Een belangrijk onderdeel van je voorbereiding is het maken van karakterbeschrijvingen. Des te meer uitvoerig, des te beter. Je doel is zoveel mogelijk informatie vast te leggen over je personages. Maak voor je hoofdpersonen zo uitvoerig mogelijke beschrijvingen, voor secundaire personages mag het een beetje minder zijn. Voor personages die slechts in een hoofdstuk, een paar alinea's of een regeltje voorkomen is een summiere beschrijving al voldoende.
Wat is het doel hiervan? Heel simpel; je moet je personages even goed kennen als je naaste familie of hele goede vrienden. Je moet weten wat hun achtergrond en hun persoonlijkheid is, want vanuit dergelijke informatie maken ze hun beslissingen, voeren ze gesprekken en bewegen ze zich door je wereld heen. Met alle informatie in hun karakterbeschrijving in je achterhoofd schrijf je elke zin waar het desbetreffende personage in voorkomt.
Begin simpel; met hun uiterlijke kenmerken. Let er op dat niet al je personages knap met een perfect figuur zijn. Wijk af van het geldende schoonheidsideaal; er zijn maar weinig mensen die daaraan voldoen en dat maakt je personages alleen maar realistischer en interessanter. Bloedmooie en bescheiden hoofdpersonen hebben we al teveel. Wees origineel en maak een personage waar je lezers zich mee kunnen identificeren.
Kijk dan naar hun persoonlijkheid. Wat zijn hun sterke en zwakke punten? Wat zijn hun onzekerheden en angsten? Zijn ze erg behulpzaam of juist niet? Sociaal, introvert, extravert, bazig, ijverig, chagerijnig, overdreven dramatisch... Geef elk hoofdpersonage meerdere sterke en zwakke karaktereigenschappen, met name die aansluiten bij hun uiterlijk en achtergrond. Zorg er zeker voor dat je antagonist ook goede eigenschappen heeft. Maak je slechterik niet slecht omdat hij slecht is, maar geef hem/haar een motivatie en een reden om zich zo te gedragen. Zorg wederom dat dit aansluit bij de karaktereigenschappen en achtergrond die je hem/haar gegeven heeft.
Maak een familiestamboom met op zijn minst alle relevante familieleden. Vader, moeder, broers, zussen, ooms, tantes, neefjes, nichtjes, oma's, opa's. De stamboom hoeft echt geen zes generaties terug te gaan (tenzij dat relevant is voor je verhaal) maar zorg dat je het op papier hebt. Maak aantekeningen van eventuele bijzonderheden met betrekking tot de familieboom, zelfs als het niet relevant lijkt voor je verhaal. Wellicht kun je het goed gebruiken, of toch niet, maar zorg dat je het voor jezelf vastlegd. Leg ook vrienden en vriendinnen, relaties en kennissen vast, eveneens met aantekeningen over deze personen.
Vervolgens is ook de omgeving belangrijk. Waar woont je personage? Waar is hij of zij opgegroeid? Maak notities over scholing, werk, hobbies, enzovoorts. Leg zijn of haar voorgeschiedenis uitvoerig vast. Maak notitie van zaken als sexuele voorkeur, traumatische ervaringen, stomme fouten of grote overwinningen. Je kunt het zo gek niet verzinnen en de lijst mag veel langer zijn dan hierboven aangegeven. Zie het als een goede manier om je personages te leren kennen en geniet ervan!
Zoals ik al aangaf heb je al deze informatie nodig om je personages echt tot leven te laten komen. Maak niet de fout om al de informatie in je verhaal te verwerken. Negentig procent van je karakterbeschrijving komt niet in je verhaal. Een veel voorkomende probleem bij met name nieuwe schrijvers is dat ze de lezer teveel willen vertellen. Dat is niet nodig. Verwerk dingen uit je karakterbeschrijving op subtiele manier in je teksten.
De eenentwintigjarige Sharon liep met haar favoriete pumps (rood, hakjes van tien centimeter) over straat, naar het ziekenhuis. Sharon werkte in een kledingwinkel en was heel erg modebewust. Ze was mooi genoeg om model te worden, maar te lief om te kunnen slagen in de harde modellenwereld, ondanks de vele verwoede pogingen van haar moeder. Vorige maand nog had haar moeder haar ingeschreven bij een modellenbureau, wat de relatie tussen de twee aanzienlijk had bekoeld. Sharons vader had haar kant in deze situatie gekozen, maar aangezien haar ouders gescheiden waren koos hij eigenlijk altijd haar kant, zelfs als ze geen gelijk had. Als haar moeder maar geen gelijk kreeg. Het was herfst. De wind speelde met haar lange, blonde haren en prikten in haar helderblauwe ogen, die een klein beetje traanden. Het aanhoudende herfstweer had haar verkouden gemaakt, waardoor er aan haar verder perfect gevormde reukoorgaan een druppel bungelde. Haar met rode lippenstift gekleurde volle lippen trilden een beetje van de kou. Met de rug van haar hand veegde ze de druppel van haar neus en bevuilde hiermee haar groene satijnen handschoen, maar dat interesseerde haar niets. Ze liep het ziekenhuis in. Ze was op weg naar haar oma, die hier lag. Oma was ziek en wilde niet meer leven en iedereen was opgetrommeld om afscheid te komen nemen van de negentig jaar oude moeder van haar vader. Zelfs de broer van haar vader, oom Herbert, met wie hij al jaren knallende ruzie had over een in zijn garagebedrijf aan de Vlietweg gerepareerde auto waarvan Herbert beweerde dat de rekening niet klopte, zou aanwezig zijn. Sharon hoopte dat beiden hun ruzie even opzij zouden zetten en niet ook dit moment zouden verpesten, zoals de diploma-uitreiking van Priscilla, haar nichtje en dochter van oom Herbert en zijn tweede vrouw Marianne, enkele jaren geleden.
Zoals je in bovenstaande voorbeeld kunt zien wordt de lezer overladen met allerlei zijdelingse informatie die ongetwijfeld in de karakterbeschrijving staat. Maar leest het lekker? Nee, absoluut niet. Laat dus veel informatie weg en benoem zelfs zo min mogelijk informatie die je wel gebruikt indirect.
Sharon stopte even om de schuifdeuren van het ziekenhuis de tijd te geven om te openen. In haar weerspiegeling zag ze een druppeltje snot aan haar neus hangen. Ze veegde het snel weg met de palm van haar hand. "Stom rotweer," mopperde ze stilletjes.
Met snelle passen liep ze langs de geopende schuifdeuren en zag dat enkele bruine en gele blaadjes met haar mee naar binnen waaiden. Ze keek even verontschuldigend naar de receptioniste, die enkel vriendelijk glimlachte en verder ging met haar werk.
Sharon wist waar ze heen moest. Ze had oma de afgelopen weken minimaal drie keer per week bezocht. Zodra de lift arriveerde stapte ze in en drukte op de knop van de vierde verdieping. Toen griste ze haar telefoon uit haar handtas en controleerde de groepsapp van haar werk op nieuwe berichten. De app was stil; het was ongetwijfeld druk in de winkel. Ze zette het apparaat in de vliegtuigstand en stopte het terug in haar tas. Ze wilde onder geen beding gestoord worden tijdens het afscheid nemen van haar oma.
Toen de liftdeuren openschoven op de vierde verdieping hoorde ze op de gang al een discussie over een auto. Ze zuchtte. Ze kon ze nog niet zien, maar wist hierdoor zeker dat Oom Herbert en haar vader aanwezig waren.Zoals je ziet leest het tweede voorbeeld al veel prettiger dan het eerste. We krijgen mondjesmaat informatie en laten de lezers hun fantasie gebruiken. Sharon heeft een druppel aan haar neus en verkleurde bladeren waaien met haar mee naar binnen. De meeste lezers hebben dan meteen door dat het herfst is. Benoem het dus niet. We hebben geen idee hoe Sharon eruit ziet. Maakt het uit? Nee, helemaal niet. Zo zit er nog veel meer informatie die in de karakterbeschrijving staat (en uitvoerig benoemd in het eerste voorbeeld) in het tweede voorbeeld, maar mondjesmaat en veelal indirect. Behandel je lezers niet als onnozele halzen die je alles moet voorkauwen, maar neem ze mee op reis in je wereld, aan de hand van de belevenissen, dialogen en gedachten van je personages. Dat leest prettig en verhoogt de betrokkenheid van je lezers bij je verhaal en je hoofdpersonen.
Let ook goed op dat je dezelfde informatie niet meerdere malen benoemd; als je eenmaal hebt vastgesteld dat iemand blond is, hoef je het niet later nog een keer over haar blonde lokken te hebben. Dit is overbodige informatie en als je het teveel doet kan het sommige lezers gaan irriteren.
Mindmap
Een goed hulpmiddel om allerlei informatie over de hoofd- en secundaire personages te ordenen is het maken van een mindmap. Er zijn meerdere websites te vinden waar je dit kunt doen en een aantal (veelal gratis) softwarepakketten. Een voorbeeld van een goed software pakket is Freeplane. Uiteraard kun je ook lekker ouderwets met pen en papier aan de slag. In een mindmap zie je vaak in een oogopslag alle belangrijke informatie en het is makkelijker te onthouden en terug te vinden.
JE LEEST
Schrijven, hoe doe je dat?
Non-FictionHet lijkt zo makkelijk, een verhaal schrijven, maar als je er eenmaal aan begonnen bent blijkt dat schrijven toch best moeilijk is. Je loopt tegen allerlei problemen aan die je niet hebt zien aankomen, je personages blijven plat en je weet niet waar...