'Mam, pap, zus, we moeten wat vertellen.' Alan en ik staan naast elkaar in de woonkamer en mijn zus, vader en moeder zitten op de bank. Ze knikken allemaal, zodat ik door mag gaan. 'Jasmijn en ik, zijn een stel.' Alan zegt het, en ik kijk naar mijn gezin. De gezichten van mijn ouders staan gelukkig, maar die van mijn zus staat op onweer. Ze staat op van de bank en stormt naar boven. 4 paar ogen kijken haar naar. 'Wat heeft zij nou?' Alan kijkt ons aan, maar ik denk dat ik het al weet.
'Sophie, kan ik binnen komen?' Ik hoor gemompel en dan een harde 'Nee!' uit haar kamer komen. Ik open toch de deur, en daar ligt mijn zus op haar bed. Ik loop naar haar toe en ga naast haar op het bed zitten. 'Ik moet je wat vertellen.' Ze kijkt me aan met betraande ogen. Ik knik, ten teken dat ze verder moet gaan. 'Ik vind Alan leuk. Leuk-Leuk.' Ik knik. 'Dacht ik al.' Ze kijkt naar haar schoot. 'Vind je het erg?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee, nou, een beetje. Jij zou het ook niet leuk vinden als ik een jongen leuk vind, terwijl het jouw vriendje is.' Ze schudt haar hoofd terwijl ze haar armen om me heen slaat. 'Sorry.' Ik sla mijn armen om haar middel een en we knuffelen. 'Ik zag wel hoe je naar hem keek.' Alweer krijg ik een 'Sorry.'
'Wat was er met haar?' Ik loop de woonkamer binnen, waar Alan en mijn ouders zitten. 'Oh, niks. Kom,' Ik loop naar Alan en pak zijn hand. 'We gaan een ijsje halen.' Hij lacht, 'Jij altijd met je ijsjes.' Ik steek mijn tong uit naar hem en sleep hem mee naar de voordeur. 'Doei mam, pap, zus!' De voordeur heeft Alan al open gemaakt en hand-in-hand lopen we naar buiten.
'Welke smaak? Ik betaal.' Ik denk even na. 'Chocolade.' Hij knikt en bestelt twee ijsjes. 'Je hoeft echt niet altijd te betalen.' Ik kijk hem aan terwijl ik aan mijn ijsje lik. 'Dat wil ik, je bent mijn vriendin.' Ik glimlach. 'Wat een argument.' Hoor het sarcasme. 'Oké dan, dan betaal ik de volgende keer.' Hij knikt. 'Als jij dat wilt.' Zegt hij mokkig. Ik lach en geef hem een speels duwtje.
'Doei, tot morgen!' Ik open de voordeur en loop meteen de trap op, naar mijn kamer. 'Hoe was het?' Sophie komt mijn kamer inlopen. 'Het was leuk, we hebben ijsjes gekocht.' Ze knikt. 'Leuk.' Ik knik. 'Ja.' Ze loopt weer weg en en ga op mijn bed liggen. Na een paar minuten sta ik op en trek een joggingsbroek aan, plus een hemdje. Daarna loop ik naar de badkamer waar ik mijn make-up eraf haal. Dit was een deels geslaagde dag.
'Eten is klaar.' Ik loop naar beneden waar mijn vader en moeder al zitten, alleen Sophie is er nog niet, maar die zal wel snel komen. Ik schuif aan mijn vaste plekje en neem een slok van mijn drinken. 'Hoe was het met je vriendje?' Mijn moeder port me in mijn zij en ik maak een raar geluidje.
'Mam, ik dacht eraan om mijn haren te verven, in rood.' Mijn moeder komt de keuken uit lopen. 'Rood? Ja, dat is leuk!' Ze glimlacht en loopt weer de keuken in. Ik had niet verwacht dat ze er mee in zou gaan. Ik haal mijn schouders op en loop naar boven. 'Soof, ik mag mijn haar verven!' Ik loop haar kamer binnen en ze kijkt me aan. 'Leuk, welke kleur?' 'Rood.' Ze knikt en denkt even na. 'Leuk, dat staat je vast mooi.' Ik knik en loop haar kamer weer uit, naar mijn eigen kamer.
'Het eerste uur geschiedenis, jippie!' Samen met Tim loop ik door de gangen van school. Tim lacht. 'Ik weet het, vakantie vond ik denk ik toch leuker.' Ik knik. 'Ik haat geschiedenis.' Zucht ik, onze leraar lijkt een beetje op professor Kist, van Harry Potter. Hij is ongelooflijk saai. Stiekem noemt iedereen hem ook zo. Niet waar hij bij is, dat zou heel awkward zijn. 'En daarna, Nederlands.' Weer zucht ik. 'Kunnen ze niet alle leraren vervangen door knappe, zingende mensen die een liedje maken van de les?' We lachen. 'Dat zou wel echt heel gaaf zijn.'
'Het is bijna moederdag, wat ga je doen?' Ik haal mijn schouders op. 'Bosje bloemen, bonbons, misschien ga ik het huis schoonmaken.' Tim knikt. 'Ik doe denk ik ook zoiets.'
'Ik verveel me...' Ik zucht en ga voor de zoveelste keer anders liggen. Mijn telefoon gaat af en ik zing mee met mijn ringtone. Het is vast niet belangrijk. Na een tijdje beld diegene me weer. Ik zucht en sleep mezelf van de bank af. Ik pak mijn mobiel en neem op.
'Hallo?' 'Heei, met Jildau!' Ik frons mijn wenkbrauwen, o mijn god, Jildau! Ik geef een klein gilletje. 'O my god, Jil! Wat heb ik je lang niet meer gesproken! Hoe gaat het met je?' Toen ik op vakantie was, ontmoette ik Jildau en we werden vriendinnen. Jammer genoeg woont ze erg ver weg en konden we elkaar niet vaak zien. Het is lang geleden dat we gesproken hebben. 'Het gaat goed! Hoe gaat het met jou? Ik had gehoord dat Alan weer in de stad was.' 'Jup, wanner kom je weer eens langs? Of wanner kan ik langs komen? We moeten weer eens bijpraten.' Ik glimlach, het was altijd leuk om met Jildau te praten. Maar na de dood van Kim, sloot ik me een beetje af van iedereen. En omdat Jildau 4 uur van me vandaan woont, verwaarloosde we elkaar een beetje. Het blijft even stil aan haar kant. 'Ik kan volgende week wel, in het weekend, er is kermis hier!' Ik gil. 'O my god! Kermis! Ik houd van kermis!' Jildau lacht aan de andere kant van de lijn. 'Ik kijk even of ik kan.' Ik hoor haar een geluidje maken dat het goed is. 'Jup, ik kan.' 'Yes! Gezellig! Kan je blijven slapen?' 'Ja, dat kan wel, ik heb volgende week niks te doen.'
'Mam? Ik ga volgende week bij Jildau slapen! Breng jij me?' Ik hoor Sophie lachen. 'Ja, schat, dat kan wel.' Antwoord mijn moeder. Ik glimlach en steek mijn tong uit naar mijn zus. 'Er is kermis, mag ik wat geld mee dan? En misschien kan ik daar mijn haar wel een kleurtje geven.' 'Ja, dat mag wel.' Ik stuur Jildau een berichtje dat het kan en loop dan weer naar boven, naar mijn kamer. Ik vond het altijd zo leuk om bij Jildau te logeren. We deden het vaak. Ik laat me zakken in mijn bureau stoel en kijk even naar de foto van Kim op mijn bureau. Ik mis haar. Na haar had ik bijna geen vriendinnen, na Jildau. Meestal waren het Elly en ik, de onafscheidelijke 2. Of hoe mijn vader ons noemde, de verschrikkelijke 2. Soms lig ik gewoon in mijn bed, te denken aan Elly. Ik kan haar stem niet eens meer herinneren. Dat vind ik nog het ergst. Ze zeggen dat je vroeg of laat de stem gaat vergeten, van de mensen die zijn heengegaan. En dat is gebeurd. Ik kan haar stem niet meer herinneren, mijn eigen beste vriendin! Mijn vader zegt soms dat hij nog meerdere filmpjes heeft van ons, op het strand of in een pretpark. Alleen ik dcht, en denk nog steeds, dat ik er niet klaar voor ben om haar daar te zien, samen met mij, voor haar ziekte. Het zou me zo raar lijken, alleen hoor ik haar stem wel weer, en haar lach. Dat zou ik graag nog een keer willen horen. Maar ooit ga ik haar weer eens een keer zien, vroeg of laat. Dan kan ik haar lach weer horen en haar knuffelen. Misschien wel met haar praten. Voor zoiets zou ik echt alles willen geven, om haar weer eens te zien.
'Jasmijn? Word je wakker? Alan is er.' Suffig kijk ik naar mijn moeder, die de kamer weer uit loopt. Na een paar seconden komt Alan mijn kamer binnen. 'Heei!' Ik glimlach en klop naast me op het bed, als teken dat hij naast me moet zitten. 'Heei.' Hij komt naast me zitten en slaat een arm om me heen. 'Heb je gehuild.' Ik schud mijn hoofd, geen zin om toe te geven. 'Wat ga je volgend weekend doen?' 'Ik ga naar een vriendin toe, ze hebben daar kermis. Ik houd van kermis.' Alan lacht. 'Naar wie?' 'Jildau, die ken je niet.' Hij knikt. 'Inderdaad, die ken ik niet.'
JE LEEST
My Destiny
RomanceJasmijn is in groep 6 van school veranderd, ze vond een nieuwe beste vriendin en zouden nooit uit elkaar gaan, dachten ze. Kim en Jasmijn waren onafscheidelijk. Totdat Kim kreeg te horen dat ze leukemie had, hun leven veranderde compleet. Snel begon...