Hoofdstuk 49

307 19 15
                                    

Fenna knippert met haar ogen. Langzaam komen de gebeurtenissen van de vorige dag in haar hoofd binnen. Na lang gehuild te hebben was ze uiteindelijk tegen Evert aan in slaap gevallen. Gedurende de nacht is ze veel wakker geweest, ze was eigenlijk te onrustig om te slapen. Als ze op de klok kijkt ziet ze dat het nu ook pas half zeven is, maar ze is klaarwakker. Zenuwen gieren door haar lichaam. Ze probeert nog even rustig in bed te blijven liggen, maar het gaat niet. Ze moet eruit, ze moet iets doen, al weet ze niet wat. Ze gaat rechtop zitten, en moet een kreun onderdrukken. Haar hoofd bonkt pijnlijk, waarschijnlijk door het huilen gecombineerd met het slaapgebrek. Toch stapt ze uit bed. Door een spleetje tussen de gordijnen kan ze de zon op zien komen, het ziet eruit alsof het een mooie dag gaat worden. Langzaam loopt ze naar de tuindeur, en stapt ze naar buiten. Het is nog koud, maar ze heeft er weinig last van. Ze gaat op een van de tuinstoelen zitten en staart dan naar de lucht, die van kleur verandert door de opkomende zon.

Evert houdt zijn ogen nog even gesloten als hij wakker wordt. Met zijn hand probeert hij Fenna's warme lichaam te vinden. Als hij voelt dat haar kant van het bed leeg is, schieten zijn ogen open. "Fen?" Bezorgd kijkt hij om zich heen. Als hij haar niet ziet raakt hij in paniek. Hij springt uit bed en sprint door het huis. Ze is niet in de keuken of de woonkamer, en ook boven is ze nergens te vinden. "Fenna?! FEN!" Hij schreeuwt haar naam, maar krijgt geen reactie. Dan ziet hij dat het gordijn voor de tuindeur iets is verschoven. Hij opent de deur. "Godverdomme, Fenna." Hij zucht diep, "wil je me alsjeblieft nooit meer zo laten schrikken." Hij laat zich in de stoel naast haar zakken. Ze legt haar hand op zijn arm en glimlacht verontschuldigend. "Sorry, wilde je niet wakker maken."

Als Evert bekomen is van de schrik leunt hij naar Fenna toe. Hij kust haar en glimlacht dan naar haar. "Ik dacht dat ik je kwijt was, idioot. Waarom zit je in hemelsnaam buiten?" Ze aait zacht over zijn arm. "Ik kon niet meer slapen." Hij knikt. Door zijn shirt heen voelt hij hoe koud haar vingers zijn. "Ga je mee naar binnen?" Ze knikt en staat langzaam op. Door de kou is ze stijf geworden en is bewegen nog lastiger dan het al was. Evert legt zijn arm om haar middel. "Kom maar," mompelt hij, en tilt hij haar met een soepele beweging van de grond. Ze lacht en laat haar hoofd tegen zijn schouder rusten.

Tien minuten later, als Fenna en Evert samen aan de keukentafel zitten, beiden met een kop koffie voor zich, ziet Evert dat Fenna weer afdwaalt met haar gedachten. "Fen, praat met me." Ze kijkt op, "waarover? Er is toch niks wat je kan doen. Het is afwachten nu." Ze warmt haar koude vingers aan haar koffiekopje, en zucht diep. Evert gaat naast haar zitten en wrijft over haar rug. "Gaat het?" Ze haalt haar schouders op. "Barstende koppijn." Antwoordt ze zachtjes. Evert kust haar hoofd en staat dan op. Uit een van de laatjes in de keuken pakt hij een doosjes aspirientjes. Ze neemt een pilletje van hem aan en slikt het dan door met een slok koffie. Ze kijkt Evert aan, en hij ziet hoe moe ze is. "Heb je geslapen vannacht?" Hij weet dat ze als ze zich zorgen maakt vaak slecht slaapt. Ze haalt opnieuw haar schouders op. "Paar uurtjes." Evert knijpt zacht in haar schouder. "Ga nu nog even liggen dan, Lies komt pas over anderhalf uur." Fenna twijfelt. "Alleen als jij bij me komt liggen."

Evert maakt zich voorzichtig los van Fenna als hij de deurbel hoort. "Hmm?" Slaperig draait ze zich om. Hij kust haar voorhoofd en aait eventjes door haar haren, dan valt ze weer terug in slaap. Evert opent de voordeur en laat Liselotte binnen. Ze glimlacht naar hem. "Hoe gaat het? Je ziet er moe uit." Evert haalt zijn schouders op. "Zenuwachtig. Niet top geslapen. Kan je zachtjes doen trouwens, Fen slaapt." Liselotte knikt. Ze volgt Evert naar de keuken, waar ze samen aan de tafel gaan zitten. Evert werpt een blik op Fenna, maar ze lijkt nog redelijk rustig te slapen. Dan kijkt hij naar Liselotte. "Hoe was het op het bureau vanochtend?" Liselotte glimlacht geruststellend. "Ze hebben een vrijwel waterdicht plan. Ze zijn nu op weg naar het huisje, Bram belt me zodra het klaar is." Evert knikt. "Enig idee hoe lang dat nog duurt?" Liselotte denkt na. "Ze vallen om tien uur binnen. Ik denk dat Bram rond halfelf belt." Evert werpt een blik op de klok. Nog een uur. Na een halfuur wordt Fenna wakker. Evert en Liselotte verplaatsen naar het bed in de woonkamer; Evert dicht tegen Fenna aan en Liselotte aan het voeteneinde. Het is stil in het huis, zowel Evert als Fenna staren gespannen voor zich uit. Om vijf over halfelf gaat Liselottes telefoon. Ze neemt op en luistert aandachtig. Fenna en Evert proberen aan haar te zien of het goed nieuws is, maar uit haar gezichtsuitdrukking is niks af te leiden.

-------------------------------------------

spannend, spannend.. en, zou het goed nieuws zijn?

GevaarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu