Is Liefde Altijd Bereikbaar? // Voltooid

VIII

Ik besluit Thijs te appen.
Ik: heyy Thijs
Thijs: ik denk dat familie toch belangrijker is, ik ga je missen
Ik: waatt, laat me maar in de steek ik heb toch nog geen vrienden verloren.
Ik ga huilend op bed liggen, en weet niet meer wat ik moet doen. Morgen moeten we weer naar school, echt geen zin in.

Mam, kom is! Roep ik van boven.
'Ik wil naar een andere klas.' Zeg ik. 'Waarom?' Vraagt ze, 'ik heb ruzie met al mn vrienden.' Zeg ik. 'Huhh hoezo dat ineens?' Vraagt mama verward. Ik haal mn schouders terwijl ik het gewoon weet. Mama zegt dat ze erover nadenkt en loopt weg.
Als we moeten eten heb ik het erover met papa en mama, ik ben enigst kind. Ik moet er wat voor zeuren, maar ze bellen morgen de school. Dat betekend dat ik morgen nog wel bij Mara in de klas zit. Om half 10 besluit ik te gaan slapen.

Als ik wakker word van mn wekker, hoor ik mama met school bellen. Ze moeten natuurlijk precies weten waarom en al die onzin. Ik doe mijn kleren aan en loop naar boven. Als ik onderweg naar school ben denk ik na, Lars nam het voor me op? Zijn we nu vrienden? Maar hij wil verkering, dalijk gebruikt hij onze vriendschap. Ik wil Thijs gewoon terug.

Als we in de klas zitten word ik eruit geroepen voor een gesprek. Ik loop met een meneer de klas uit, als we naar een lokaal lopen zie ik Thijs. Ik aarzel, moet ik hoi zeggen of niet. Ik besluit gewoon door te lopen, hij zegt tenslotte ook niks. Als we in het lokaal zijn begint hij, 'je wil naar een andere klas?' Vraagt hij. 'Ja' antwoord ik. 'En waarom?' Vraagt hij. 'Ik heb hier geen vrienden.' Antwoord ik weer. 'Die kun je toch maken?' Vraagt hij verder, hoelang gaat deze vragenlijst duren vraag ik me af. 'Nee, ik heb ruzie met mijn vrienden.' Zeg ik. 'Je kunt het goedmaken, of andere vrienden zoeken in de klas.' Zegt hij. 'Ja kan, maar dan zie ik hun steeds. Ik wil gewoon naar een andere klas!' Zeg ik boos. 'Voorkeur voor een klas?' Vraagt hij. 'Nee' antwoord ik. Dan pas heb ik door dat hij alles opschrijft. Ik mag weer terug naar de les, het tweede lesuur is net begonnen. Ik loop terug naar de les, en bedenk ondertussen ook dat Lars mij nog leuk vind. En geen vrienden in de klas heeft. Nou ja moet hij zelf oplossen. Als ik in de klas kom kijkt de lerares me streng aan. 'Waar kom jij vandaan?' Vraagt ze boos. 'Ik had een gesprek met meneer Hansen.' Antwoord ik en ga zitten. Ze vraagt het aan de klas. Er zijn mensen die mij gelijk geven, maar dat zijn de stille. De andere geven me ongelijk en ik moet me gaan melden. Als ik naar de receptie loop, kom ik Thijs tegen. 'Hoi' zegt hij. Ik weet niet wat ik moet doen.