Een zilveren armband met groene stenen. Een zilveren ketting met groene stenen. En zilveren oorbellen met groene stenen. Alledrie van dezelfde soort zilver en dezelfde soort steen. Een setje. Er zit een briefje bij.
Jasmijn!
Lang niet gesproken, Potterhead! Ik zag deze sieraden in een winkeltje en wist meteen dat het wat was. Het zijn tenminste de Zwadderich kleuren! En je wist zeker dat je in Zwadderich zou horen. Alle testen die we hadden gedaan!
Om me te bedanken, kom maar naar Het Feest, vrijdagavond.
Alan.
Ik kan het niet geloven. Het komt ook allemaal tegelijk, Dave, Alan. Alan was mijn penvriend. We waren allebei Harry Potter-Fan en we waren gewoon echt vrienden. Tot ik opeens geen brieven meer kreeg. Ik was volgensmij 10. Hoe wist Alan dat ik hier nog steeds woonde, en hoe wist hij dat ik zulke sieraden altijd al wilde hebben. 'Wat heb je daar schat?' Vraagt mijn moeder. 'Een brief van Alan.' Zeg ik.
Het is woensdag, en natuurlijk is het vakantie. Anders zat ik nu op school. Dus... Vrijdag naar het feest...
-
'Mam, ik ben weg!' Gil ik. Mijn moeder gilt dat het goed is en ik open de deur. Ik loop op mijn hoge hakken (10 Centimeter.) naar mijn fiets. Ik fiets naar het centrum van de stad en ik stop als ik er ben. Natuurlijk heb ik de armband, ketting en de oorbellen om. Een leuk, kort zwart jurkje heb ik aan. Ook al zeg ik het zelf, ik zie er prachtig uit. Ik doe mijn fiets op slot en waggel (Ja, waggel, ik kan niet op hakken lopen.) naar het feest toe.
'Jasmijn?' Ik draai me om en ik zie een grote, brede, roodharige jongen staan. 'Alan!' Ik geef hem een knuffel en ik zie een paar jongens jaloers kijken. 'Jasmijn! Hoe is het met je?' Ugh! Ik haat die vraag. 'Slecht.' Hij knikt begrijpend. 'Wil je wat drinken?' Ik knik, opgelucht omdat hij niet verder heeft gevraagd. Ik krijg cola, omdat ik geen alcohol drink. En hij neemt ook een cola. 'Je hebt de sieraden om.' Zegt hij, blijkbaar verrast. Ik knik. 'Zie zijn echt mooi.'
Lachend loop ik naar mijn fiets toe. Maar dat kan niet, hij is weg... 'Alan... Mijn fiets is weg...' Zeg ik. Alan lacht. 'Ik breng je wel naar huis.' Ik spring op zijn rug en hij loopt de parkeerplaats op. Had ik nog niet gezegd dat hij 20 is? Nou, hij heeft een auto. Hij loopt nog steeds lachend daar heen, tor ik geschreeuw hoor. Onderzoekend kijk ik om me heen. En ja hoor, er zijn mensen aan het vechten. Ik spring van Alan's rug af en loop naar de plek toe.
Een brede jongen met bruin haar. En een minder brede jongen met blond haar. Ik heb een sterk vermoeden dat het Dave en Tim zijn. En ja hoor, het zijn Dave en Tim. 'Jongens! WTF zijn jullie aan het doen?' Ze kijken naar me. 'Jasmijn!' Gilt Tim en hij rent naar me toe en zoent me vol op de mond. Ik duw hem van me af. Ieuw! Hij ruikt naar alcohol en sigaretten. Hij kijkt me aan, niet wetend wat er is. Dan pakt iemand me beet. Ik kijk achter me en ik zie Alan. Hij zoent me tenminste niet. Dave komt naar me toe. 'Hij is dronken.' Zegt hij droog. Ik kijk hem aan. 'En dan ga je vechten? Jullie zijn mijn twee beste vrienden!' Schreeuw ik nijdig. Hij lijkt geschrokken. Net goed. Ik draai me om, samen met Alan en we lopen samen naar de auto. Hij houdt de deur open voor me en ik stap in. In stilte rijden we naar mijn huis. Hij stopt, stapt uit, opent de deur voor me en kijkt me bezorgd aan. Ik geef hem spontaan een knuffel en leg mijn hoofd tegen zijn borst aan. Hij slaat zijn armen om me heen. En wiegt me heen en weer, na een tijdje dommel ik in slaap.
-
Jasmijn,
Het was leuk gisteren, tot de ruzie van de twee jongens op de parkeer plaats. Je was moe en ik heb je naar boven gebracht. Waarschijnlijk weet je niks meer. Je viel ik mijn armen in slap.
X Alan.
Stuur me maar een berichtje. (Telefoonnummer)
Slaapdronken kijk ik naar het briefje. Hij heeft me dus naar mijn bed gebracht... Ik lach zachtjes, kijk naar het telefoonnummer en pak mijn telefoon. Meteen zet ik hem in mijn mobieltje.
Hey, ik heb het briefje gelezen. Bedankt.
Ik stuur het berichtje en loop naar beneden. Nu realiseer ik me pas dat dit de eerste keer was na de dood van Elly. Na die dag ben ik nooit meer naar de kroeg of het café geweest.
'Hallo? Je hebt een bericht! Hallo? Bericht! Bericht! Bericht! Is daar iemand! Je hebt een bericht! Bericht! Bericht!'
Ik schrik me bijna dood van het geluid. Ooh ja... Gisteren heeft Alan mijn tone veranderd. Ik lach en pak mijn mobiel van de tafel.
Ja, je was zo moe. Ik bracht je naar binnen. Zette je op de bank en je viel in slaap, op mijn schoot. Ik heb je maar naar boven gebracht.
Ik word rood. Ok, dat zag er vast charmant uit. Langzaam pak ik twee eieren en maak ze kapot in de pan. Ik heb zin in ei. Ik heb de ham al op het broodje gedaan en het ei is al klaar, en toen hoorde ik de deurbel. Ik haat nu officieel deurbellen. Ik sleur mezelf naar de deur en ik zie Tim staan. Ik probeer de deur dicht te doen, maar hij houdt zijn voet ertussen. 'Tim! Ik was ontbijt aan het maken! Het is 9 uur!' Zeg ik, mijn stem gedempt, mijn vader, moeder en zus slapen nog. 'Jasmijn! Het spijt me, ik was dronken en...' Ik zucht klagelijk. 'Ach, hou toch je mond. Je ruikt nog steeds naar alcohol.' Zeg ik, erg geïrriteerd. Hij kijkt me aan, met grote, puppy-ogen. Ik wend mijn blik af en kijk naar de grond. Ik haat het als hij zo naar me kijkt. 'Jasmijn, het spijt me.' Hij gaat met zijn hand naar mijn wang en tilt mijn hoofd op. Zodat ik wel in die ogen moet kijken. Ik zie dat hij het meent. 'Ok, maar ik vergeet het niet zo snel.' Zeg ik. Ik zie de lichtjes in zijn ogen en hij trekt me in een knuffel. Arm ei. Die is nu verbrandt. 'Mijn ei is nu verbrandt.' Murmel ik. Hij lacht en trekt me mee naar binnen. 'Jij gaat op de bank liggen, en ik maak ontbijt.' Zegt hij. Ik lach en hij verdwijnt in de keuken.
Even later komt hij met een dienblad aan. Een bord met twee broodjes een ei, en zilveruitjes, mijn verslaving. Een glas sap en een chocolade broodje. 'Thanks.' Zeg ik lachend. Hij gaat naast me zitten en kijkt hoe ik eet. Ik stop een stukje ei in zijn mond en hij eet het glimlachend op.
JE LEEST
My Destiny
RomanceJasmijn is in groep 6 van school veranderd, ze vond een nieuwe beste vriendin en zouden nooit uit elkaar gaan, dachten ze. Kim en Jasmijn waren onafscheidelijk. Totdat Kim kreeg te horen dat ze leukemie had, hun leven veranderde compleet. Snel begon...