4

2.4K 83 5
                                    

'Jasmijn?' Ik kijk op. 'Ja?' Mijn moeder komt mijn kamer inlopen. 'Willeke heeft iets gevonden. Ze kwam het even brengen, het moest snel en ze had geen tijd voor een praatje.' Zegt ze. Ik kijk naar mijn moeder, ze heeft een doos vol met spullen in haar handen. Er staan 3 woorden op. "ELLY EN KIM." Ik kijk naar de doos, bang dat het opeens weg gaat springen. Ik sta op en loop naar mijn moeder toe. Pak de doos en loop weer naar mijn bed. Langzaam vouw ik de flapjes open. Ik graai met mijn handen in de doos. Jojo's. Ik heb echt het gevoel dat ik ga instorten. Onze jojo's uit groep 7. Het was helemaal in en het waren rode met lichtjes. Ik klem de jojo's tegen me aan. Er rolt een traan over mijn wang. Ik mis haar. Zo erg. Ik leg de jojo's op mijn bed. Ik graai opnieuw, het is een boekje. Nieuwsgierig sla ik het open.

"Vandaag was de ergste dag van mijn leven. Letterlijk. Ze hebben vastgesteld dat ik leukemie heb. Ik stortte in."

Dit was haar dagboek. Alleen het begon op de dag dat er werd bevestigd dat ze leukemie had. Er rolt een traan over mijn wang, en nog één.

"Mama was bij me en zij kon het ook niet aan. Ze huilde heel erg. Ik heb Jasmijn meteen gebeld. Ze kwam meteen naar het ziekenhuis en ze begon een heel verhaal, dat haar nichtje leukemie had en zij genas. En dat ik me niet zorgen hoefde te maken, omdat ik toch wel beter ging worden."

Ik huilde. Ik huilde en huilde. Ik weet het nog goed, het was zo'n vreselijke dag. Toen heb ik ook erg gehuilde.

"Ik geloof het. Ik mag niet dood gaan. Echt niet, ik ben nog maar 15. Bijna 16. Ik heb erg gehuild. Jasmijn ook. Mijn moeder ook, mijn zus en mijn vader. Iedereen. Omdat er een kleine kans is dat ik het niet overleef.

De zusters komen, ik moet gaan.

Kimmie."

Ik lachte zacht, ik had die bijnaam vaker gezegd, vaker dan haar gewone naam. Ik leg het boekje weg. Ik grabbel weer in de doos. Potloden en pennen, ik had ze gegeven aan Elly. Ik grabbel weer. Er zit niet veel meer in. Dan zit er iets in wat ik nooit had verwacht. Iets wat ik zo lang niet meer gezien had. 'Nee..... Dat kan niet.' Mompel ik voor ik in huilen uitbarst.

'Ik... Nee, dat kan niet!' Het was een verjaardag cadeau, gekregen van mij.

Het was een foto.

Ik had mijn lange licht blonde haar in een waterval vlecht en Elly had precies het zelfde. Alleen zat de vlecht aan de andere kant van haar hoofd. Ze had haar haar altijd een paar tinten donkerder gehad. We hadden allebei hetzelfde jurkje aan. Het was met bloemetjes in lichte kleuren. Het was zomer en ik had mijn arm om Elly heen geslagen. Zij had het zelfde. We zaten op een hek en je zag alleen onze ruggen.

De foto zat in een lijstje. Het was vies met een paar barsten. Ik opende het lijstje. En haalde de foto eruit. Er is wat op geschreven. Ik kijk er fronsend naar.

"Hoi Jassy

Inmiddels ben ik overleden. Dat weet ik. Maar ik dacht dat mijn moeder dit wel aan jou zal geven. Het doet pijn. Maar dat heb ik je al erg vaak verteld. Ik wil nog niet doodgaan. Ik ben nog maar 16. Ik weet niet wanneer mijn moeder dit gaat geven, ik weet ook niet wanneer je het gaat lezen. Je kan nu wel een oud omaatje zijn Maar je zou ook wel een vrouw van 30 kunnen zijn. Ik heb echt geen idee. Ik wil je wel vertellen dat ik heel veel van je houd. Maar dat wist je ook al. Ik weet ook dat je nog steeds van mij houdt. Ik maak het niet al te lang. Mijn moeder komt wat te eten brengen, en jij komt zometeen langs.

X, Kimmie."

Ik druk de foto tegen me aan. Ik kan niet stoppen met huilen. Ik ben gewoon een emotioneel wrak. Ik mis haar, ik wil nog een keer lieve woorden tegen haar zeggen, haar aanraken, knuffelen. Met haar lachen en over leuke jongens praten. Over Tim, die ik duidelijk leuk vind. En over haar, hoe het met haar gaat, daar boven. Het enigste wat ik weet is, dat als ik daar kom, een stuk ouder ben. Het is ongeveer 12 uur 'S middags en ik zit hier te janken om een foto. Dan hoor ik voetstappen op het tuinpaadje en de deurbel. Ik hoor de deur open gaan en de lieve stem van mijn moeder. 'Hoi Tim! Hoe is het? Kom je voor Jasmijn? Ze is boven, op haar kamer, je weet de weg.' Ik glimlach, het is Tim. 'Ok, ik loop wel naar haar toe, bedankt.' Zegt Tim. Nu hoor ik voetstappen op de trap. Ik doe alle spullen in de doos, zet hem onder mijn bed en ga op mijn bed liggen. Ik doe geen moeite om mijn tranen weg te vegen, er komen toch meer. De voetstappen komen dichterbij en ik hoor de deur van mijn kamer open gaan. 'Heei Jas..... Wat is er?' Vraagt hij als hij mijn gezicht ziet. Ik kijk hem aan, recht in zijn bezorgde ogen. 'Kim.' Fluister ik, nauwelijks hoorbaar. 'Haar moeder bracht een doos, vol met spullen van ons.' Zeg ik op dezelfde toon. Hij kijkt me aan en gaat dan naast me liggen, met zijn arm om me heen. 'It's Time To Let her Go.' Zegt hij. Er rollen nog meer tranen over mijn wangen. 'Dat kan ik niet, het is te moeilijk. Elke dag, elke keer als ik jou zie, haar zus of haar moeder. Mijn kamer of mijn huis. Ik denk aan haar.' Snik ik. Tim trekt me troostend tegen zich aan en slaat zijn andere arm ook om me heen. 'Wat je ook doet of kiest, ik ben er voor je.' Zegt hij zacht. Ik glimlach, dan komt hij dichterbij en drukt zijn lippen op de mijne.

My DestinyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu