VI

90 3 0
                                    

Ik blijf zitten, iedereen is buiten aan het spelen. Ik loop naar Mara toe, 'zullen we gaan voetballen?' Vraag ik. 'Nee niet met jou, doe ik wel met mijn echte vriendinnen.' Antwoord ze, en ze gaat voetballen. Ik blijf staan, en denk na. Ik wil het haar uitleggen dat het niks is, maar het lukt niet. Ik loop naar de gezamelijke ruimte, Thijs zit op een stoel alleen, ik loop naar hem toe. Hij wil niet met me praten. 'Zijn ze wel aardig tegen jou?' Vraag ik maar om iets te zeggen. Thijs knikt, maar praat niet terug.

We worden bij elkaar geroepen voor spelletjes, ik zeg dat ik ziek ben. En Thijs doet zo te zien ook niet mee. Iedereen op het kamp weet het, maar het boeit ze niet zoveel. Ik loop zogenaamd naar de wc, maar ik loop naar de slaapkamer van de leiders waar Thijs als enige zit. 'Ik wil naar huis.' Zeg ik. 'Meiss ik wil dat ook wel, het is nu even zo. Gevoelens zijn er of niet.' Zegt hij. Hij is ook zo lief, en er verschijnt een lach op mijn gezicht. Dan moet hij ook lachen. 'Morgen gaan we weer naar huis, kan je je vriendinnen weer zien en ik mijn vrienden.' Zegt Thijs. 'Ik heb geen vriendinnen, met Mara heb ik ruzie zoals je weet, en ik heb ruzie met mijn andere vriendin. Want die ging achter mijn rug om met mn ex.' Zeg ik. Thijs wil me een knuffel geven, maar ik trek terug. 'Sorry' zegt hij.

Zoals elke dag gaan we weer slapen, ik ben ergens anders gaan liggen niet langs Mara tenminste. Ik kom niet in slaap, en probeer een goede positie te vinden. Ik besluit naar de wc te gaan, en zie dat alleen Thijs nog wakker is. 'Thijs?' Fluister ik. Hij loopt naar me toe, 'kon je ook niet slapen?' Vraagt hij. 'Nee' antwoord ik en stel voor om in de gezamelijke hal te gaan zitten. 'Schat?' Begint Thijs. 'Ja' antwoord ik vragend. 'Mag ik je zo noemen?' Vraagt hij, 'ja, hoor.' 'Gevoelens zijn er nu eenmaal wel of niet, en we hoeven ze niet te verbergen.' Zegt Thijs en geeft me een kus. Ik schrik ervan, maar ik vind dat hij gelijk heeft. 'Kom we gaan slapen.' Zegt Thijs dan. 'Ja weltrusten' en we lopen naar onze kamer.

De volgende ochtend moeten we veel opruimen, om 2 uur in de middag fietsen we eindelijk naar huis. Ik fiets langs Thijs en we kletsen niet zoveel. Het is nogsteeds ongemakkelijk.

Is Liefde Altijd Bereikbaar? // VoltooidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu