Hoofdstuk 12

99 8 0
                                    

(Jay) 

Nee hoor. Nee, dat gaat niet gebeuren, punt uit. Ik kijk Destiny vastberaden aan, recht in haar ogen.

‘Ik ben oud genoeg om zelf te beslissen, hoor. Ik ben volgens mij zelfs ouder dan jij.’

‘Leeftijd heeft hier toch niks mee te maken, Jay? Het gaat erom dat jij bent weggelopen en vervolgens nog eens neergeschoten ook. Dus nu moet je gewoon zo snel mogelijk naar huis.’

Destiny geeft maar niet toe. Hoe kan ik haar toch overtuigen?

‘Misschien moet ik jou maar gewonnen geven…’

‘Brave jongen’, grinnikt Destiny.

‘Pffft, dat had je wel gewild he! Dat doe ik toch niet’, lach ik terug.

Ze kijkt even verward, waardoor haar gezicht er gewoon hilarisch uitziet. Ik kan me echt niet meer houden en proest het uit. We liggen allebei in een deuk.

Plotseling komt er een bodyguard kijken of hij kan helpen. Is dat... Is dat de bodyguard die me neergeschoten had? Destiny ging hem toch ontslaan? Ik voel mijn hart bonken in mijn keel. Destiny stapt op de bodyguard af. Maar na wat hij mij heeft aangedaan ben ik gewoonweg te bang en vrees het ergst voor Destiny, die nog steeds naar hem toe stapt. Ik kan het niet meer aanzien en met een luide schreeuw storm ik op haar af en grijp haar met beide armen vast. No way dat ik haar loslaat met die vent in de buurt. Die rotzak, die me bijna het leven koste.

Destiny en de bodyguard kijken me verbaasd aan. De bodyguard zelf zet zijn zonnebril af.

Het gevoel bij de bekendmaking van zijn gezicht is een opluchting, omdat het niet dezelfde bodyguard is waarmee ik al kennis gemaakt heb, die niet zo aangenaam was. Zeg zelfs maar onaangenaam. Maar uiteindelijk voel ik me super stom, want ik ben net brullend als een gek op Destiny afgestormd, en nu heb ik haar in een soort van wurghouding. Allesbehalve slecht bedoeld natuurlijk, maar nu sta ik er wel mooi bij. De bodyguard komt meteen in actie en trekt me van Destiny af, die nog steeds te verbaasd is om iets uit te brengen. Ik laat haar meteen los. Dat verwacht de bodyguard blijkbaar niet, en hij valt achteruit. Het is echt geen zicht, en nu barsten we allemaal in een lachen uit. Tussen de lachbuien door kijk ik af en toe naar Destiny haar gezicht. Haar mond lacht. Maar haar ogen niet. Ik zie dat ze iets verborgen houdt. Dat ze ergens mee zit, of ergens op zit te broeden, en besluit het haar na het avondmaal - ja, ik ben van plan hier te blijven, dan ben ik maar egoïstisch -  te vragen.

The Boy from the Pink LettersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu