Hoofdstuk 1

407 19 6
                                    

Overal gillende mensen in rep en roer. Het lijkt alsof ze me niet zien staan en gewoon dwars door me lopen. Vuur, overal vuur. De hitte verwarmt mijn hoofd en ijskoude handen. De mensen veranderen in vredesbewakers, het vuur in kogels.

Met een ruk kom ik recht en kijk om me heen. Mijn rug, nat van het zweet, staat kaarsrecht met mijn oren gespitst. Een droom. "Oké, Bella. Het maar een droom, ga maar weer rustig liggen en slapen," fluister in mezelf toe. Wanneer mijn oogleden langzaam weer naaf beneden zakken, hoor ik opnieuw gillende mensen door de straat rennen. Maar.. dit keer is het geen droom, dit keer is het echt!

"Mamma, pappa!" gil ik krijsend. Met een ruk sta ik recht en maak een tas met proviand en al onze dierbare spullen. Mijn moeder komt naast me staan en helpt me. "Isabella.." ze kijkt me doordringend aan. Wanneer ze mijn naam voluit zegt, weet ik dat ze iets belangrijks zal zeggen, maar de angst in haar ogen wordt groter en groter. "Je weet hoeveel wij van je houden, en van James.. M-maar je moet me één ding beloven; als wij er niet meer zijn, zorg dan voor je broertje en ga naar mijn thuisdistrict, district 4, daar ben je veilig." Ik knik, de tranen komen op en verwarmen mijn droge wangen.

Snel grijp ik de nog-slapende James en hef hem op mijn arm. We zijn klaar om te vluchten, ondanks iedereen al het voorgevoel had dat district 13 niet lang te leven zou hebben, bleven we er toch wonen. Vader is opgeroepen om met de andere rebellen het tegen het Capitool op te nemen. Voor hij de deur opent geeft hij me nog een knuffel in zijn sterke armen en drukt een lange kus op mijn voorhoofd. Met een grote smak opent hij de deur.

Verwarrend kijk ik om me heen wat moet in doen? Overal zie ik gillende mensen, puin en vuur. Mijn moeder trekt me zigzaggend mee door de menigte. James is beginnen huilen, ik probeer hem te kalmeren. Een eindje verder ligt het marktplein, nu begrijp ik moeder. Ik versnel mijn pas en verstop me achter een hoop puin, dat volgens mij het huis van de bakker is geweest. Valentine lijkt op adem te komen en neemt James van mij over. Voorzichtig kijk ik achterom om een glimp van vader op te vangen. De lucht wordt zwart van de hovercrafts. Vragend kijk ik mijn moeder aan, die op haar beurt haar schouders optrekt. Ik concentreer me terug op mijn vader. Ja, daar is hij!

Ik sta op om mijn vader te helpen, maa Valentine houd me tegen. Verward trek ik me los en kijk haar aan. De tijd om te kijken wat er de volgende vijf minuten gebeurd krijg ik niet. Valentine grijpt mijn pols stevig vast en trek me weg van de chaos, en van mijn vader. De adrenaline giert door mijn lijf wanneer ik de eerste bommen uit de lucht hoor vallen. Het bos. Daar zijn we veilig!

Hyperventilerend ren ik als een gek richting de omheining. James zit ondertussen al terug bij mij en kijkt verschrikt over mijn schouder. Eindelijk bij de omheining rol ik kleine James onder de draad. Zelf zet ik een stokje zodat ik eronderdoor kan kruipen. In mijn haast neem ik James onder mijn arm en loop voorzichtig het randje van het oneindige bos in.

The First HungergamesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu