandachtig rond, we hebben handschoentjes aangedaan die we hadden meegenomen op school als grapje. Yanic doet echt als een inspecteur van de politie. Ik wijs naar de deurklink en zegt dat dit de deurklink was die bewoog gisteren. Ik voel eraan om te kijken of hij open is, maar dat is hij jammer genoeg niet. Nog voor we het zelf beseffen staat er iemand achter ons, ik kijk naar Yanic met een bange uitdrukking. We draaien ons beide langzaam om omdat je doodsbang zijn. Als we zijn omgedraaid, zie ik Juta. Ze ziet er niet heel blij uit. "Wat doen jullie hier!" vraagt ze met een boze stem. Nog voor we en smoes kunnen verzinnen of mogen antwoorden begint ze met haar preek.

Jullie kunnen hier niets komen doen, ik weet niet wat er allemaal in jullie kopkes speelt. Maar het tweede verdiep net zoals mijn kamer is verboden terrein. Als ik jullie hier nog eens een keer zie zullen er sancties volgen en geen lichte! Als we willen doorgaan omdat we dachten dat Juta gedaan had met preken. Houd ze ons tegen en zegt dat sinds ik er ben dat Yanic dinges doet die niet mogen, her pak u vandaag nog vult ze eer nog aan toe. "En nu naar beneden!" roept ze nog. Half in shock gaan we naar beneden. Wat was dat allemaal, die was egt mega kwaad.

Als we voorbij de meisjes kamer lopen, horen we dat ze al terug zijn. We kloppen aan en gaan dan naar binnen. We vertellen ons verhaal aan hun en waarop Yanayca meteen reageert "Er is daar iets speciaals anders zou Juta nooit zo reageren!"

Ze heeft wel gelijk antwoordt Lien. "Maar wat is daar dan?" vraag ik terwijl ik weet dat zij daar ook geen antwoord op hebben. Het gesprek stop als Juta ons roept voor het eten, we gaan met zen allen aan tafel zitten. Yanic en ik doen onze taak na het eten en gaan daarna bij de meisjes in de zetel zitten. Na een tijdje besluit ik om naar boven te gaan, als ik boven ben. Zie ik dat Juta achter mij aan sluipt, waarschijnlijk om te kijken of ik niet naar de zolder zal gaan. Maar ik loop door naar mijn kamer, als ik op mijn kamer binnen kom ga ik aan mijn bureau zitten en start ik mijn laptop op. Na een paar minuten hoor ik plots.

De elementenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu