8. De afspraak.

68 1 0
                                    

8

De afspraak.

Op dat moment gaat de deur van mijn kamer open en hoor ik Yanic, Ott roepen. het wordt meteen muisstil boven en ik loop de trap af. “Ssssttt!” sis ik naar Yanic, ik sleur hem terug de kamer in en zeg hem dat hij terug in zijn bed moet kruipen. Ik kruip ook snel mijn bed in, maar nog voor we ons licht uit kunnen doen staat Juta hier al aan de deur. “Wat heeft dit allemaal te betekenen? Ik ben het stilaan beu aan het worden met jullie kleine etterbakjes!” verteld ze en verteld ze, nog voor ze is uitgepraat ben ik al in slaap gevallen.

Als ik terug waker wordt is het al tijd om te gaan ontbijten. Ik heb eigenlijk echt geen zin om Juta te zien nu, ik ben gisteren gewoon in slaap gevallen terwijl zij nog aan het praten was. Hoe grof moet dat niet overgekomen zijn?

Ik kom aan de ontbijttafel, maar Juta is nergens te zien. “Waar is Juta?” vraag ik aan de andere aan de tafel, waarop Lien antwoordt dat ze haar niet goed voelde en terug op haar bed is gaan liggen.

Na het gewoonlijke ochtendritueel kom ik op school aan, maar tijdens Engels merk ik op dat ik mijn boeken voor het volgende uur ben vergeten ben. Tijdens de speeltijd mag ik er snel naar huis om het boek te gaan halen.

Als ik binnenkom hoor ik ze weer bezig in de woonkamer, ik sluip ernaartoe en luister hun gesprek af.

“Het begint e zwaar op mijn zenuwen te werken dat die twee pipos hier in het huis overal rondspoken en steeds onze gespreken mee luisteren! Kunnen wij hier nu niet gewoon alles klaren maken voor de ontneming van …!” stopt Jurgen plots met vertellen! hij draait zijn hoofd en dan plots zijn blik. hij kijkt me recht in mijn ogen! de blik is moordend, zijn donker bij zwarte ogen zouden mij neer schieten als ze dat konden. Hij zegt niets hij blijft mij gewoon aankijken en elke seconde lager hij kijkt hoe meer pijn ik voel in mijn hart, het zijn een soort van steken. Hoe heeft hij mij gezien? Ik sprint weg.

Ik pak mijn boek op mijn kamer en loop zo snel mogelijk terug naar school.

Ik kom helemaal bezweet en in paniek de les binnen, zijn blik. Hij heeft mij gezien, hoe? Helemaal uitgedroogd, ga ik op mijn plaats zitten. Ik pak het flesje water uit mijn rugzak, maar nog voor ik een slok kan nemen zegt de leerkracht :”Watermaen! Ken jij de regels niet?! Geen etenswaren of drinken! Dus ook geen water!” Ik smeek hem :”Een slokje, meneer alsjeblieft. Ik kan niet zonder dat ene slokje. Het is echt mega belangrijk!” Hij komt naar me toe en trekt het flesje uit mijn handen en zet het op zijn bureau. En natuurlijk gaat hij gewoon verder met zijn les alsof er niets gebeurt is.

Nog geen vijf minuten later wordt het hier zo warm. Alles begint te draaien en sneller te draaien. Iedereen zie ik twee, drie keer in plaats van een keer. “Meneer, alsjeblieft …?” smeek ik nog eens en op dat moment wordt alles zwart.

Als ik waker wordt, staat iedereen rond me. Ik zet me recht en loop de klas uit, wat moet iedereen wel niet denken. Doet hij dat gewoon voor de aandacht? Dan merk ik pas dat Lien me gevolgd is, ze roept :”Ott, wacht. Wat is dat allemaal. Niemand wist wat te doen en dan herinnerde ik het mij van de vorige keer. Het water was de oplossing. Het is niet meer de eerste keer meer dat je zomaar flauwvalt!” Ik stop en pak haar hand vast, haar hand is loeiheet. Het lijkt wel alsof ze koorts heeft. Ik wil het haar wel vertellen maar dit is niet de plaats omdat te doen, duw vertel ik weer hetzelfde als de vorige keer :”Ik kreeg geen zuurstof meer. Laat het gewoon, het is niet erg. Het is niet dat ik dood was hoor.” vertel ik spottend. Ze kijkt me kwaad aan en verheft dan haar stem :”Jawel, de leerkracht wou de ziekenwagen al bellen. Hij voelde aan je nek om een hartslag te vinden, maar hij vond er geen! Wat is dat allemaal? Het is niet gezond en normaal meer Ott!”

De elementenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu