Hoofdstuk 21

54 6 6
                                    

(Jay)

Met tranen in m'n ogen zit ik op de stoep van haar reusachtige villa. Ze is er niet. Dat ben ik zeker, aangezien ik al twintig keer heb aangebeld. Wat ben ik dom ook. Het is acht uur, rond die tijd is ze zeker nog aan het werk. Ik heb al m'n kansen verkeken. Waarschijnlijk zal ik niet meer terug mogen gaan van m'n moeder. Het was iets eenmaligs.

Ik denk eraan hier twee uur te zitten wachten, maar bedenk me onmiddellijk. De rit is nogal lang, en als ik pas om tien uur ga vertrekken, kom ik iets te laat thuis.

Ik wil net een roze briefje en roze stylo uit mijn rugzak halen, als ik besef dat ik geen rugzak meeheb. Alleen mijn iPod en oortjes heb ik mee. Ongelofelijk dom van me. Ik had niet zo gehaast moeten vertrekken. Nu heb ik gewoon niks om Destiny te tonen dat ik hier was. Geen stylo, geen roze briefje...Ik kan mezelf wel voor het hoofd slaan.

Ik blijf nog een kwartier zitten, maar vertrek dan terug naar de taxi. Een traan rolt over mijn wang. Ik had nog zo gehoopt dat ik haar vandaag ging zien. Destiny, mijn lieve Destiny.

Misschien kan ik morgen terugkomen? Maar... Nee, dat zal m'n moeder nooit toestaan. Ik weet ook niet waarom ze plots zo aardig was om me er naar toe te laten gaan, terwijl ze er eerst nog zo tegen was.

Als ik thuis kom laat ik me gefrustreerd vallen op de zetel en doe m'n oortjes in, niet in staat om vandaag nog iets anders te doen. Ik kijk op de klok, en zie dat het al twaalf uur is. Daarmee dat er geen licht meer aan is. Niet dat het me stoort.

Mijn moeder komt met haar armen over elkaar geslagen in haar pyjama naar me toe gestapt. Een bezorgde blik siert haar gezicht. 'Waar was je?'

'Bij Destiny, weet je wel? Je gaf me zelfs de toestemming om te gaan', mompel ik.

'Ja maar... Zo lang?'

'Je weet dat het lang duurt om naar Famestage te gaan.'

'Hoe lang ben je bij haar geweest?'

'Ongeveer een kwartier.'

'Waarom maar zo kort?'

'Omdat ze er niet was.' Er vormt zich een krop in mijn keel.

'Jay toch...' M'n moeder wrijft bezorgd over m'n rug.

'Nee, ik heb nu even echt niet je medelijden nodig. Ga weg, alsjeblieft. Ga weg.' Ik moet mezelf tegenhouden om niet in een huilen uit te barsten.

M'n moeder stelt zich langzaam recht. 'Waarom was ze er niet?'

'Ze was nog aan het werk.'

'Waarom wachtte je dan niet even?'

'Dat deed ik ook. Een kwartier.'

'Maar waarom niet wat langer?'

'Omdat ze past stopt met werken rond tien uur en dat ik daar dan nog twee uur langer moest wachten en pas thuis was om 2 uur! En volgens mij was je dan niet echt vrolijk, aangezien je al niet tevreden bent dat ik om twaalf uur thuis ben.'

M'n moeder loopt terug naar boven, naar haar kamer. 'Ik ga slapen. Misschien kan je haar in het weekend nog eens bezoeken. Jij zou beter ook slapen, Jay.'

Ik zucht maar volg haar toch naar boven. Ik heb m'n slaap nodig.

The Boy from the Pink LettersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu