8

2.1K 52 4
                                    

'En... Hoe was het?' Alan maakt de deur voor me open en ik stap in. 'Niet leuk... Er is kans dat hij het niet overleeft.' Zeg ik als hij ook ingestapt is. 'Kan je me naar huis brengen en me dan even alleen laten? Het klinkt er bot, maar ik wil even alleen zijn.' Alan knikt en zet de muziek wat zachter. 'Hoe kon je zo snel hier zijn?' Vraag ik. 'Oh, er is hier vlakbij een winkeltje. En daar wilde ik wat kopen.' Zegt hij. Ik knik en kijk uit het raam. Langzaam zie ik de kerktoren van mijn stad.

'Ik zie je nog wel eens.' Zegt hij. Ik knik en druk snel een klein kusje op zijn mond, Sophie hoeft het niet te weten. Ik open de autodeur en strompel naar de voordeur waar Sophie al open doet. Fijn, het is gelukkig al donker, anders zag ze Alan en mij vast. Ze kijkt me medelevend aan. 'En?' Ze kijkt me vragend aan. 'Het is niet zeker dat hij blijft leven. Hij ligt in coma.' Opeens trekt ze me in een knuffel. Dat ben ik niet gewend. Langzaam sla ik mijn armen ook om haar heen. Dat heeft ze voor het laatst gedaan in de tijd van Kim. 'Het komt vast wel goed.' Zegt ze zacht en dan trekt ze me naar binnen. 'Soof, ik wil even alleen zijn, ik ben op mijn kamer.' Zeg ik terwijl ik naar boven loop. Ze knikt en loopt dan de keuken in. Ik ga mijn kamer binnen en ga zitten aan mijn bureau. Ik pak mijn tekenschrift. Ik ga iets doen wat ik lang niet meer heb gedaan, mijn gevoelens wegtekenen.

Ik teken een meisje met lang rossig zwart haar en 3 jongens. Ze hebben allemaal zwart haar in een kuif. De jongens en het meisje zijn gescheiden door een 4 grote muren. Het meisje lijkt hulpeloos en verdrietig. 2 jongens kijken boos en vernietigend. 1 jongen kijkt naar de muur en het lijkt alsof het meisje naar hem kijkt. Maar de muur zit ertussen. Tussen het meisje en de ene jongen teken ik hartjes. Ze zijn hopeloos verliefd, maar worden nog steeds gescheiden door de muur.

Bij zulke tekeningen ga ik verhalen bedenken. Ik sla het blaadje om en er komt een nieuw, leeg blaadje tevoorschijn.

Een groot hart, met 1 grote scheur erin. Naalden, plijsters, nog meer scheuren. Het is mijn hart. Gebroken door mensen die me hebben gebroken, Elly, Alan, Dave, Tim, mijn vorige vriendjes. Voor alles teken ik iets. Na een tijdje vind ik hem af en doe ik het boekje dicht. Ik kijk naar mijn vorige tekeningen. Een meisje en haar beste vriendin, een groot landschap met 1 boom en alleen maar gras. Aan de boom hangt een meisje, op haar kop, lol te maken samen met haar beste vriendin. Dan hoor ik Sophie de trap op komen. Snel doe ik het boekje dicht en spring ik op mij bed. 'We eten over 5 minuutjes.' Hoor ik Sophie zeggen. 'Ja.' Mompel ik terwijl ik me omdraai. Ik sta op en berg mijn tekenspullen op.

'Wat is er nou gebeurd?' Mijn vader stormt de keuken in en gaat snel zitten. Hij kwam weer te laat van zijn werk. Ik slik en kijk naar mijn eten. 'Tim ligt in het ziekenhuis.' Zegt Sophie. 'En?' Vraagt mijn vader. Hij kan soms zo tactloos zijn. 'Er is kans dat hij het niet overleeft.' Ik steek een stukje vlees in mijn mond en kauw erop. Mijn vader weet niet wat hij moet zeggen dus schept hij maar wat aardappels op. Mijn moeder probeert vaak een gesprek aan te knopen maar ik blijf stil eten. Te wachten tot ik waar naar mijn kamer mag. 'Ik ruim de tafel wel af enzo. Ga maar naar je kamer als je wilt.' Zegt Sophie, ik knik en sta op uit mijn stoel.

Ik droomde slecht. Flashbacks, de ergste dagen van mijn leven kwamen terug en leken zo echt. Nachtmerries waarin Tim doodgaat en dat ik in een zwart gat val. Het gat van verdriet. Niemand kan je horen of zien en je blijft vallen, alleen maar vallen. Na veel dromen ben ik maar naar Sophie's kamer gelopen en ben ik bij haar in bed komen liggen. Ik ga nooit bij mijn ouders, altijd bij mijn oudere zus. Dat vind ik fijner. Sophie werd even wakker maar sliep snel al weer, daarna kon ik ook nog eventjes gewoon slapen. Sophie is nog steeds aan het slapen en ik lig naast haar. Na een paar minuten hoor ik wat gekreun en gewoel dus kijk ik naar Sophie, ze is wakker. Ik lach. 'Waarom lig jij in mijn bed?' Ze kijkt naar me met zo'n blik in der ogen dat je ziet dat ze net wakker is. 'Oh, ik had een paar nachtmerries en altijd als ik bij jou ga liggen houdt het op.' Zeg ik. Ze knikt en staat dan op uit haar bed. Ze pakt haar knalgele Onesie en trekt hem aan. Ik loop naar mijn kamer en doe mijn rode aan. Zo lopen we naar beneden. Mijn vader leest de krant en moet lachen, het is ook een figuur hoor, twee lange blonde meisjes met rare Onesie's aan die als apen eten.

'Jas, wat wil je vandaag doen?' Sophie kijkt me aan met haar grote blauwe ogen. Ik lach, gewoon de manier hoe ze kijkt. 'Ik denk dat ik zometeen even naar het bos ga, wat lopen en zo.' Zeg ik terwijl ik mijn mobiel pak. 'Mag ik mee of wil je alleen?' Vraagt ze. 'Je mag wel mee.' Zeg ik met een grote glimlach. 'In de Onesie's?' 'Echt wel.' Ik heb bedacht wat meer dingen met mijn zus te doen en niet iedereen buiten te sluiten. Ik moet Tim ook even van me af zetten, dat klinkt heel erg hard, maar als ik alleen daaraan denk, word ik een emotioneel wrak. Ik schenk wat sap in voor Sophie en mij en ga dan op de bank zitten. Ik neem een slok als mijn mobieltje gaat. Snel zet ik het glas neer en neem op.

'Hallo.'

'Hallo, Jasmijn, met Will.'

'Hallo! Hebben jullie nieuws?'

'Ja, hij heeft het gered, ze hebben hem wakker gemaakt, maar op dit moment slaapt hij nog gewoon.'

'Echt! Dat is fantastisch! Kan ik vanmiddag langskomen?'

'Natuurlijk! Hij is wel erg snel moe en erg slapjes, maar je zou om 2 uur kunnen komen.'

'Ok, bedankt, doei.'

Ik hang op en kan het niet laten om even te gillen. Er rolt zelfs een verdwaalde traan over mijn wang. 'Hij is wakker!' Ik gil het bijna uit en trek Sophie in een knuffel. 'Om 2 uur kan ik komen!' Er rollen nog meer tranen over mijn wangen. Hij moet me nooit meer zo laten schrikken. Ik loop naar boven en was even mijn gezicht, er zitten allemaal vlekken in van het huilen. Ik doe watervaste mascara op en wat lipgloss. Dan doe ik mijn haar in een simpele vlecht. Wauw, het is nog maar 12 uur. 'Zullen we naar het bos.' Sophie lacht en trekt me al mee naar de deur. 'Nee! We moeten wat eten en drinken mee! dan gaan we picknicken!' Niks kan mijn goede humeur verpesten.

'Dit is een leuk plekje!' Sophie wijst naar een open plekje met allemaal boompjes eromheen. Ik knik en spreid het kleed uit over de grond. 'Hier, een chocoladebroodje.' Sophie gooit een broodje naar me toe. 'Ja!' Ik lach en neem een hap van het broodje. Chocoladebroodjes zijn mijn lievelingsbroodjes en dat weet Sophie al te goed. 'Zo, wat heb jij met Alan?' Ze kijkt me vragend aan, en ik bloos. 'Uhm, we zijn een soort van samen.' Ik kijk naar mijn broodje, interessant. Ik hoor Sophie grinniken. 'Samen?' Ik knik. 'Als in verliefd?' Ik knik weer. 'Hij is 4 jaar ouder.' Ze kijkt me aan. 'Dus? Jij had toch ok Jason, en die was 6 jaar ouder.' Ze knikt. 'Maar Tim is duidelijk ook smoor op je.' Zegt ze. 'Ja, ik weet het.'

Ik loop door het pad, opweg naar kamer 44-B. Ik ben benieuwd wat er gaat gebeuren. Misschien is hij zijn geheugen wel kwijt, en weet hij niet meer wie ik ben. Of kan hij niet meer praten. Ik bedenk het ergste tot ik de goede kamer zie. Ik klop en open de deur. Tim is wakker en kijkt me aan, ik glimlach breed en loop naar hem toe. 'Jasmijn?' Hij kijkt me verwarrend aan. 'Ja.' Ik ga zitten op de stoel naast het bed. 'Wat doe je hier?' Ik schrik van zijn vraag. 'Nou, ik bezoek mijn beste vriend in het ziekenhuis.' ik kijk hem aan met een Dat-Is-Toch-Logisch-Blik. Hij knikt. 'Wil je me nooit meer zo laten schrikken, ik kreeg zowat een hartaanval toen ik het hoorde.' Hij ziet er kwetsbaar uit, alsof hij elk moment kan breken. 'Het spijt me.' Is het enigste wat ik hoor. Er rolt een traan over mijn wang en Tim steekt zijn hand uit. Hij veegt de traan weg en ik lach zachtjes. 'Waarom deed je het?' Vraag ik. 'Ik was ongelukkig, je twee andere vriendjes maakten het ook niet makkelijk, je ziet duidelijk dat ze smoor op je zijn, en ik geef veel om je. Je bent het enigste meisje die ik echt mag. Ik had een erg laag zelfbeeld, dus deed ik het maar.' Hij kijkt me zielig aan met tranen in zijn ogen. Ik geef hem een knuffel en veeg de tranen weg. 'Het spijt me.' Dan zie ik dat het al drie uur is, dus het bezoekuur is voorbij. Ik geef hem nog een knuffel en loop dan weg.

My DestinyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu