Is Liefde Altijd Bereikbaar? // Voltooid

XI

Waar kwam die kus vandaan? Vraag ik me af, ik zie dat het al laat is en ga slapen.

Op school zit ik weer naast Meral, we worden steeds betere vriendinnen. En na school spreken we af. 'Meral?' Vraag ik. 'Ja?' Zegt ze. 'Ik heb een probleem, maar heb jij verder nog vriendinnen?' Vraag ik me af. 'Niemand anders, alleen jij. Maar wat is je probleem?' Vraagt ze. 'Ik ben verliefd' zeg ik, 'oehh op wie?' onderbreekt ze mij. 'Wacht, ik maak eerst mijn verhaal af. Ik ben dus verliefd op de neef van mijn beste vriendin, nou ja ze was mijn beste vriendin.' Zeg ik. 'Waarom is ze je beste vriendin niet meer?' Vraagt ze. 'Ze vindt het niet leuk dat ik haar neef leuk vind.' Zeg ik. 'En wat vind haar neef van jou.' Vraagt ze. 'Die vind me ook leuk, nou ja als dat niet zou zijn zou het heel erg raar zijn.' Antwoord ik. 'Waarom heb je dan geen verkering?' Vraagt ze nieuwschierig. 'Ik wil mijn vriendin niet kwijt en hij is 7 jaar ouder.' Zeg ik. 'Leeftijd maakt niks uit man, maar kan je niet met je vriendin praten.' Vraagt ze. 'Ik zal het morgen proberen in de pauze.' Zeg ik. 'Goedzo, zal ik mee gaan?' Vraagt ze. 'Nee hoeft niet.' Dan is het tijd voor mij om te gaan, en fiets naar huis. Omdat ik Thijs overal al tegen kom, kom ik hem nu weer tegen. Hij stopt met de fiets en ik ook. 'Je woorden van gister dat het niet gaat werken zitten me dwars.' Zegt hij. 'Uhmm, ik wil het eerst goedmaken met Mara.' Zeg ik. 'Dan fiets je nu naar haar toe, ik mis je.' Zegt hij. 'Gister waren we nog vrienden hoor, ik ga morgen wel.' Zeg ik. 'Sorry, maar ik mis je nogsteeds. Zie ik je snel?' Vraagt hij. 'We komen elkaar toch steeds tegen dus ja.' Zeg ik.
Ik fiets verder naar huis, waarom fietst hij daar nou weer.

Als ik thuis ben moet ik meteen huiwerk maken en leren voor een proefwerk. Ik krijg de woordjes niet in mijn hoofd. Ik.blijf naar mijn boek staren. Zzz. Zzzz doet mijn telefoon. Het is Meral.
Meral: veilig thuisgekomen?
Ik: met een tussenstop ja
Meral: huh tussenstop?
Ik: Thijs, hij mist me zegt hij
Meral: vet cute! Had ik maar iemand die dat zei
Ik: ik ga verder met leren
Ik concentreer weer op de woordjes, geen een zit in mijn hoofd. Dat word een 1.