Hoofdstuk 20

331 20 4
                                    

Fenna trilt van top tot teen. Zonder zijn arm van haar rug af te halen pakt Evert haar vest van de grond – waar het was blijven liggen nadat hij haar arm had onderzocht – en legt hij het over haar schouders heen. Ze wurmt haar rechterarm door de mouw, links laat ze hangen. Ze legt haar hoofd op zijn schouder en haalt langzaam adem. Ze kan nauwelijks meer normaal denken, het lijkt wel alsof de pijn haar helemaal overgenomen heeft. Ze probeert kalm te blijven en rustig te blijven ademen, maar haar arm doet zo veel pijn dat ze er misselijk van wordt.

Evert streelt zacht wat haren uit Fenna's gezicht. Ze is nog steeds lijkbleek. Hij drukt een kus op haar voorhoofd. "Misschien kan je proberen wat te slapen?" Hij kijkt haar bezorgd aan. Het zal niks oplossen, maar als ze slaapt heeft ze in elk geval geen last van de pijn, die ze nu zo overduidelijk voelt. Langzaam knikt ze. Ze kijkt naar het matras, dat zo'n twee meter verderop ligt. Twee meter is niks, maar ze moet er niet aan denken te moeten bewegen. Als ze stil zit doet haar arm al zo'n pijn.

"Kom maar," Evert ziet de twijfel op Fenna's gezicht. Hij houdt zijn arm stevig om haar middel en laat haar op hem leunen als ze samen opstaan. Ze houdt zijn schouder stevig vast; hij voelt haar nagels in zijn huid drukken. Als Fenna op haar rug op het matras ligt is haar gezicht vertrokken van pijn. Evert gaat naast haar zitten, ter hoogte van haar heupen, en aait zacht over haar bovenbeen. "Probeer maar te slapen, Fen," fluistert hij tegen haar. Haar blik schiet even naar de deur van de kelder, en dan terug naar hem. Naast pijn ziet hij ook angst in haar ogen. Hij pakt haar rechterhand vast. "Ik blijf wakker, ik bescherm je." Even knikt ze vermoeid, dan vallen haar ogen dicht.

Als Evert ziet dat Fenna's ademhaling langzamer wordt, zucht hij diep. Toen ze wakker was moet hij proberen zo goed mogelijk rustig te blijven, nu mag hij zelf ook even in paniek zijn. Hij probeert weer aan de EHBO-cursus te denken. In plaats van de inhoud komt vooral het lachende gezicht van Fenna in hem op. Ze was op de ochtend van de eerste dag van de driedaagse cursus ziek geweest. Koppig als ze is, was ze wel naar het bureau gekomen, maar Van Zijverden had haar direct weer naar huis gestuurd. Achteraf had ze het niet erg gevonden, omdat ze de eerste dag had gemist hoefde ze de rest van de cursus ook niet te volgen, en had ze mee mogen werken aan een hele interessante moordzaak. Ze had het heel grappig gevonden toen hij vertelde dat hij had geleerd hoe hij een mitella kon knopen van een T-shirt. "We werken met lijken." Had ze gelachen. Nooit hadden ze bedacht dat ze in een situatie terecht zouden komen waar ze deze kennis voor zichzelf nodig zouden hebben.

Evert begraaft zijn gezicht in zijn handen. Hij moet focussen. Terugdenken aan goede tijden gaat niemand helpen. Kleur van de vingers. Dat was belangrijk. Als de vingers wit en koud waren was er iets mis met de doorbloeding. Dan moeten ze gelijk naar het ziekenhuis. Als hij het bedenkt moet Evert zich inhouden om niet hardop te schelden. Alles wat hij heeft geleerd was alleen van toepassing op tijdelijke situaties, gericht op stabilisatie, waarna het slachtoffer naar het ziekenhuis gebracht moest worden. Daar heeft hij nu helemaal niks aan. Toch controleert hij haar vingers even. Hij haalt opgelucht adem als hij merkt dat ze niet wit zijn. Koud zijn ze altijd, daar maakt hij zich geen zorgen over.

Fenna opent langzaam haar ogen weer. Ze probeert rechtop te gaan zitten, maar pijn schiet door haar arm. "Fuck," mompelt ze. Toch geen droom allemaal. Voordat ze haar ogen opende had ze eventjes de hoop gehad dat het een droom was geweest. Dat ze gewoon in haar eigen bed wakker zou worden. Of in het slechtste geval hier in de kelder, maar niet met deze arm. Het doet pijn, en ze vindt het een vreselijk idee dat ze hier in deze kelder vastzit met een breuk in haar arm die er absoluut niet goed uitziet – volgens Evert dan. Zelf is ze al misselijk genoeg zonder dat ze het ziet.

"Evert?" Fenna ligt nog steeds op haar rug, en Evert komt nu voorzichtig naast haar liggen. Ze kijkt hem aan. "Kan in naar mijn arm kijken?" Hij knikt, en zonder iets te zeggen helpt hij haar overeind. Ze leunt met haar rug tegen de muur. Heel voorzichtig vouwt hij de mitella terug zodat ze kan kijken. Haar maag draait zich om. Haar onderarm is in een rare hoek gebogen. Het ziet er zo onnatuurlijk uit dat ze nauwelijks kan geloven dat dit haar arm is. Snel kijkt ze weer weg.

---------------------------------

Zondag dus twee deeltjes vandaag! 😊

xoxo Laura

GevaarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu