Hoofdstuk 7

91 9 0
                                    

(Destiny)
Ik kom - nog pratend met de chauffeur - uit mijn limousine. Eén van mijn bodyguards staat zoals gewoonlijk links naast de deur van mijn villa. Waar is de andere? Nu ik helemaal uit de limousine ben, heb ik uitzicht op de hele oprit. Plots zie ik een jongen liggen, in een plas bloed. Geschrokken loop ik naar hem toe. Wat is er gebeurd? Ik roep de bodyguard en zeg dat hij de jongen op moet tillen en in mijn zetel moet leggen. Wat wil je ook, ik ben zoal niet sterk, laat staan dat ik een mens kan optillen. Bodyguards daarentegen, zulke kleerkasten! Ik loop snel naar mijn living om daar een vuil deken op m'n zetel te leggen, voor de jongen met zijn bloederig hoofd erop gaat liggen. Ik vraag dan ook onmiddellijk aan de poetsvrouw dat ze de plas bloed op de oprit opruimt, zodat er morgen niet in de krant staat dat ik mensen martel. Ik bel de dokter, en die zegt dat hij onmiddellijk gaat komen.
 
***
 
De dokter buigt nog één keer over de jongen, om zijn hartslag te meten. Ik kijk hem nieuwsgierig en bezorgd tegelijkertijd aan. 'En?', vraag ik dan maar.
'Alles komt goed', stelt de dokter me gerust, met een warme glimlach.
'En zijn hoofd? Gaat dat wel genezen? Er kwam ongelofelijk veel bloed uit!'
'Ja, maak je geen zorgen. Het was gewoon een sneetje. Wonden in het hoofd bloeden ongelofelijk hard.'
Ik glimlach wat onzeker. Hopelijk gaat ook alles goedkomen...

The Boy from the Pink LettersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu