Hoofdstuk 45

302 17 19
                                    

Evert merkt dat Fenna steeds bleker wordt. Hij knijpt zacht in haar schouder. Ze draait zich naar hem toe, en hij ziet de vastberadenheid in haar ogen. Ze gaat dit nu doen. Ze wendt zich weer tot Van Zijverden. "Kunnen we beginnen?" Vraagt ze. Hij glimlacht naar haar. "Vind je het goed als we eerst de verklaring doen?" Fenna knikt. Het maakt haar vrij weinig uit, zolang ze maar zo snel mogelijk weg kan. Ze is uitgeput, ze wil slapen. Als ze - moeizaam - opstaat, voelt ze de bezorgde blikken van haar team. Ze kijkt Van Zijverden aan. "Ik wil niet dat er iemand meeluistert, of meekijkt zo. Bij de verklaring niet én bij de foto's niet. Alleen Evert." Haar chef knikt. Hij begeleidt haar naar de verhoorkamer. Ze steunt nog steeds hevig op Evert, en ze gaan maar voetje voor voetje vooruit. Toch wil ze zelf lopen. Anders voelt ze zich helemaal zo kwetsbaar. "Ben je er klaar voor?" Vraagt Van Zijverden als ze eenmaal zit. Ze knikt, en hij wenkt twee - voor Fenna onbekende - rechercheurs naar binnen. Ze stellen zich netjes voor, maar Fenna onthoudt hun namen niet. Evert geeft haar nog zacht een kus, maar dan moet ook hij weg. Ze staat er nu alleen voor.

Evert staat in zijn eentje achter de spiegelwand. Hij heeft een van de koptelefoons op en luistert naar Fenna. Ze praat rustig, ze huilt niet, haar stem trilt niet, voor de rechercheurs die voor haar zitten lijkt ze waarschijnlijk kalm. Maar voor Evert niet. Hij ziet dat haar ogen heen en weer door de ruimte schieten, en dat ze de vingers van haar rechterhand constant in beweging heeft; ze maakt een vuist, laat dan weer los, ze raakt met haar duim al haar andere vingers aan en ze tikt geluidloos tegen de rand van de tafel. Dat doet ze alleen als ze zenuwachtig is. Toch heeft Evert ongelofelijk veel respect voor hoe ze het doet. Ze vertelt het hele verhaal en ze gaat dieper in op details waarvan ze weet dat ze belangrijk kunnen zijn.

Fenna voelt zich vreselijk. De enige manier waarop ze het voor elkaar krijgt om niet in tranen uit te barsten is door te vertellen alsof ze het niet zelf heeft meegemaakt. Rustig vertelt ze over de avond dat ze werd meegenomen, de bedreigingen en kleine verwondingen met het mes, dat ze 's nachts de trap op werd gesleurd, en de volgende ochtend weer naar beneden werd gegooid waardoor ze haar arm brak, de klappen die ze heeft gekregen, de diepe verwondingen met het mes die Lukas heeft gemaakt omdat Evert zijn vragen niet goed beantwoordde, de slagen met de zweep die ze heeft gehad, en hoe Everts ontsnapping bijna haar dood betekende. Ze vertelt niet hoe ze zich voelde, ze vertelt niet hoe veel pijn ze had en ze vertelt ook niet hoe bang ze was. Dat kan ze niet aan.

Als Fenna haar verhaal heeft verteld en de vragen van de rechercheurs heeft beantwoord is het klaar. Op het moment dat de rechercheurs opstaan komt Evert alweer binnen. Fenna blijft zitten. Ze heeft de kracht niet om op te staan. Ze kijkt naar Evert, en forceert een glimlach. Hij ziet meteen dat het niet echt is. Ze draait naar hem toe, en hij hurkt voor haar. Hij legt zijn handen op haar knieën, en zij legt haar ene hand op zijn hand. Even zitten ze zo. Fenna vindt het fijn om niks te hoeven zeggen en ze vindt het heel fijn dat Evert bij haar is. Ze pakt zijn hand vast en knijpt er zachtjes in. Hij kijkt naar haar op. "Gaat het nog? Eerlijk aangeven als het niet gaat hè?" Hij aait zacht over haar been. Ze glimlacht kort. "Het gaat wel." Ze slikt. Eigenlijk gaat het niet, maar als ze nu even doorzet is ze ervan af. Evert staat op en kust haar zacht. "Wil je even rust nu?" Ze kijkt naar hem, naar zijn bezorgde blauwe ogen. Zacht aait ze over zijn wang. "Laat Lies maar komen, des te eerder is het klaar."

"Zeker, Fen?" Evert legt zijn hand over de hare. "Je kan ook even wachten. Als het echt niet gaat kan dit vast ook later." Hij vindt het vreselijk dat ze niet eerlijk is over hoe het met haar gaat. Hij ziet dat ze het zwaar heeft, maar hij weet niet precies hoe zwaar. "Evert," er klinkt irritatie in haar stem, "haal Lies. Laat dit voorbij zijn." Haar stem breekt aan het einde van de zin, en ineens snapt Evert het. Ze wil dit afsluiten. Hij knikt, kust haar voorhoofd en loopt dan weg om Liselotte te zoeken. Samen lopen ze terug naar het kamertje waar Fenna zit. Ze heeft niet bewogen sinds hij wegging. Opnieuw hurkt hij naast haar neer. "Liefje, geef je het aan als het niet gaat? Ik ben hiernaast als je me nodig hebt." Hij wil opstaan, maar ze houdt hem tegen. "Niet meekijken, oké?" Hij is verbaasd door haar vraag, maar toch knikt hij. Hij kust haar op haar lippen en dan moet hij haar opnieuw achterlaten.

---------------------------

GevaarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu