Dit was de ergste nacht. De ergste van alle nachten, voor alle kinderen en ook voor haar, dacht Eva. De barakken waren helemaal leeggeplunderd. Er was niets achtergebleven, geen kleren, geen dekens, niets. Dekbedden waren in tweeën gescheurd, witte veertjes bedekten de grond als een laag kunstsneeuw. Kinderen die huilden, kinderen die schreeuwden, kinderen die hikten van doodsangst. De kleintjes konden het niet begrijpen en bleven jammeren om hun moeder. De ouderen, zoals zij, zaten op de vieze vloer met hun hoofd in hun handen. Niemand keek naar hen om. Niemand zorgde voor hen. Ze kregen nauwelijks te eten. Niemand troostte hen.
Eva had het gevoel dat ze iemand anders was geworden. Een hard, ruw, wild iemand. Soms vocht ze met de oudere kinderen. Ze schold hen de huid vol. Ze sloeg hen. Ze voelde zich gevaarlijk, woest. Beetje bij beetje kwam ze de namen en leeftijden van de kinderen aan de weet, maar sommigen waren zo klein dat ze haar nauwelijks antwoord konden geven. Ze waren dankbaar voor een warme stem, een glimlach, een kus. Ze vertelde hun de verhaaltjes die ze haar zusje altijd had verteld voor het slapengaan. Op een avond verscheen er een jongen in de opening van de barak, een magere jongen met gekreukte kleren en rode, vermoeide ogen. Hij liep met een rechte rug de barak in. Toen hij bij de kinderen aankwam, vertelde hij hun wie hij was. 'Floris' fluisterde Eva. 'Hij, een Jood?' dacht ze. Zijn jasje ging open, en daar zat-ie, de ster. Ze begreep het niet, hij stond bij de politieagenten, hij hoorde bij de razzia. Floris ging er bij zitten en kroop dichter naar Eva toe zodat hij geen woord van haar verhaal mistte. Toen de meeste kleine kinderen eindelijk in slaap waren gevallen, kon Eva het niet laten om hem te omhelzen. Ondanks dat ze nauwelijks contact met elkaar hadden, had ze hem gemist. Het deed er niet toe waarom hij hier was. Hij was hier, samen met haar. Hij zei met een lage, hese stem: 'We moeten weggaan. We moeten ontsnappen.' Eva schudde haar hoofd. 'Er is geen uitweg. De politie is gewapend. We kunnen niet ontsnappen.' Tot Eva's verbazing stak Floris zijn hand uit en pakte de hare. Ze hield hem stevig vast. Toen stond ze op en verdween.
Samen met Floris had ze een besluit genomen. Ze zouden vluchten. Ze zouden weggaan van deze plek. Het was dat, of sterven. Ze wist het. Ze wist dat als ze bij de andere kinderen bleef, dat het einde zou zijn. De vlucht was hun geheim. Ze hadden het geen van de andere kinderen verteld. Niemand mocht iets vermoeden. Ze zouden op klaarlichte dag ontsnappen. Het was hun opgevallen dat de politieagenten overdag het grootste deel van de tijd nauwelijks op hen letten. Het zou gemakkelijk en snel kunnen gaan. Een eind achter de schuren, richting het dorp, hadden ze een klein gat in het prikkeldraad gevonden. Klein, maar misschien net groot genoeg voor een kind om er doorheen te kruipen. Eva kon het nog steeds niet begrijpen. Wat was er mis mee een Jood te zijn? Waarom hadden sommige mensen een hekel aan Joden? Ze voelde zich alsof ze in een bodemloze put was gevallen. Ontsnappen was de enige manier waarop ze een soort grip op haar leven kon krijgen, op dit nieuwe leven. Floris raakte haar arm aan, waardoor ze opschrok. 'Nu,' fluisterde hij. 'Laten we het proberen, nu.' Als snelle diertjes kropen ze naar de omheining toe. Had iemand hen gezien? Ze kropen met een bonzend hart door het gras. Ze wierpen af en toe een blik over hun schouders. Geen beweging. Geen geluid. Was het zo gemakkelijk? dacht Eva. Nee, dat kon niet. Niets was ooit gemakkelijk, niet meer. Op hun hurken kropen ze naar de kleine opening in het prikkeldraad. Floris wees naar het gat in de afrastering. Ze moesten nu opschieten. Geen seconde verspillen. Ze gingen op hun buik liggen en zigzagden als slangen naar het gat. Het leek zo klein, dacht Eva. Hoe konden ze zich daar ooit doorheen wringen zonder zich open te halen aan het prikkeldraad? Hoe dachten ze dat ooit voor elkaar te krijgen? Dat niemand hen zou zien? Dat het zou lukken? Ze waren gek, dacht ze. Knettergek.
Reactie? Vote?❤️
JE LEEST
De Terugkeer
Historical FictionDe twaalfjarige Eva wordt samen met haar ouders opgepakt en naar het kamp Westerbork in Drenthe gebracht, waarvandaan duizenden joden worden gedeporteerd. Niemand heeft echter gezien dat Eva haar kleine zusje Emma in de kelder opsloot, net voordat d...