Toen ze uitgeput raakten, stopten ze eindelijk met rennen en doken weg achter een grote struik. Ze hadden dorst en waren buiten adem. Eva voelde een stekende pijn in haar zij. Kon ze maar wat water drinken. Even uitrusten. Op kracht komen. Maar ze wist dat ze hier niet kon blijven. Ze moest verder, ze moest terug naar Maastricht. Hoe dan ook. 'Haal de ster eraf,' had de man gezegd. Eva keek omlaag naar haar borst. Daar was hij, de ster, op haar blouse. Ze trok eraan. Floris volgde haar blik en pulkte met zijn nagels aan zijn eigen ster. De zijne kwam gemakkelijk los. Maar die van Eva was te stevig vastgenaaid. Ze trok de blouse uit en hield de ster voor haar gezicht. Kleine, perfecte steekjes. Ze herinnerde zich hoe haar moeder ster voor ster geduldig op de kleren had genaaid. De herinnering bracht tranen in haar ogen. Ze huilde in de blouse, met een wanhoop die ze nooit eerder had gevoeld. Ze voelde hoe Floris zijn armen om haar heen sloeg, hoe zijn handen haar streelden, haar tegen zich aan hielden. Floris zei: 'Is dat waar, van je kleine zusje? Zit zij echt in de kelder?' Eva knikte. Floris drukte haar nog steviger tegen zich aan, streelde onhandig haar hoofd. Waar was haar moeder nu? vroeg Eva zich af. En haar vader? Waren ze in veiligheid? Als ze haar op dit moment konden zien...Als ze haar huilend achter de struik konden zien zitten, smerig, verloren, hongerig. Ze hees zich overeind, terwijl ze haar best deed om tussen haar natte wimpers door naar Floris te glimlachen. Ze veegde met groezelige vingers haar tranen weg. Ze viel met haar tanden op de ster aan en knaagde aan het minutieuze stiksel van haar moeder. Ten slotte viel het gele lapje stof van de blouse af. Ze keek ernaar. Grote zwarte letters. JOOD. Ze rolde het op in haar hand. 'Wat gaan we ermee doen?' vroeg Floris. 'Als we ze in onze zakken houden en als we dan doorzocht worden, is het met ons afgelopen.' Ze besloten hun sterren onder de struik te begraven. Floris groef een gat, stopte de sterren erin en bedekte ze met de bruine aarde.
Ze liepen lange tijd, af en toe stopten ze en verborgen ze zich als ze een auto hoorden. Gingen ze de goede kant op? Naar Maastricht? Ze wist het niet. Maar in elk geval wist ze dat ze steeds verder van het kamp af raakten. Laat in de middag kwamen ze bij een bos, een lang, koel stuk met veel groen gebladerte. Het rook er zoet en vochtig. Ze gingen van de weg af in de hoop dat ze wilde aardbeien zouden vinden, of bosbessen. Na een tijdje stuitten ze op een bosje vruchtenstruiken. Ze gingen zitten en begonnen te schrokken. Haar maag, die zo'n overvloed ontwend was, speelde op. Met haar handen om haar buik geklemd kokhalsde ze. Ze braakte een massa onverteerd fruit uit. Met moeite kwam ze overeind en ze gingen dieper het bos in, een geheimzinnige, smaragdgroene wereld bespikkeld met gouden zonlicht. Ze zag een ree bedaard door de varens lopen en hield haar adem in van ontzag. Ze was niet aan de natuur gewend, ze was een echt stadskind.
Ze kwamen bij een helder meertje verderop in het bos. Het voelde koel en fris aan hun handen. Eva dronk langdurig, spoelde haar mond en liet haar benen in het roerloze water glijden. Ze had nog nooit gezwommen, en durfde het water niet helemaal in. Floris wist dat, en spoorde haar aan erin te komen, hij zou haar vasthouden. Eva liet zich in het water glijden en greep Floris schouders. Floris hield haar onder haar buik en haar kin vast. Het water voelde heerlijk aan haar huid, een kalmerende streling. Ze dompelde haar hoofd onder. Plotseling voelde Eva zich uitgeput. Ze wilde op het zachte groene mos gaan liggen en slapen. Eventjes maar. Eventjes uitrusten. Floris stemde er mee in. Ze konden een korte rustpauze houden. Het was hier veilig. Ze kropen dicht tegen elkaar aan en genoten van de frisse buitengeuren, zo anders dan de stank in de barakken. Eva viel snel in slaap. Het was een diepe, ongestoorde slaap, zoals ze die in lange tijd niet had gehad.
JE LEEST
De Terugkeer
Historical FictionDe twaalfjarige Eva wordt samen met haar ouders opgepakt en naar het kamp Westerbork in Drenthe gebracht, waarvandaan duizenden joden worden gedeporteerd. Niemand heeft echter gezien dat Eva haar kleine zusje Emma in de kelder opsloot, net voordat d...