Hoofdstuk 13

85 6 2
                                    

(Destiny)

Het doet me pijn om Jay weer weg te sturen, maar ik kan niet anders. Ik kan hem echt niet bij mij laten. Dat zou te egoïstisch zijn.

Jay maakt gebruik van de stilte. 'Gaan we nu eindelijk weer naar binnen?'

Ik grinnik. 'Nee. We gaan naar jouw huis.'

Jay protesteert hevig. Ik moet hem werkelijk de auto in duwen. Uiteindelijk lukt het me dan toch, met behulp van de bodyguard.

De bodyguard en Jay zitten allebei op de achterbank, om er zeker voor te zijn dat Jay niks kan uithalen. Die ferme kleerkast zit de hele tijd met een rare blik naar Jay te kijken. Ik begin hem niet meer te vertrouwen. Wat is er mis met hem?

'Waar moet ik nu inslaan?'

Geen reactie.

'Jay? Antwoord me alsjeblieft.'

Met een zucht antwoordt hij. 'Links.'

Ik sla links in. Verward kijk ik om me heen. Reden we niet net in deze straat?

Ik kom alweer aan een kruispunt.

'Rechtdoor', zegt Jay terwijl hij nauwelijks opkijkt.

Dat doe ik ook.

Vol ontzag kijk ik naar de achterbank, terwijl ik de auto parkeer.

'Ha-ha-ha. Je moet later komiek worden.'

'Hoezo?', vraagt Jay met een onschuldige blik. 'Dit is mijn huis', vervolledigt hij.

'Je moet wel erg durven. Mijn huis jouw huis noemen!'

'Ah komaan, laat me nog één week hier, ik zal me gedragen', zegt hij met een kleine grijns. Ik zucht. Oké dan maar.

***

We zetten ons aan de tafel. Het is tijd voor het avondeten. Ik kan mijn blik maar niet afwenden van Jay, en hij staart duidelijk maar al te graag terug. Plots stelt hij me een erg onverwachte vraag, terwijl ik net verdronk in zijn ogen.

'Wat was er daarnet?'

'Wat? Hoe bedoel je? En wanneer daarnet, er is zoveel gebeurd daarnet.'

'Wel, toen we lachten omdat de bodyguard viel, had je geen pretlichtjes in je ogen. Waarom niet?'

Liefst zou ik antwoorden dat ik hem graag bij mij had gehouden, ook al was dat niet eerlijk, maar dat zou dom zijn. Wat moet ik nu antwoorden?

De kok komt het eten brengen. Lasagne. Hij zet de twee borden voor ons. Daarna loopt hij weer weg.

Gelukkig hoef ik geen antwoord meer geven, want Jay zegt alweer iets. Wat is hij toch snel afgeleid.

'Aan dit leven zou ik wel gewend kunnen worden.'

Ik grinnik. 'Ja, maar dan moet je ook de nadelen erbij nemen, zoals stalkers in je huis nemen.'

Hij grijnst. 'Jep, that's true.'

Het is een tijdje stil, tot Jay me iets vraagt.

'Wat gaan we doen na het eten?'

'Geen idee. Wat wil je doen?'

'Misschien naar een film kijken? Maar ik heb hier nog niet echt een televisie gezien.'

'Oh, dan heb je nog niet goed gekeken', antwoord ik met een kleine glimlach.

Jay kijkt om zich heen. 'Nee serieus, er is hier geen tv, toch?'

'Je kan er niet naast kijken.'

Zijn ogen vallen op een rode deur.

'Wat is er daar?'

'Dat zal je straks wel zien.'

Jay kijkt me met een nieuwsgierige blik aan. Hij eet zo snel als hij kan zijn lasagne op, en dat doe ik ook. Ten slotte kuis ik mijn mond af met een servetje.

'Komaan, ik kan het echt niet meer houden. Oftewel zeg je het me nu, of we gaan nu die kamer binnen. Aan jou de keuze.'

Ik grinnik kort. Ik vind het best wel grappig. 'Geduld, geduld.'

Jay springt op en loopt naar de deur toe. Hij zet zijn hand op de klink en kijkt naar mij.

'Dan doe ik het maar zelf!', zegt hij met een grijns.

Hij doet de deur open, en zijn mond valt open.

The Boy from the Pink LettersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu