Hoofdstuk 29

337 22 5
                                    

"Ze zou vandaag achttien zijn geworden." Lukas' ogen tranen. Hij beweegt zijn hand naar achteren, en laat de zweep dan hard op Fenna's buik terecht komen. Het geluid van het leer op haar blote huid galmt door de kelder. Fenna onderdrukt een schreeuw. De streep op haar buik waar de zweep neerkwam brandt pijnlijk. Ze durft er niet naar te kijken, ze houdt haar blik strak op Lukas gericht. De tranen stromen inmiddels over zijn wangen. "Ze zou vandaag jarig zijn geweest." Zijn stem klinkt gebroken. Ondanks alles wat hij de afgelopen dagen heeft gedaan, voelt Fenna toch medelijden voor hem. Ze weet hoe het is om een dierbare te verliezen, en ze weet hoe vreselijk veel pijn het dan doet op dit soort dagen.

"Het is jullie schuld," Lukas laat de zweep weer op Fenna's huid terechtkomen. "Als jullie gewoon jullie werk hadden gedaan was dit nooit gebeurd." Weer klinkt de knal van leer op huid. "Dan had ze nu nog geleefd." Fenna begint te trillen door de pijn en angst. "Dan was ze nu achttien geworden." Na elke zin slaat Lukas hard met de zweep, Fenna schreeuwt het uit van de pijn. "Ze was nog maar een jong meisje." Evert wendt zijn blik af. "Ze had nog een heel leven voor zich." Tranen stromen langs Fenna's wangen. "Jullie hebben haar haar hele toekomst ontnomen." Weer haalt Lukas uit met de zweep. "Mijn zusje is dood en het is jullie schuld." Hij huilt hevig, en hij blijft maar slaan met de zweep.

Abrupt draait Lukas zich om na een paar minuten. Hij loopt de trap op, de kelder uit. Hij gooit de deur achter zich dicht. Evert en Fenna blijven beiden bewegingsloos achter. Evert is geschokt door wat hij net heeft moeten zien. Fenna is gewoon kapot; zowel fysiek als mentaal is ze helemaal op. Na een paar seconden hervindt Evert zijn vermogen om te bewegen. Hij staat op en gaat gelijk naar Fenna toe. Geluidloze tranen stromen over haar wangen. Ze laat haar blik even over haar lichaam gaan. Over haar buik en ribbenkast zitten veel diepe striemen verspreidt. Een aantal zelfs zo diep dat er kleine stroompjes bloed naar beneden lopen. Ook op haar hals en in haar gezicht voelt ze haar huid branden.

Voorzichtig maakt Evert Fenna los. Ze struikelt naar voren, tegen hem aan. Met haar rechterarm klemt ze zich aan hem vast. Het maakt haar niet uit hoe veel pijn het doet, ze heeft het even nodig om dicht bij hem te zijn. Ze drukt haar gezicht tegen zijn schouder aan, en begint dan hevig te snikken. Evert houdt haar vast, en wrijft over haar rug. Ze staat te trillen op haar benen, en langzaam ondersteunt hij haar naar het matras. Ze zakt neer, en hij gaat naast haar zitten. Hij houdt zijn armen om haar heen en laat haar uithuilen op zijn schouder.

Als Fenna weer enigszins rustig is, hangt ze stil tegen Evert aan. Ze luistert naar Lukas, die boven heen en weer loopt. Als hij na een halfuurtje het hutje uitloopt en ze de auto hoort wegrijden klopt ze zachtjes op Everts schouder. "Hij heeft de deur niet op slot gedaan," fluistert ze. Ongelovig kijkt hij haar aan. "Vast wel." Ze schudt haar hoofd. "Ga maar kijken." Even kijkt Evert haar strak aan, dan legt hij haar voorzichtig neer op het matras. Ze laat het gebeuren, ze heeft geen kracht om zelf te blijven zitten. Ondanks zijn voorzichtigheid kreunt ze toch even, de pijn is ondragelijk. Ze volgt Evert met haar blik als hij heel voorzichtig de trap oploopt en aan de deurklink voelt. Zoals ze al dacht, kan hij de deur zonder problemen openen. Verrast kijkt hij haar aan. Ze knikt kort naar hem. "Ga." Moedigt ze hem aan.

Evert schudt zijn hoofd en komt terug naar beneden. "Niet zonder jou." Hij bijt even op zijn lip. Ze zucht. "Ik kan nauwelijks staan," blijft Fenna realistisch, "ga nou, haal hulp." Opnieuw schudt Evert zijn hoofd. "Nee. Ik laat jou hier niet achter. Wie weet wanneer Lukas terug is. Ik wil er niet aan denken wat hij je aandoet als ik ontsnap." Fenna pakt zijn hand en kijkt hem serieus aan. "Evert, kijk nou naar me." Ze wacht tot hij haar aankijkt. "Ik weet niet hoe lang ik dit nog overleef. Hoe lang hij me in leven wil houden. Je weet wat hij zei," ze wacht even, "hij wil jou pijn doen zoals hij pijn heeft gevoeld. Hij wil jou laten voelen hoe het is om iemand te verliezen." Evert zucht diep, en knikt dan. Ze heeft gelijk, maar dat betekent niet dat hij het fijn vindt om haar alleen achter te laten. Hij leunt naar voren en kust haar zacht. "Ik kom terug. Zo snel mogelijk. Ik kom je halen, Fen. Dit komt goed." Ze aait even over zijn gezicht. "Ga nou maar. Ik zie je zo weer." Snel kust hij haar nog een keer. "Tot zo." Fluistert hij voor hij de trap oploopt en de kelder uitloopt.

-----------------------------------

Evert is uit de kelder jongens! 🎉

xoxo Laura

GevaarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu