7.

158 9 0
                                    

Het leven... Wat een bullshit
Hoofdstuk 7: Ben ik verliefd?
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Hij loopt richting de auto en opent de deur. Ik verroer geen spier. "Kom je nog ofeh?" Vraagt hij ongeduldig. "Moet ik echt met JOU in 1 auto?" Zeur ik. "Wollah, hoe kon ik ooit jou nummer vragen... Je bent kaulo irritant. Stap in, anders blijf je hier alleen achter." Hij stapt zelf in en start de motor. "Ondankbaar kind." Hoorde ik hem nog zacht mompelen. "Dat hoorde ik!" Met een zucht nam ik plaats op de bijrijdersstoel.

In de auto is het stil. "Weet je wie die mannen waren?" Verbreekt Adam de stilte. "Nee." Antwoord ik kortaf. "Herkende je niet iets?" Probeert hij opnieuw. Even dacht ik aan de grijze, emotieloze ogen. Mijn ogen werden vochtig. "Nee." Zeg ik weer, maar dit keer met een brok in m'n keel. Ik kijk naar buiten en voel zijn ogen op me branden. "Ogen op de weg." Zeg ik bot. Ik hoor enkel een zucht.

"Waar werkt Redouane eigenlijk? We rijden nu gewoon rondjes." Komt tie nu mee. Ik zucht even en maak me klaar om een hele kortte antwoord te geven. "Medicijnen wegbrengen." Hij zucht diep. "Ben jij dom of dom?" Vraagt hij geïrriteerd. "Medicijnen wegbrengen is door heel Nederland! Met de auto! Hij is nu waarschijnlijk op de snelweg." Okayy... Ik voel me dom. Maar waar moet ik heen? Mama is geen optie, papa is geen optie, Redouane is geen optie. Brahim! Maar ik weet niet waar hij woont.

"En..?" Hoor ik Adam ongeduldig. Als ik geen antwoord geef, slaat hij rechtsaf. "Waar gaan we heen?" "Jij gaat met mij mee." Antwoord hij nu kortaf. "Ik ga niet met jou mee!" "Waar ga je anders naar toe?! Wil je weer gepakt worden door ze?! " Schreeuwt hij boos. Ik schrik door zijn uitbarsting en voel tranen prikken. "Laat me uit deze auto. Ik zorg zelf wel dat ik ergens kom." Zeg ik wat zachter. "Ik laat jou niet alleen. Of thuis of Redouane. Zo niet dan kom je met mij mee." Beslist hij. "Dat zijn geen opties. Redouane kan niet en thuis ook niet." "Dan kom je gezellig met mij mee." Zegt hij sarcastisch. Pff.. Brahim? Oh my god.. Waarom heb ik daar niet eerder aan gedacht? Sofia! "Breng me naar mijn straat." Hij kijkt me raar aan. "Waarom nu opeens wel? Thuis was toch geen optie?" "Ik zei ook niet 'thuis', ik zei 'straat'." Grijns ik. "Naar wie ga je?" "En waarom moet jij dat weten?" Beantwoord ik zijn vraag met een vraag. "Omdat ik je niet vertrouw. Waarschijnlijk ga je dan alleen op pad en dat sta ik niet toe." Maakt hij duidelijk. "Ik ga naar mijn buurmeisje, Sofia." Hij knikt en keert de auto richting mijn straat. "Wel schattig dat je zo bezorgt bent hoor." Grijns ik. "Rot op,man." Yap.. Ik heb hem geïrriteerd. Good job, Inaya.😏

"Stop hier maar." Beveel ik hem als we aan het begin van mijn straat zijn. Hij parkeert braaf. "Yoo doei eh." Ik stap uit en loop een paar stappen. Dan hoor ik een autodeur open en dicht gaan. Ik draai me om en zie Adam achter me aan lopen. "Wat ga je doen?" Vraag ik met een frons. "Ik vertrouw jou niet dus ik wil 'Sofia' wel even zien." Hij stopt met lopen zodra hij voor me staat.  "Pff, als je me daarna maar met rust laat." Ik loop door en net 2 huizen voor die van Sofia gaat m'n mobiel af. Ik kijk erop en zie dat Souhaila me belt. Ik negeer haar oproep en loop door naar het goeie huis. Ik bel aan en niet veel later wordt er open gedaan met een glimlach. "Inayaa! Heyy!" Zegt ze vrolijk. "Hooii." Zeg ik terwijl ik een lach probeer te faken. "Wat is er aan de hand?" Merkt ze gelijk op. Kort kijkt ze achter mij, waar Adam staat. "Kom binnen." Ze stapt opzij en ik loop naar binnen. "Jij mag ook naar binnen komen hoor." Zegt ze tegen Adam. "Nee, hij kan nie-.." "Dankje." Onderbreekt Adam me en stapt naar binnen. Ik rol met mijn ogen en volg Sofia naar de woonkamer. "Vertel mop." Begint Sofia. "Pff, okay uhm.." "Willen jullie wat drinken?" "Nee, ik hoef niet." Vanaf m'n ooghoek zie ik Adam nee schudden. "Dus, waarschijnlijk heb je al gemerkt dat..." Ik stop met praten, want ik wil Sofia alles vertellen maar Adam niet. Hij hoeft niks te weten over m'n vader. "Nee, laat maar." Zeg ik snel en kijk naar Adam. Sofia kijkt ons een voor een raar aan. "Ik was vanochtend aan het wandelen in het park en 2 mannen wouden me ontvoeren.. of weet ik het wat ze wouden doen.." Zeg ik met een brok in mijn keel. Tranen komen op en ik laat er een paar vrij. "Wat erg schat!" "Adam heeft me geholpen." Zeg ik er nog bij. Sofia kijkt me met medelijden aan. "Kom hier." Zegt Sofia en geeft me een knuffel. "Het ergste is.. Ik weet niet wat ze van me wouden. Misschien komen ze terug." Ik maak me los van haar en veeg de gevallen tranen weg. Adam kijkt me met een medelevend aan. Hij kucht even en staat op. "Ik denk dat ik jullie maar met rust laat. Inaya, als er wat is... Je kan altijd naar me toe komen." Hij kijkt even naar Sofia en rust zijn blik dan op mij. "Reken daar maar niet op." Lach ik plagend. Hij laat even een glimlachje zien en draait zich dan om. "Troep." Hoor ik hem nog zacht zeggen, doelend op mij. "Eyy Adam! Wacht." Ik sta op en ren naar de voordeur waar hij zich bevindt. Hij kijkt me vragend aan. "Echt bedankt. Ik weet niet wat er gebeurd was als jij daar niet was..." Zeg ik zacht. "Geen probleem, kleine. Ik zie je nog wel ergens ofso." Zegt hij nog voordat hij de deur achter zich dicht doet.

Als ik de woonkamer in kom, grijnst Sofia naar me. "Wat?" Ik ga op de bank zitten en kijk haar vragend aan. "Jullie hebben wat eh?" Zegt ze met nog een grotere grijns. "Pardon? Doe normaaal!" Roep ik met grote ogen. "Wat?? Jullie zijn kapot leuk bij elkaar!" "Ik haat hem. En trouwens, ik ben al in de wolken door mijn prins." Zeg ik zacht. Sofia's ogen werden zo groot dat ik bang was dat ze eruit zouden vallen. "Wie?!" Schreeuwt ze hard. Ik lach klein. "Brahim☺️."

Het leven... Wat een bullshit!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu