Hoofdstuk 3

196 15 2
                                    

De golven glijden over mijn voeten en trekken zich terug terwijl ik wat met de schelpjes in het zand pruts. Er is een lichte mist opgekomen en een koel briesje. Een stem vanuit de verte verbreekt mijn rust. Langzaam draai ik mijn hoofd en zie een schim uit de mist komen. Ik zucht diep en gooi mijn tas weer over mijn schouder. Strompelend slenter in door de duinen. "Hé, Bella!" roept de schim zwaaiend. Met een ruk draai ik me om en laat toevallig mijn tas vallen. Als een bezetene ren ik naar de schim toe, "Joehoe, Scarlett. Ik ben hie-ier!" roep ik uit. Als ik haar zie val ik direct in haar armen. Stil fluister ik in haar oor, "Oh, Scarlett. Ik heb je zo gemist." Scarlett verlost zich van mijn greep, "Ik heb je ook hard gemist hoor, Bella." Ik glimlach, "Kom, ik heb een lekker broodje mee in mijn tas." zeg ik terwijl ik haar in de richting van mijn gevallen tas sleur.

"Waarom denk jij dat ze in elk District de poorten zullen sluiten?" Vraag ik aan Scarlett. Zuchtend kijkt ze op. Ik ken die blik, van heel mijn leven dat ik haar ken heb ik die blik haast nog nooit gezien. "Waarschijnlijk één of ander iets over dat de rebellen verloren zijn, en alle districten nu in de handen van het Capitool liggen. En zodat niemand te voet meer in of uit hun District komt." Ik knik en staar weer naar mijn voeten.

Na 5 minuutjes verbreekt Scarlett de stilte, "Kom op, luilakje! Ik zie je wel weer op het plein voor het Gerechtsgebouw." Langzaam kom ik recht en geef Scarlett een warme knuffel. Ooh, wat heb ik dit gemist. Alsof mijn benen lood zijn slenter ik terug naar het huis van tante Rose.

Moeder staat hand in hand met James achter de deur. Ik schuifel naar binnen. "Zo, daar ben je Isabella." Zegt mama geïrriteerd. Ik rol met mijn ogen, "Zeg maar gewoon Bella." Ze kijkt me doordringt aan, "Ga jij met James naar het plein? Er is een oproep geweest om iedereen van het District te laten registreren."

Slenterend lopen James en ik richting het Gerechtsplein. We sluiten aan bij een rij, en na een kwartiertje wachten is het aan ons. "Naam." zegt de vrouw streng. "Eh.. Isabella en James Grace." De vrouw noteert vluchtig op een wit bald papier onze namen. "Leeftijd?" "Zestien en vijf." De vrouw kijkt op en loert sluw vanachter haar brilletje. Ik frons. Na een stuk of tien andere vragen geeft de vrouw ons een kopietje van de nieuwe regels.

Thuisgekomen leest Peter het blad voor. "Niemand komt buiten na 19u, om 22u moeten alle lichten uit. Vanaf nu zijn er sirenes, als je die hoort, verzamel je direct op het plein voor het Gerechtsgebouw.."

The First HungergamesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu