Deel III

78 6 3
                                    


De man in de beige regenjas keek weer op zijn lijst. 'Wacht,' zei hij. 'Er ontbreekt nog een kind. Een meisje.' Hij noemde de naam van het meisje. Het hart van Eva stond even stil. Haar moeder wierp haar een snelle blik toe. Eva legde vlug haar vinger tegen haar lippen. Een beweging die de mannen ontging. 'Waar is het meisje?' vroegen de mannen. Eva stapte handenwringend naar voren. 'Mijn zusje is hier niet, meneer.' 'Ze is begin deze maand met vrienden van ons meegegaan. Naar het platteland.' De man in de regenjas keek haar aandachtig aan. Toen maakte hij een snelle beweging met zijn kin naar de politieagent. 'Doorzoek de woning. Snel.' De politieagent klotste door de kamers, maakte omstandig deuren open, keek onder bedden, in kastjes. Terwijl hij zich lawaaierig door het appartement voortbewoog, ijsbeerde de andere man door de kamer. Toen hij zijn rug naar hen toe gekeerd had, liet Eva haar moeder vlug de sleutel zien. 'Als we terug zijn halen we haar eruit,' mimede ze. Haar moeder knikte. Goed, scheen ze te zeggen. De man draaide zich razendsnel om en keek hen aan. Haar moeder verstijfde. Eva trilde van angst. Hij staarde hen eventjes aan. De andere politieagent kwam terug. Hij haalde zijn schouders op, schudde zijn hoofd. 'Hier is niemand,' zei hij. De man in de regenjas duwde haar moeder in de richting van de deur. Hij vroeg naar de sleutels van het appartement. Ze overhandigde ze zwijgend. Achter elkaar gingen ze de trap af, haar vader, haar moeder en Eva zelf. 

Buiten zag Eva haar buurman die in zijn pyjama uit het raam hing. 'Wat doen jullie? Waar brengen jullie hen naartoe?' riep hij. Zijn stem weergalmde over de binnenplaats. De man in de regenjas gaf geen antwoord. 'Dit kunnen jullie niet doen!' Bij het geluid van zijn stem gingen er luiken een klein stukje open, gezichten gluurden naar buiten vanachter de gordijnen. Maar Eva merkte dat niemand zich verroerde, dat niemand iets zei. Ze keken alleen maar. Ze was veilig, dacht ze. Ze was veilig, bij haar moeder, bij haar vader. Dit zou niet lang duren. Dit was de Nederlandse politie, het waren niet de Duitsers. Niemand zou hun kwaad doen. Ze zouden snel weer terug in het appartement zijn en haar moeder zou het ontbijt weer klaarmaken. De dagelijkse klusjes. Haar zusje zou uit haar schuilplaats komen. Alles zou weer het oude zijn. En het zou weer veilig zijn, snel. Buiten was het dag. De smalle straat was leeg. Eva keek achterom naar haar huis, naar de zwijgende gezichten in de ramen. Haar buurman stak langzaam zijn hand op ten afscheid. Glimlachend zwaaide ze terug. Alles zou goed komen. Ze zou terugkomen, ze zouden allemaal terugkomen.

Reactie? Vote? Ik hoop dat jullie het tot nu toe een leuk verhaal vinden <3

De TerugkeerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu